Het Amsterdam Museum wil het in de toekomst niet meer hebben over “de Gouden Eeuw”. Want die term heeft volgens directie en curatoren een positieve betekenis, terwijl de periode die ermee bedoeld wordt, voor veel mensen destijds helemaal niet zo positief was.
Deze maatregel moet ruimte maken voor de verdrongen stemmen uit het verleden en ervoor zorgen dat ook de nazaten van voorheen onderdrukte groepen zich voortaan in het museum thuis voelen.
De Gouden Eeuw is een periode in de Nederlandse geschiedenis die grotendeels samenvalt met de zeventiende eeuw.
De noordelijke Nederlanden, de “Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden”, maakten toen een bloeiperiode door op het gebied van handel, wetenschap en kunst. Ook politiek en militair nam de Republiek (vooral ter zee) in de wereld een voorname plaats in.
Het was de tijd van Rembrandt en Vondel, maar ook van Jan van Riebeeck en Jan Pieterszoon Coen.
Voorspoed voor de een, uitbuiting van de ander
De naam “Gouden Eeuw” appelleert aan een gevoel van “nationale trots”, schrijven Judikje Kiers (directeur), Imara Limon (conservator), Margriet Schavemaker (artistiek directeur) en Jörgen Tjon A Fong (gastconservator) op donderdag 12 september 2019 in de Volkskrant.
...........
“Het museum moet meerstemmig en inclusief worden, ‘en daarmee welkom en relevant voor nog veel meer mensen dan we nu bereiken’.”
...........
“Maar positieve associaties met de term zoals voorspoed, vrede, weelde en onschuld dekken de lading van de historische werkelijkheid in deze periode niet. Denk aan armoede, oorlog, dwangarbeid en mensenhandel in een context waarin Amsterdam regeerde over verschillende bezette gebieden overzee.”
De vier wijzen erop dat de zeventiende eeuw alleen vanuit het perspectief van de machthebbers een “gouden” tijd kon worden genoemd.
“Immers, wie bepaalt dat je een eeuw ‘goud’ noemt als vele van onze voorouders niet meedeelden in dat goud en de voorspoed, of slachtoffer waren van de honger naar macht en rijkdom, in de vorm van uitbuiting, moord en slavernij?”
Het fregat Pieter en Paul op het IJ in Amsterdam in 1698, door Abraham Storck (Foto: Wikimedia Commons)
Daarom zal het museum de term “Gouden Eeuw” de komende tijd van alle bordjes en andere vormen van communicatie verwijderen.
De titel van de permanente tentoonstelling “Hollanders van de Gouden Eeuw” in het dependance van het museum in de Amsterdam-vleugel in de Hermitage verandert in “Groepsportretten van de 17e eeuw”.
Woorden doen ertoe
Het Amsterdam Museum (bij oudere Amsterdammers beter bekend als “het Amsterdams Historisch”), gelegen naast het Begijnhof, in het voormalige Burgerweeshuis tussen de Kalverstraat en de Nieuwezijds, is al enkele jaren bezig met een transformatieproces.
Het museum moet meerstemmig en inclusief worden, “en daarmee welkom en relevant voor nog veel meer mensen dan we nu bereiken”.
Dit streven sluit aan bij een tendens in de internationale museumwereld, hoewel het transformatieproces op veel plaatsen nog traag en moeizaam verloopt.
In 2018 verscheen de publicatie Words Matter: een voorlopige lijst met woorden die in de museumwereld haast gedachteloos gebruikt werden, maar die eigenlijk niet meer kónden.
De samenstellers stelden bijvoorbeeld voor om het woord “slaaf” te vervangen door “slaafgemaakte”, om aan te geven dat slavernij een actieve daad was.
Wat directie en curatoren van het Amsterdam Museum betreft, mag ook de term “Gouden Eeuw” in de lijst opgenomen worden.
Symposium en tentoonstelling
Het Amsterdam Museum organiseert op 29 september een symposium voor vakgenoten en publiek over welke verhalen er over de zeventiende eeuw zouden moeten worden verteld, door wie, en hoe je dit op een zo inclusief mogelijke manier kunt doen.
Op diezelfde dag opent in het museum de fototentoonstelling “Hollandse meesters her-zien” van Jörgen Tjon A Fong, over dertien Amsterdamse bewoners en bezoekers van kleur uit de zeventiende en achttiende eeuw.
Reacties
In politieke kringen en op sociale media is geïrriteerd gereageerd op de aankondiging van het Amsterdam Museum. Deze reacties komen vooral uit conservatieve hoek.
De Telegraaf citeert VVD-parlementariër El Yassini, die stelt dat het museum in zijn poging tot inclusiviteit compleet “de weg is kwijt geraakt”: “Eerst moesten de straatnaambordjes weg, toen de standbeelden en nu de hele Gouden Eeuw? Het is nogal laf om onze geschiedenis te willen herschrijven.”
En PVV-leider Geert Wilders fulmineert op Twitter: “Trots zijn op Nederland mag niet meer van die gestoorde linkse zelfhaters. Ze maken Nederland kapot met hun valse politieke correctheid. Ik hou van Nederland, onze cultuur en geschiedenis en ben beretrots op de #goudeneeuw.”
Historicus Han van der Horst stelt het meer genuanceerd op de (progressieve) opiniesite Joop: “Door de term ‘Gouden Eeuw’ af te schaffen, beroof je je zelf van de kans om uit te leggen dat de Gouden Eeuw van de een niet de Gouden Eeuw van de ander hoeft te zijn en dat er misschien zelfs een samenhang bestaat tussen vrijheid en welvaart voor de een en armoede en onderdrukking voor de ander.”
Buro: IG