Enkele jaren geleden keek Hannes Coudenys met verbazing naar de lelijke huizen die hij aantrof wanneer hij Vlaanderen doorkruiste.
Hij besloot er foto’s van te verzamelen, er kwam een boek en nu is zijn project zelfs naar de televisie getild.
Of hoe het land van Belforten, Brugge en Art Nouveau ook zijn esthetische keerzijde kent?
Men zegt wel eens dat men vanuit een vliegtuig op geen al te grote hoogte het verschil tussen Vlaanderen en Nederland letterlijk kan waarnemen.
Klinkt als een cliché, wat het ook is. Maar zoals dat vaak gaat met clichés zit er soms een stevige grond van waarheid in. In deze een heel grote zelfs. Wat dan zo anders is? De ruimtelijke ordening; de manier waarop men met de (publieke ruimte) omspringt.
Haaks op de “orde” die er in Nederland altijd wel geweest is, kende België decennia van gedoogde wanorde.
Het gevolg van deze laksheid zijn grotere woningen, veelal lagere prijzen (ook al gingen die de voorbije jaren behoorlijk de hoogte in), maar vooral een lappendeken van verkavelingen, woningen langs verkeersassen, kortom allemaal ingrediënten voor een weinig fraai zicht.
En ja, zoiets ziet men zelfs vanuit een vliegtuig.
Vrije bouwkeuze
Een afgeleide van dit laks bouwbeleid (naar locatie toe), is de ruimte die men burgers gaf in het gestalte geven aan de nieuwbouwhuizen die ze bouwden.
Het leverde enkele parels op, maar ook, tja, laten we het woord niet schuwen, gedrochten.
Smakeloze constructies waarvan men zich anno 2019 de vraag kan stellen hoe die überhaupt ooit van overheidswege een vergunning kregen.
Het was die lelijkheid die Hannes Coudenys inspireerde om in 2011 met zijn project Ugly Belgian Houses van start te gaan.
Systematisch begon hij foto’s te maken van dergelijke huizen, waarna hij ze op het internet plaatste. En meer dan een detail: zonder hiervoor toestemming te vragen aan de eigenaars.
“Ik ben ermee begonnen uit kwaadheid om alle bizarre bouwtoestanden die ik tegenkwam”, verklaarde hij hierover destijds. “Ik stond ervan versteld dat zulke afgrijselijke huizen goedgekeurd werden.”
Coudenuys begon vrij snel in de media te werken, reisde in die hoedanigheid het hele land door, waardoor hij steeds meer constructies zag die in aanmerking kwamen voor zijn project.
Juridisch grijze zone
Zijn website sloeg in als een bom. Tot in het buitenland kreeg was de belangstelling groot: per maand lokte hij 50.000 bezoekers en gemiddeld werden er elke maand ook drie miljoen pagina’s van aangeklikt. Maar na twee maanden stopte hij ermee, voorlopig toch.
Er kwamen te veel kwade reacties binnen, zeker toen hij het plan opvatte een bundeling in boekvorm uit te geven. Architecten bedreigden hem ook met schadeclaims. Zelf merkte hij daarover op “dat ze zelf vergeten zijn dat ze die huizen ooit getekend hadden”.
Op zich hanteerde hij een aantal vuistregels in zijn activiteiten, precies om juridisch op het juiste spoor te blijven. Hij fotografeerde enkel vanop de openbare weg, toonde uitsluitend gevels zonder bewoners en uiteraard werden nooit adresen vermeld. Maar zelfs onder deze omstandigheden, bevond hij zich in een grijze zone.
“Architecten zouden me kunnen aanvallen omdat ik hun auteursrechten schend; je zou kunnen zeggen dat het huis hun ontwerp is en dus beschermd is. Maar ik verdien er niet echt geld mee, op het boek na dan. Het feit dat ik alleen dreigbrieven kreeg en nooit echt in een rechtszaak ben beland, zegt misschien genoeg.”
Uiteindelijk had hij zo’n 500 gevels online geplaatst, waarvan er 10 à 15% ooit verwijderd dienden te worden.
Aanhoudend succes
Het aangekondigde einde van zijn project is altijd een flou gebeuren geweest.
Enerzijds was er de wil om een punt achter te zetten, anderzijds bleven mensen hem “voeden” door foto’s op te sturen. En dat laatste woog zwaarder door.
Het boek, dat er uiteindelijk toch kwam, bleef ook verkopen. Uiteindelijk zit hij vandaag aan 1.500 huizen, een peulschil van de ongeveer vijf miljoen huizen die dit land telt. Zelf nuanceert hij zijn mening over de lelijkheid.
“Vroeger werd ik kwaad van al die lelijkheid, nu ben ik er blij mee, blij dat iedereen in dit land zijn zin mag doen. Het is hier beter dan in Nederland en Frankrijk, waar de lelijkheid vaak in de uniformiteit zit. In België zijn we allemaal een beetje René Magritte.”
Excuses voor de overlast
Eerder dan te stoppen, krijgt het initiatief van Hannes Coudenys vandaag een vervolg op... televisie.
Met de bewoners van de betrokken heeft hij zelfden of nooit gesproken, maar daar komt dankzij het programma “Iedereen beroemd” verandering in, althans, voor zover de betrokkene daarmee instemt.
Eerste belt hij aan als anonieme reporter, vervolgens biecht hij op wie hij is en wat hij allemaal gedaan heeft, biedt er zijn excuses voor aan en als de sfeer er nog enigszins inzit, gaat hij met huis en bewoner op de foto.
“Hannes zegt sorry”, heeft de rubriek, wat hij naar eigen zeggen een overdrijving vindt. “Ik vind die huizen nog steeds lelijk”, verklaart hij.
Die sorry heeft dan ook enkel betrekking op de eventuele overlast die hij met zijn initiatief veroorzaakt heeft.
En u, wat vindt u van die lelijke huizen?
- Foto’s: De foto’s zijn een selectie uit de ruime collectie van Hannes Coudenys. Zonder waardeoordeel, voor alle duidelijkheid. We gebruikten de random-functie…