De houding van de Belgische Koning Leopold III tijdens de tweede wereldoorlog, leverde het land na afloop van het conflict een fikse crisis op, ze ging de geschiedenis in als de Koningskwestie. Punt was of de Monarch terug naar zijn land kon keren?
De vraag werd op een gegeven moment zelfs in een referendum gegoten, zij het dat het resultaat hiervan geen effect had op de afloop van de kwestie. Een (nipte) meerderheid stemde voor een terugkeer, alleen, en hier speelt het Belgische verhaal, stemden Noord en Zuid van het land verschillend. In Vlaanderen (dat toen ook al demografisch zwaarder woog) was er een uitgesproken meerderheid voor de terugkeer van Leopold III, in Franstalig België een duidelijke afwijzing van dit scenario.
Om uit de impasse te raken, trad Leopold af, waardoor zijn toen twintigjarige zoon Boudewijn tot “vijfde Koning der Belgen” gekroond werd. Maar laten we het even over de kern van het probleem hebben. Toen in 1940 de Duitse opmars niet te stuiten leek, ging de Belgische regering op de vlucht. Eerst naar Frankrijk, om vervolgens de overige oorlogsjaren in Londen door te brengen.
Leopold III weigerde echter dit voorbeeld te volgen. Eerder dan met zijn regering te vertrekken, liet hij verstaan in België te willen blijven, “bij zijn volk en soldaten”, zo klonk het toen. In werkelijkheid koesterde hij vooral de wens om ook in zijn bezet land nog een rol te kunnen spelen.
Hij hertrouwde tijdens die kwalijke jaren en er was een omstreden ontmoeting met Adolf Hitler; zaken die hem niet in dank werden afgenomen. Bij de bevrijding was zijn positie onhoudbaar geworden en trok hij met zijn gezin naar Zwitserland. De Koningskwestie was een feit.
Risico op vergiftiging
Wat nu als de geschiedenis, of op zijn minst toch die laatste fase van de oorlog, anders was verlopen. Een bundel met originele oorlogsdagboeken van Eelco van Kleffens, de Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken tijdens WOII, bracht een op zijn minst interessante suggestie naar boven.
Het werk is ingeleid en geannoteerd door historicus Michael Riemens. Uit deze stukken bleek dat Koningin Wilhelmina erg bezorgd was over het lot van haar Belgische “collega” in bezet België. Naarmate de oorlogskansen verder keerden, vreesde ze de kans steeds groter worden dat de Nazi’s Leopold en de zijnen zou laten vermoorden.
Een terechte vrees, zo liet Thierry Debels, Hoogleraar aan de Vrije Universiteit van Brussel (VUB) en kenner van het Koningshuis in de marge van het verschijnen van dit werk verstaan. “Leopold III werd de dag na de invasie van de geallieerden in Normandië van zijn kasteel in Laken naar Duitsland weggevoerd”, schrijft hij op zijn Facebookpagina op 2.5.
“Aanvankelijk verbleef de koning te Hirschstein bij Dresden, waar enkele dagen na zijn aankomst zijn gezin en enkele hofdignitarissen zich bij hem voegden. Ten gevolge van de snelle opmars van de geallieerden besloten de Duitsers begin maart 1945 Leopold en zijn gezin over te brengen naar Strobl, een Oostenrijks dorpje aan het meer van Sankt Wolfgang, zo’n 50 kilometer ten zuidoosten van Salzburg. Ze werden bewaakt door de nazi’s. Toen de geallieerden naderden, kregen Leopold III, Lilian Baels, prinses Josephine Charlotte en de prinsen Boudewijn, Leopold en Alexander daar capsules aangeboden van de nazi’s. Die capsules bevatten volgens de nazi’s vitamines om aan te sterken. Het gezin twijfelde. Na de bevrijding werden de capsules onderzocht. Het bleek om cyanide de gaan.”
Onwaarschijnlijk akkoord
Wilhelmina en Leopold, dat is geweten, waren erg close. Beide maakten deel uit van de zogenaamde Oslo-groep die bestond uit een aantal kleinere landen die wilden vermijden dat er een nieuwe wereldoorlog zou uitbreken.
Ook politiek vonden ze mekaar. Beide waren ook erg autoriteit ingesteld. Dat ze haar collega zo wou helpen, omschrijft Historicus Riemens als “de internationale van Monarchieën”. “Vorsten helpen vorsten”.
Wilhelmina vroeg van Kleffens om via het Vaticaan te polsen of niet ergens een akkoord met de Duitsers kon gesloten worden. Een deal waarbij de Belgisch Vorst zou worden vrijgelaten in ruil voor de bevrijding van een aantal hoge Duitse gevangenen.
Of dit er ooit inzat, is de hamvraag. Historicus en Professor emeritus aan de Universiteit van Leuven Mark Van den Wijngaert betwijfelt dit. “Het was het einde van de oorlog; de Duitsers waren aan het verliezen”, verklaarde hij De Morgen van 2.5. “Waarom zouden de geallieerden op dat moment topnazi’s een vrijgeleide geven? Bovendien was onze koning niet bepaald populair bij de geallieerden. Hij had een heel dubieus imago en had tijdens de oorlog proberen te onderhandelen met Hitler. Dat de geallieerden bereid waren tot zo’n deal, zou ik sterk durven betwijfelen.”
Toch vindt hij een interessant (nieuw) gegeven. “Er zijn al heel wat biografieën over Wilhelmina geschreven en in geen enkele komt het idee van zo’n deal voor. Dit is dus een heel nieuw gegeven.”
Buro: MV