Op 15 augustus 1969 en dus vijftig jaar geleden overleed hij en hij was toen al bijna honderd jaar oud.
De Vlaamse schrijver en fijne stilist Filip de Pillecyn, de felle voordrachtskunstenaar Antoon Vander Plaatse, de katholieke West-Vlaamse dichter en schrijver André Demedts en zelfs onze eigenste ernstige koning Boudewijn; allen bewonderden de figuur van Stijn Streuvels of Frank Lateur, de voormalige bakkersknecht en neef van Guido Gezelle die geheel ten onrechte de Nobelprijs niet mocht ontvangen.
Zijn biograaf Hedwig Speliers wilde van Streuvels een Duitsgezinde collaborateur of zwarte maken, maar dit verhaal klopte niet (helemaal) en stuitte op veel ongenoegen en verzet.
Dit laatste feit is allicht de reden dat Hedwig Speliers niet gevraagd werd om een bijdrage te leveren aan het bijzondere themanummer van Zuurvrij1 het tijdschrift van het Antwerpse Letterenhuis.
Dit themanummer begint met een liefdevol eerbetoon aan haar grootvader door zijn kleindochter Leentje (in de letteren de dichteres Jo Gisekin die getrouwd is met de wijze boekenman Ludo Simons) want zij was de dochter van Paula Lateur, de oudste dochter van Stijn Streuvels.
Zij put daarbij uit haar herinneringen en uit de levendige briefwisseling van haar grootvader met haar moeder. Leen Huet schreef in haar artikel Geachte heer Streuvels: “Onlangs las ik in een week tijd Het leven en de dood in den ast en De teleurgang va den Waterhoek. Ik blik dus terug op een welbestede week. K bewonder het discrete mededogen waarmee u de dompelaars op de ast voor ons uittekende. Wij leven nu in de tijd va het neoliberalisme, waarin dompelaars geacht worden niet langer te bestaan.”
En zij is niet de enige die Streuvels en zijn literair werk nog altijd bewondert. Jeroen Cornilly, de archivaris van het Letterenhuis beschrijft hoe Stijn Streuvels zijn indrukwekkend huis op een “kleikop” langs de steenweg naar Tiegem, op ongeveer 500 meter van de kerk van Ingoogem liet bouwen en verbouwen.
Het beroemde huis dat daar als Het Lijsternest nu nog altijd staat en als open museum dienst doet. Het huis met dat beroemde raam dat een panoramisch uitzicht op het landschap biedt.
Streuvels als gepassioneerd fotograaf
Thomas Jacques, de psycholoog en coördinator van dat Lijsternest leert ons dat Stijn Streuvels zijn hele leven graag foto’s nam met zijn Leica-camera en zijn eigen personages in he werkelijke leven fotografeerde om deze beter te kunnen beschrijven en tot leven brengen in zijn romans en verhalen.
Streuvels was trouwens ook nog een zeer goede fotograaf die als een getuige van zijn tijd herhaaldelijk door het oog van een camera keek. Reeds rond 1900 schafte hij zijn eerste platencamera aan, waarvan het Letterenhuis in Antwerpen een groot aantal glasnegatieven bezit.
Professor Marcel de Smedt; de voorzitter van het Stijn Streuvelsgenootschap dat ook elk jaar een jaarboek uitgeeft, heeft het over de briefwisseling van Stijn Streuvels die bevriend was met Emmanuel de Bom, Ernest Claes e.v.a. auteurs of correspondenten.
Zo staat op pagina 42 van dit tijdschriftnummer een foto uit 1911 met de altijd zwaar besnorde Stijn Streuvels met zijn literaire vrienden Alfred Hegenscheidt, August Vermeylen en Camille Huysmans.
Anne Provoost schreef een lang en raar gedicht onder de korte titel “Cockpit” en de letterkundige en hoogleraar in de letteren Hans Vandevoorde schreef een bijna poëtisch verslag onder de titel “Van hazegrauwte en hazedoezel” over zijn verblijf in het Lijsternest als resident, want in dat Lijsternest (zingen daar nog lijsters in de tuin?) mogen sommige auteurs daar ook nog eens verblijven om de sfeer aldaar in het zuiden van West-Vlaanderen op te snuiven of om zich even te bezinnen over wat zij nog willen en kunnen schrijven.
Ook het rouwtelegram bij het overlijden van de Meester dat vanuit Spanje (Motril) op bevel van onze koning Boudewijn werd verstuurd naar Waregem werd in dit nummer afgedrukt.
Een laatste groet
Kortom dit rijkelijk geïllustreerde nummer is een mooie uitgave voor de fans en de lezers van Streuvels die nog steeds niet zijn uitgestorven. Op zijn begrafenis waren trouwens duizenden mensen aanwezig – waaronder ook Hugo Claus en Gerard Walschap – en ik citeer even een prachtige passage van een ooggetuige:
Wanneer de kist de kerk verlaat op weg naar Streuvels’ laatste rustplaats, moet de gendarmerie zich een weg banen door de menigte. Het lijkt alsof ook de natuur een laatste groet wil brengen door de hemelsluizen open te zetten. Streuvels wordt begraven naast het graf van de door hem bewonderde priester en dichter Hugo Verriest.
.........
1 Zuurvrij is het tijdschrift van het Letterenhuis in de Minderbroedersstraat 22 te Antwerpen, directeur Nele Hendrickx, eindredactie Jan Robert, prijs 6 euro, 95 blz., issn 1377-8455, meer info: www.letterenhuis.be
Buro: MV