De dood, sex en de bijbel: Jan Wolkers, een nationaal brok levenslust

  • 0

Hij werd niet tot de Grote Drie gerekend (Hermans, Reve en Mulisch), maar hij was er wel, nadrukkelijk, en hoe. Zijn leven en werk waren één. Daarom was hij misschien wel unieker in zijn soort dan juist die grote drie. Jan Wolkers. Een nationaal brok levenslust dat Nederland opschudde, provoceerde, wakker maakte, liet afrekenen met z’n calvinistische verleden en sex bedreef als een uitgehongerd beest.

Magnum Opus

In het najaar van 2017, tien jaar na zijn dood, verscheen van de hand van Onno Blom de langverwachte biografie van beeldhouwer, schilder en schrijver (in die volgorde) Jan Wolkers. Een vuistdikke pil van bijna duizend pagina’s die leest als een trein, maar dan wel voor de liefhebbers, want Jan Wolkers was (en is) natuurlijk ook één brok controverse. De biografie zelve, waar de auteur op promoveerde tot doctor in de Letteren aan de universiteit van Leiden leverde ook weer een relletje op, omdat de eerste commissie die de promotie moest goedkeuren, de biografie als ‘te onwetenschappelijk’ afkeurde. Een tweede wetenschappelijke commissie keurde de promotie wel goed en wie de biografie leest kan alleen maar lof hebben voor het monnikenwerk dat Onno Blom heeft verricht, om een leesbaar werk te maken op basis van het enorme archief dat Wolkers achterliet. Jan Wolkers zelf had ongeveer een jaar voor zijn dood contact gezocht met Onno Blom met het verzoek om zijn biograaf te worden. Het tekent Wolkers dat hij gedurende zijn leven niet alleen zorgvuldig een archief bijhield, maar dat hij mensen ook gebruikte, om niet te zeggen misbruikte, om archiefmateriaal te leveren zonder dat men zich daarvan bewust was. Meerdere malen liet hij tijdens gesprekken stiekem een bandrecorder meedraaien zodat hij materiaal vergaarde voor zijn archief; het archief dat de basis moest vormen voor het magnum opus dat hij zelf eigenlijk al was, maar dat moest voortleven na zijn dood. Zijn eigen dood, wel te verstaan, want de dood achtervolgde hem zijn hele leven; en de angst voor die dood beantwoordde hij met een ongetemde sexuele drift die grenzeloos was.

De Dood

Jan Wolkers werd in 1925 geboren in Oegstgeest, een dorp vlakbij Leiden. Het gezin telde na verloop van tijd maar liefst elf kinderen, Jan was de derde. In huize Wolkers regeerde de Bijbel. Vader Wolkers las drie maal per dag (‘van kaft tot kaft’) met luide stem een gedeelte uit het Oude of Nieuwe testament voor, op een dusdanige manier dat de buren er dwars door de  muur van konden meegenieten. Geen letter werd overgeslagen en misschien is het daarom wel dat Jan Wolkers er op stond altijd onverbloemd te schrijven over sex en de dood; de waarheid moest niet verhuld worden. Maar misschien kwam het ook omdat de Bijbel van vader Wolkers een zekere vorm van concurrentie kreeg in de vorm van een oom die af en toe in huis was, een man die op de wilde vaart had gezeten, type ‘twaalf ambachten, dertien ongelukken’ en altijd in voor een grap en een grol. En toen Jan al wat ouder was ging hij geregeld op bezoek bij een anarchistische buurman met een volle boekenkast en leerde zo bijvoorbeeld Multatuli kennen.

Naast de Bijbel heerste de armoede in huize Wolkers. Vader Wolkers was ooit een paar jaar lang politieman geweest, maar was daarmee gestopt ‘omdat de verkeerden altijd de klappen krijgen.’ Daarna begon hij een kruidenierszaak. Ondanks de uitermate moeizame verhouding met z’n vader bleef Jan altijd respect houden voor z’n rechtvaardigheidsgevoel, en ook Jan ontwikkelde, vooral in de jaren ’60 en ’70, mede onder invloed van zijn derde vrouw Karina, een strijdvaardig rechtvaardigheidsgevoel dat tot uiting kwam in demonstraties, collecteren voor Vietnam en het overmaken van grote bedragen naar (linkse) goede doelen.

