Algemeen-Nederlands Verbond (Afdeling Kaapstad) en Zuid-Afrika

  • 0

Bevordering van Nederlands in zuidelijk Afrika: voorstel voor een meer inclusieve institutionele geschiedenis

In mei 2022 trof ik in de afdeling met Nederlandse tweedehandsboeken bij Protea Boekwinkel (Hatfield-Pretoria) een fraai uitgegeven boekje aan.

Precies 125 jaar geleden, in 1897, stichtte het Algemeen-Nederlands Verbond in Johannesburg een ledenafdeling. Hippoliet Meert, Vlaams oprichter van het ANV, in de Eerste Wereldoorlog Vlaams activist (lid van de Raad van Vlaanderen) en in 1917 hoogleraar verbonden aan de collaborerende Von Bissing-universiteit in Gent, brak een lans voor de oprichting van een Nederlandstalige universiteit ter bevordering van de Nederlands-Vlaamse cultuur in de toenmalige Zuid-Afrikaansche Republiek (Transvaal).

In de brochure Het Algemeen-Nederlands Verbond in Zuid-Afrika (18952008), ter gelegenheid van het honderdjarig bestaan van de ANV-Afdeling Kaapstad door Pieter de Klerk (hoogleraar Geschiedenis van Noord-Wes Universiteit) geschreven (in een vertaling van J.T. Mets), worden beleid en activiteiten van het ANV in Zuid-Afrika en Namibië gememoreerd.

Het overzicht wordt opgedeeld in twee hoofdstukken: 1897–1945 én de naoorlogse geschiedenis van (soms moeizame) allianties met partners (Afrikaners) in Zuid-Afrika. Onder meer de samenwerking in Kaapstad met het Huis der Nederlanden (later SASNEV) en de Vrienden van de Nederlandse Bibliotheek krijgt ruim aandacht.

Het ANV bevordert de zogeheten Nederlands-Vlaamse cultuur in zuidelijk Afrika – nog steeds is mij niet duidelijk wat die éénheidscultuur behelst – en was (financieel) betrokken bij de stichting en instandhouding van de leerstoel ZA van de gemeentelijke Universiteit van Amsterdam én in 2017 bij de leerstoel Zuid-Afrika: talen, literaturen, cultuur en maatschappij van de Universiteit Gent.

In het deel met slotopmerkingen verslik in mij in mijn ochtendkoffie bij de volgende door exclusivisme en eurocentrisme ingegeven zin: “Hoewel Nederlanders en Vlamingen cultureel veel nader bij elkaar staan dan bij Afrikaners en andere Afrikaanssprekenden, is de Afrikaanse taal en cultuur toch in grote mate op de Nederlandse taal en cultuur gebaseerd en blijft er dus ruimte bestaan voor een ‘groot’ Nederlands of Nederlands-Vlaams-Afrikaans taal- en cultuurbegrip, zonder dat het concept van stamverbondenheid daaraan gekoppeld hoeft te zijn”.

Tussen sommige Vlamingen en Afrikaners bestond uiteraard géén bloedverwantschap, hoogstens een gemeenschappelijke Groot-Nederlandse (“Dietse”) verbondenheid. De uitspraak is discutabel, want ingegeven door een Afrikaner perspectief dat op “het moederland” is gericht. De wereld is veranderd en was dat toen ook al. Bijna vijftien jaar na de boekuitgave, in een veel inclusievere maatschappelijk-culturele context, pleit ik ervoor de recente werkzaamheden en het Zuidelijk-Afrika-beleid van het ANV te beschrijven. De nieuw opgerichte leerstoel Nederlandse taal- en letterkunde & cultuurkunde in Zuid-Afrika (vanaf 2022: https://neerlandistiek.nl/2019/09/nieuwe-leerstoel-nederlands-in-zuid-afrika/) is vast en zeker meer inclusief, met oog voor cultureel-etnische diversiteit, de uitkomst van samenspraak tussen docentenplatformen voor neerlandistiek (Kaapse Forum en Noordelijk Kennisnetwerk), SAVN (Suider-Afrikaanse Vereniging vir Neerlandistiek) en departementen Afrikaans en Nederlands in Zuid-Afrika en in Namibië. Het ambt is niet wat Hippoliet Meert in 1897 voor ogen stond, want in dat geval is de leerstoel een verwerpelijk anachronisme. Wat de Zuid-Afrikaanse historicus De Klerk namens de ANV-Afdeling Kaapstad uitdrukkelijk als wens formuleert, kan vandaag en kon ook gisteren niet worden onderschreven.

  • 0
Verified by MonsterInsights
Top