Met 308 zijn ze de Vlaamse gemeenten. Ooit was er een veelvoud van, maar een ingrijpende fusieoperatie zo’n 40 jaar geleden “rationaliseerde” dat aantal. Tel je er de 19 Brusselse bij, net als de 262 in het Franstalig landsgedeelte, dan kom je aan een groep van 589. En op al deze plaatsen vonden afgelopen zondag gemeenteraadsverkiezingen plaats.
Alvorens tot enkele conclusies van het resultaat te komen een korte toelichting. Mensen stemmen voor een gemeenteraad, klinkt logisch. De uitvoerende taak wordt dan weer uitgeoefend door het zogenaamde College van Burgemeester en Schepenen (Wethouder in Nederland), veelal als het “College” omschreven. Om normaal te kunnen functioneren dient dit College over een meerderheid binnen de Gemeenteraad te beschikken. Wanneer we het over de Burgemeester hebben, gaat het dus over iemand die als het ware de emanatie van die politieke meerderheid is. Niet over een ambtenaar die van hogerhand aangesteld is. Wat leverde deze stembusslag nu op?
Een eerste vaststelling, eigenlijk een terugkerende opmerking, is dat men telkens tracht deze lokale verkiezingen als een nationaal verhaal te duiden. De optelsom van al deze singuliere gevallen krijgen dan een breder etiket als “groene golf” of “ruk naar rechts”. Graaft men dan wat dieper, dan treft men veelal een mix van nationale en lokale elementen aan. Nationale thema’s spelen een rol, maar vaak wegen die plaatselijke elementen zwaarder door.
Burgemeesterssjerp
Het centrale thema waar men het dit jaar over had was welke partij zich “volkspartij” mag noemen. Traditioneel scoren de Christen-Democraten van de CD&V lokaal sterker dan het resultaat dat ze op nationaal vlak neerzetten. Maar de vorige verkiezing in 2012 was er dan een waarop de Vlaams-Nationale Nieuw-Vlaamse Alliantie (N-VA) sterk kwam aanrukken. Hun succes was vooral een lokaal bijbenen van een doorbraak die ze eerder op nationaal vlak kenden, maar punt is dat de partij op bijna 60 plaatsen de burgemeester leverde.
Met 134 staat de teller van de CD&V hoger. Op dit moment worden nieuwe meerderheden gevormd (de samenstelling van de herverkozen gemeenteraad en het College vindt begin januari plaats), maar het ziet ernaar uit dat de CD&V over een stevige plaatselijke verankering zal beschikken. De “gele golf” zoals de immer verdienstelijke Elsevier-correspondent in Brussel Jelte Wiersma ze zopas nog omschreef, bleef uit.
Bart De Wever (Foto: Miel Pieters [CC BY-SA 2.0], via Wikimedia Commons)
Antwerpen
Ander aandachtspunt van deze verkiezing was Antwerpen. In 2012 werd N-VA-voorzitter Bart De Wever na meer dan 70 jaar bestuur van de Sociaal-Democraten Burgemeester van de havenstad. Slaagt hij erin zich te handhaven was de hamvraag? Er vormde zich immers een politieke bedreiging aan de linkerzijde met Groen! dat het in de peilingen goed deed. Even was er zelfs een links machtsblok, maar dat viel uiteen. Inmiddels weten we dat het N-VA resultaat ongeveer status quo is gebleven in Antwerpen, wat een voortzetting van de huidige coalitie het meest waarschijnlijke scenario is. Groen! doet het goed, maar onvoldoende om een bedreiging te vormen.
Kan men dit Antwerps succes (met een persoonlijke monsterscore voor De Wever) nu extrapoleren en concluderen dat N-VA de nieuwe volkspartij is geworden? In de rand rond Antwerpen doen ze het goed. Net zoals ze het burgemeesterschap van de Limburgse hoofdstad Hasselt binnen rijven. Maar in veel kleine landelijke gemeenten in delen van Oost- en West-Vlaanderen slagen ze er niet in winst te boeken. Feit is dat Vlaanderen nog steeds meer oranje dan geel kleurt. Om het label “volkspartij” te verdienen scoort de N-VA lokaal iets te wisselvallig.
Buro: MV