Maar het meest onrechtvaardige in het leven van Jan was de dood. In 1944, het meest barre oorlogsjaar, overleed zijn oudste broer Gerrit nadat deze op zijn onderduikadres difterie had opgelopen. Gerrit was slechts 22 jaar oud en Jan bewonderde zijn oudste broer zeer. De heftige emoties, beschreven in zijn eerste boek (en later film) Kort Amerikaans zouden hem nooit meer loslaten. In de film is te zien hoe Jan de glasplaat van de kist, waar zijn dode broer in ligt, weghaalt om hem een kus op zijn voorhoofd te geven. Een paar maanden later werd het gezin Wolkers wéér getroffen door een sterfgeval, toen het jongste zusje Beatrix overleed, ook ten gevolge van difterie. Merkwaardig genoeg heeft Jan in zijn latere romans nooit aandacht aan deze dood geschonken.

Sex

Jan Wolkers neukte. Veel. Heel veel. En gebruikte daarvoor zijn pik. Zo moet het opgeschreven worden, want van verhullend taalgebruik hield Jan niet. Aanvankelijk was Jan een schuchtere, gereformeerde jongen die een vriendinnetje had, maar van neuken kwam het voorlopig niet. Van knuffelen wel, zoals met zijn zusje Janna, met wie hij altijd een goede band zou onderhouden. Jan was een natuurmens en hield ervan om er op uit te gaan. De vogels en de bloemen, hij kende alle namen uit zijn hoofd en na z’n lagere schooltijd ging hij met het schetsboek vaak het veld in om zon en licht op papier te vangen. Na een paar maanden werd hij al van de MULO gestuurd omdat hij helemaal niets deed en maar voor zich uit zat te staren. Er zat niets anders op dan vader te helpen in de kruidenierszaak. Ook dat werd geen succes. Periodes van allerlei baantjes werden afgewisseld of gecombineerd met eerste studies beeldhouwen. Op een gegeven moment was Pa Wolkers die zoon met al zijn schilderijen en schetsen die maar een beetje zat te lanterfanten spuugzat en zette hem met al zijn spullen het huis uit. Jan liep Leiden in, kwam een vriend uit de boekhandel tegen en ging met hem naar diens huis, waar net twee laboratorium-assistentes uit Zeeland verbleven. Met één van hen, Maria de Roo, kreeg Jan een verhouding. Jan had in de euforie van de bevrijding al één keer geneukt (en een druiper opgelopen), maar nu begon het leven pas echt. Jan en Maria kregen een zoon, Eric, en een dochtertje, Eva. De verhouding met Maria, die uit een welgesteld gezin kwam en veel luierde, was moeizaam, maar toch zou de relatie vele jaren duren. Dramatisch dieptepunt was dat tijdens een ruzie het tweejarige dochtertje Eva door een afschuwelijk ongeluk kwam te overlijden. Later zou Jan die ramp verwerken in Een roos van vlees. Toch duurde de relatie nog een tijdje voort en er werd zelfs een tweede zoon, Jeroen, geboren. Maar Jan volgde gewoon zijn driften en plukte bij wijze van spreken voor Café Reynders op het Leidseplein in Amsterdam een jong meisje uit Friesland van de straat, Annemarie Nauta, met wie hij in zijn atelier aan de Zomerdijkstraat ging samenwonen terwijl Maria met de twee zonen aan de voorkant bleef. Annemarie Nauta, zo bleek later, was degene op wie de roodharige Olga in Turks Fruit was gebaseerd. Ongeremde sex, een bemoeizuchtige schoonmoeder en een goeiïge schoonvader die het snot uit zijn neus tot bulletjes draait en onder z’n stoel plakt: Nederland genoot met volle teugen toen het boek in 1969 uitkwam. Turks Fruit haalde recordoplagen en de film, met Monique van de Ven en Rutger Hauer in de hoofdrol, werd tot meestbekeken Nederlandse film van de twintigste eeuw verkozen.

Maar terug naar de werkelijkheid. Annemarie Nauta overleed niet, maar ging gewoon weg toen Jan weer ‘ns gewelddadig was geweest. In hoeverre Jan echt gewelddadig is geweest is niet te achterhalen, wel is bekend dat de enorme beeldhouwershanden van Jan als kolenschoppen neer konden komen, zoals ook de iele schrijver Maarten ’t Hart een keer moest ervaren.

