Nog nooit kwamen er zoveel migranten Nederland binnen als vorig jaar: 235 duizend immigranten. Maar er gingen ook nog nooit zoveel migranten uit Nederland weg: 154 duizend. Ook het migratiesaldo is een record: 81 duizend. Dat blijkt uit nieuwe cijfers, die het Centraal Bureau voor de Statistiek vandaag bekend heeft gemaakt.
De migratiecijfers worden bijgehouden sinds 1865. Het migratiesaldo was het laagst kort na de Tweede Wereldoorlog, in 1952, toen er 48 duizend meer mensen uit Nederland wegtrokken dan er binnenkwamen. Zij gingen hun geluk zoeken in populaire migratielanden als de Verenigde Staten, Canada, Australië en Zuid-Afrika.
Niet alleen het aantal immigranten is de afgelopen jaren fors toegenomen. Dat geldt ook voor het aantal emigranten. Veel migranten blijven slechts tijdelijk in Nederland. De toegenomen emigratie bestaat vooral uit immigranten die na een paar jaar terugkeren naar hun land van herkomst. Dat geldt sinds 2012 voor gemiddeld 70 procent van de emigranten; de overige 30 procent is in Nederland geboren.
Volgens het CBS keerden in de periode 2013-2017 per jaar gemiddeld 30 duizend in Nederland geboren personen naar Nederland terug. De rest van de stroom immigranten bestond in 2017 voor bijna de helft uit mensen uit andere lidstaten van de Europese Unie. Sinds de uitbreiding van de EU met tien Midden- en Oost-Europese landen in 2004 is de immigratie vanuit deze landen sterk toegenomen. Deze immigranten uit bijvoorbeeld Polen en Roemenië komen naar Nederland om te werken en te studeren en ze nemen vaak hun families mee. Daarnaast is sinds 2013 het aantal immigranten uit niet-westerse landen sterk gestegen. In dit geval gaat het vooral om asielzoekers en zogenaamde “nareizigers”, maar ook om migranten die voor werk, studie en gezinshereniging naar Nederland komen. Met name de oorlog in Syrië heeft vanaf 2014 tot een aanzienlijke stijging van het aantal asielzoekers en nareizigers geleid.
De praktijk wijst uit dat arbeids- en studiemigranten vaak maar een paar jaar blijven. Van de arbeids- en studiemigranten die tussen 2005 en 2007 naar Nederland kwamen, was ongeveer 35 procent binnen twee jaar alweer vertrokken. Bij asiel- en gezinsmigranten ligt dit percentage lager. Toch vertrekt ook een deel van deze groepen weer, al duurt dat wat langer. Van de asielmigranten was na tien jaar 35 procent weer vertrokken, van de gezinsmigranten 40 procent. Vroeger gebeurde het vaker dat migranten en hun gezinnen zich permanent in Nederland vestigden. Sinds 2000 zijn er steeds meer migranten die slechts korte tijd – voor studie of werk – in Nederland blijven. Die omloopsnelheid draagt ertoe bij dat de migratiestromen nu zoveel groter zijn dan voorheen.
Overigens maakte het COA, het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers, gisteren bekend dat het op zoek is naar 5000 extra opvangplaatsen. Dit komt vooral doordat asielprocedures langer duren en asielzoekers daardoor langer in de opvang blijven dan verwacht. Ook is er voor mensen uit de opvang die een verblijfsvergunning hebben gekregen, niet altijd direct woonruimte buiten het AZC beschikbaar. Daarnaast is het aantal asielaanvragen het afgelopen jaar licht gestegen. Pikant is dat het COA dit voorjaar nog elf locaties heeft gesloten omdat die niet meer nodig leken te zijn.
Op dit moment verblijven er in Nederland 23.170 mensen in asielzoekerscentra, waaronder 7301 kinderen. De belangrijkste landen van herkomst zijn Syrië (19%), Eritrea (10%), Iran (9%), Irak (7%) en Afghanistan (7%). Opmerkelijk is het groeiende aantal asielzoekers uit Turkije. Daarnaast is het opvallend dat er veel asielaanvragen komen van mensen uit Albanië en Algerije, hoewel deze landen als “veilig” beschouwd worden en asielzoekers uit deze landen in principe door het IND, de Nederlandse Immigratie- en Naturalisatiedienst, moeten worden afgewezen.
- Bronnen: www.cbs.nl; www.coa.nl; www.ind.nl
- Lees hier de ervaringsverhalen van asielzoekers in Nederland.