Het gebeurde tijdens de nacht van 17 op 18 september 1961. Het vliegtuig van toenmalig Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties, Dag Hammarskjöld, vloog van het toenmalige Leopoldstad (Kinshasa) naar Noord-Rhodesië, het huidige Zambia. Bedoeling was er een wapenstilstand te onderhandelen met Moïse Tshombe, President van de van Congo afgescheurde provincie Katanga.
De gesprekken vonden echter nooit plaats; de DC-6 van de Zweed stortte neer nabij Ndola. Uitsluitsel over wat er toen fout liep is er tot op de dag van vandaag niet. De meest gangbare theorie houdt het bij een stuurfout. Maar er zijn ook pistes die in de richting van moord gaan. Een recente (nieuwe) getuigenis heeft er zo eentje terug opgerakeld.
Twee moorden?
Het minste wat gezegd kan worden is dat de Congolese onafhankelijkheid gevolgd werd door een wel erg bewogen periode. Ze leidde zelfs tot twee van de meest mysterieuze moordcomplotten uit de recente geschiedenis.
De Belgische betrokkenheid bij de moord op Patrice Lumumba is inmiddels aangetoond. (Foto: Harry Pot (ANEFO) [CC BY 4.0], via Wikimedia Commons)
Op 17 januari 1961 werd Patrice Lumumba, de eerste premier van het onafhankelijke Congo, een kopje kleiner gemaakt. Ondertussen is aangetoond dat de door hem gezochte toenadering tot de Sovjetunie hem fataal werd.
De opdrachtgevers moeten in de richting van een netwerk van Amerikanen en Belgen gezocht worden. Rond het verdwijnen van Dag Hammarskjöld en vijftien andere inzittenden bestaat een grotere onzekerheid. Werd ook hij vermoord? Mogelijk. Motieven waren er alleszins.
Steun voor de secessie
In die jaren eiste het Congolese volk haar autonomie op. Het Westen van zijn kant wou dan weer dat de kostbare stukken grond uit Chinese en/of Russische invloedssfeer zouden blijven.
Dat net de provincie Katanga, met een bodem tjokvol uranium, koper en kobalt, zich meteen na de onafhankelijkheid afscheurde was geen toeval.
Officieel konden de Westerse landen de secessie niet steunen.
Er was immers een VN-resolutie die een vredesoperatie mogelijk maakte die het jonge Congo moest bijstaan de eenheid van het land te bewaren.
“De Belgische regering steunde de secessie de facto, zodra de diplomatieke banden waren verbroken met Lumumba, de eerste premier van Congo”, aldus Emmanuel Gerard, Hoogleraar aan de Katholieke Universiteit Leuven en destijds nog deskundige bij de Parlementaire Onderzoekscommissie die de moord op Lumumba onderzocht, in De Morgen van 15 januari. “Expliciete steun van de regering was er niet, omdat dat internationaal slecht zou vallen. België sprak altijd met dubbele tong.”
Tegenover de VN-troepen stond het Katangese leger, goed voor 10.000 man waaronder ook 600 Europeanen, veelal huurlingen. Op 13 september gaf Secretaris-Generaal Hammarskjöld de toestemming op Operatie Morthor te lanceren, een militair initiatief om de huurlingen een halt toe te roepen. Enkele dagen verdween zoals geweten diens vliegtuig.
Van Risseghem
Nu komt zopas een nieuwe getuigenis bovendrijven. Een voormalig (Belgische) parachutist die in Spanje woont vertelde naar aanleiding van een Deense reportage over het onderwerp zopas nog zijn verhaal. Hij heeft het over een zekere Jan Van Risseghem, een Belgisch piloot, die het vliegtuig zou hebben neergehaald. Hoe hij dat weet? “Hij heeft het me zelf verteld”, klinkt het sec.
Werd het vliegtuig van Dag Hammarskjöld in 1961 door een Belgisch piloot neergehaald? (Foto: Anefo [CC0], via Wikimedia Commons)
Die Van Risseghem, zelf in 2007 overleden, had enkele jaren na de dood van Hammarskjöld zijn verhaal gedaan aan de toen 18-jarige Coppens. Tijdens de tweede wereldoorlog vloog hij voor de RAF; na de oorlog werd hij zelfs gedecoreerd tot Ridder in de Leopoldsorde. Even was hij aan de slag bij SABENA, de Belgische nationale luchtvaartmaatschappij, waarna hij richting Afrika vertrok.
Via omzwervingen bevond hij zich aan de stuurknuppel in opdracht en voor rekening van de troepen van Katanga. Officieel werd hij reeds in augustus gearresteerd en het land uitgezet, waardoor hij over een alibi zou beschikken. Maar verschillende onderzoekers die zich doorheen de jaren in het dossier hebben vastgebeten twijfelen. Naar aanleiding van een boek over het onderwerp uit 2013, besloot de VN de zaak opnieuw te onderzoeken.
In de twee rapporten die inmiddels werden vrijgegeven wordt de hypothese van een aanslag niet uitgesloten. En ook de naam van Van Risseghem duikt daarin voor het eerst formeel op. Een belangrijk stuk hierbij is een vrijgegeven van de toenmalige Amerikaanse ambassadeur in Congo dat hij daags na de crash naar Washington stuurde en melding maakt van een Belg als verdacht, een zekere “Vak Riessghel”.
Opdrachtgevers
Naast de vraag – en we gaan nog even verder in de veronderstelling dat het géén ongeluk was – wie de missie uitvoerde, is er ook de kwestie van de mogelijke opdrachtgevers. Ook hier werden als verschillende mogelijkheden geopperd. Er zou ook over een Zuid-Afrikaanse connectie gesproken worden. Deskundige Leonard twijfelt daar echter aan. “Noord-Rhodesië, het huidige Zambia, was toen nog een half-kolonie van de Britten. Het had een blank minderheidsregime en er was zeker solidariteit tussen Katanga, Rhodesië en het apartheidsregime in Zuid-Afrika”, stelt hij in voormeld interview in De Morgen. “Maar voor opdrachtgevers denk ik in de eerste plaats toch aan het Katangese regime zelf.”
Feit is dat Mohamed Othman, die het lopend onderzoek van de VN leidt in december zijn beklag deed omdat hij geen medewerking kreeg van het Verenigd Koninkrijk en Zuid-Afrika. De aan België gevraagde informatie zou dan wel al in september zijn overgemaakt. Wordt vervolgd.
Buro: MV