De Bijbel

Ook al brak Jan totaal met het geloof van zijn vaderen, de Bijbel las hij nog regelmatig, en toen zijn vader in 1976 overleed, stond op het lint van de rouwkrans: ‘Jan en Karina. Psalm 42 vers 1,’ de tekst die zijn ouders in de laatste momenten die zij met Gerrit samen waren hadden gelezen. (‘t Hijgend hert der jacht ontkomen..’)

Ook later, toen Jan met Karina al weer jaren op Texel woonde, was Jan niet te beroerd om gezellig met een katholieke bisschop over de Bijbel te discussiëren. Maar wat vooral bleef was de sexuele drift. Toen Annemarie Nauta bij hem was weggegaan, plukte Jan letterlijk vele vrouwen en meisjes van de straat, en hij naaide zich een ongeluk. Totdat hij Karina Gnirrep van de straat plukte, een zestienjarige dochter van communistische ouders die de oorlog ternauwernood hadden overleefd. Jan was inmiddels 36 jaar oud. Maar Karina bleef, ook al had zij wel eens schoon genoeg van de vele sexuele uitstapjes, terwijl ze daarentegen soms gewoon gezellig meedeed. Op latere leeftijd kregen ze samen nog twee zonen, de tweeling Bob en Tom, en Jan werd een voorbeeldige vader, die z’n zonen de natuur leerde kennen. Samen bezochten ze tal van musea. Het leek er een beetje op, dat Jan probeerde goed te maken wat hij bij z’n eerste kinderen had verzuimd.

Het litteken

De titel van de biografie van Onno Blom luidt: ‘Het litteken van de dood’. Jan Wolkers was een  getekende, een getekende als Kaïn, de zoon van Adam en Eva, die zijn broer Abel om het leven had gebracht. Jan had tijdens zijn babytijd een litteken op zijn linkerslaap opgelopen. Dat zou gebeurd zijn omdat zijn moeder een keteltje water naast zijn wieg had gezet. De lange tuit werd tussen de gordijnen van de wieg gestoken. Onder het keteltje brandde een spirituslichtje. Na verloop van tijd ging het water koken en de stoom kwam de wieg in. Daardoor moest het slijm loskomen, omdat de baby bronchitis had opgelopen. Maar op een dag raakte de tuit verstopt. Het gesmolten lood en het kokende water spoten tegen de slaap van de baby aan. Later vertelde een buurvrouw dat het litteken veroorzaakt was doordat moeder Wolkers hete thee had omgestoten, maar het verhaal van het keteltje werd verwerkt in Kort Amerikaans. Het verhaal was blijkbaar ook te mooi om waar te zijn, net als het leven van Jan Wolkers zelf. Beeldhouwer, schilder, schrijver en sexbeest. Een beest dus, maar wel een beest als een beer, een beer die kan grommen en kwaad worden, maar ook knuffelt en geknuffeld wil worden.       

‘Eh, pardon,’ steekt menigeen heden ten dage zijn vinger op. Wel eens gehoord van MeToo? Jan Wolkers ging geen relaties aan, hij nam vrouwen gewoon in bezit, neukte ze, gaf ze haastig wat te drinken en deed ze weer de deur uit, zoals hij bijvoorbeeld beschrijft in Turks Fruit. Een dekhengst die alleen zijn driften botvierde en zelfs op latere leeftijd nog een jong meisje (‘een lieftallig Texels bloemetje’) mee nam naar zijn hol. MeToo? Wie die vraag stelt maakt zich in de eerste plaats schuldig aan presentisme. Presentisme is het verschijnsel waarbij men niet de historische feiten als zodanig laat spreken, maar de geschiedenis bekijkt door de bril van het heden. En laten we wel wezen: Nederland genoot volop van de bruisende bevrijding van alle sexuele beknotting die kerk en cultuur aan de goegemeente hadden opgelegd, zoals door Jan Wolkers verwoord in Turks Fruit. Maar nogmaals, MeToo? Dat zou je aan de vrouwen van Jan Wolkers moeten vragen. 

Buro: GvdB
  • 0
Verified by MonsterInsights
Top