Remco Campert was altijd de jongste van de Vijftigers. De schrijvers Lucebert, Kouwenaar, Vinkenoog en Claus waren ouder. Nu is hij als laatste vertegenwoordiger van deze literaire beweging die met name de poëzie van na de oorlog tot op de dag van vandaag beïnvloedt. Op maandag 4 juli is hij overleden in zijn woonplaats Amsterdam. Eind deze maand zou hij 93 jaar zijn geworden.
Het overlijden van Remco Campert is op alle media uitvoerig langsgekomen. Naast zijn veel - heel veel - bekende gedichten als Lamento (later prachtig op muziek gezet) en 'Verzet begint niet met grote woorden maar met kleine daden' of 'Poëzie is een daad', 'Januari 1943', komen ook vaak de prozaboeken Het leven is verrukkelluk en Tjeempie! of Liesje in luiletterland voorbij.
Schijnbare lichtvoetigheid
De enorme variëteit heeft één grote gemene deler: de schijnbare lichtvoetigheid. De poëzie én het proza van Remco Campert zijn nooit zwaar. De weemoedigheid krijgt vleugels in zijn werk en het draagt de alledaagsheid van het gesprek bij een kopje koffie of sterker. Dat terwijl de dood overal aanwezig is in het werk van Remco Campert. Dat merk je ook nog eens als je alle necrologieën leest die hem de laatste week zijn verschenen.
In die buitengewoon prettige schrijfstijl zit meer dan je denkt, zoals het lyrisch ik in het gedicht 'Gemompel' verwoordt:
Hoe duidelijker ik 't wil zeggen
hoe slechter ik uit mijn woorden kom
Remco Campert is een meester in de observatie. In de documentaire over de schrijver uit 2018, Dichter bij Remco Campert, komt het overduidelijk naar voren. Remco kan uren op een stoel zitten en kijken, zonder ook maar iets te doen. Remco heeft niets en niemand nodig. In het veel te grote huis aan de Jan Luijkenstraat in Amsterdam Zuid met de vele trappen.
Toetertje
Je ziet hem schuifelen en vooral heel veel zitten. Roken of een glaasje wijn nippend. Met een klein toetertje bij de trap 'roept' zijn vrouw Deborah Wolf hem als ze een stuk van hem heeft overgetypt op de computer. Ze spelen scrabble. Zijn oude dichtersvrienden zijn lang geleden overleden, maar hij ontmoet ze soms nog in zijn dromen. Met veel slissen leest Campert enkele gedichten voor.
Naast dichter en prozaschrijver, geniet Remco Campert veel bekendheid als columnist. Voor de Volkskrant schreef hij jarenlang samen met Jan Mulder een column. Onder de naam van CaMu schreven ze 10 jaar columns. Hilarisch zijn Camperts columns van het terugkerende personage drs. Mallebroodje uit Elst, Tweede-Kamerlid van de lijst Mallebroodje.
Spel met de taal en de spelling
Het spel met de taal staat hierin centraal. Is het in zijn oude werk als Het leven is verrukkelluk ook een spel met de spelling, later neemt hij ook de tijd op de hak. De tijd die in zijn hele oeuvre een rol speelt. De klok die tikt, de dood die wacht. Of zoals het lyrisch ik het verwoord in 'Poëzie is een daad':
Elk woord dat wordt geschreven
Is een aanslag op de ouderdom.
Tenslotte wint de dood, jazeker,
maar de dood is slechts de stilte in de zaal
nadat het laatste woord geklonken heeft.
De dood is een ontroering.
Jazzmuziek
De grote liefde van Campert met de jazzmuziek kun je niet genoeg benadrukken. Misschien is Campert wel te bestempelen als een jazzmuzikant, maar dan met de taal. Een gedicht als 'Lamento' is pure jazz. Niet alleen mooi begeleid door Benjamin Herman. Als je dat hoort, hoor je dat de poëzie van Campert jazzmuziek is. Compleet met het spel met de extra spaties.
Hier nu langs het lange diepe water
dat ik dacht dat ik dacht dat je altijd maar
dat je altijd maar
Het is de dood die onlosmakelijk verbonden is aan het leven. Het hoort erbij. Zonder de dood, geen leven. Zonder dood, geen poëzie. Vaarwel Remco. Bedankt voor alle mooie woorden die je gegeven hebt en die mij raakten. Rust zacht. Of zo treffend verwoord in het gedicht 'Dood':
de dood is het niets
aan niets kun je niet denken
aan sterven kun je denken
maar te pijnlijk te ontwricht
de dood is het uiteindelijke
allesomvattende gedicht