Een moment waar lang naar uit is gezien. Op zaterdag 21 juli werd in Amsterdam de Noord/Zuidlijn in gebruik genomen. De nieuwe metrolijn verbindt Amsterdam-Noord met de rest van de stad. Zo is Amsterdam ván een stad die door het IJ in tweeën wordt gesneden volgens de kersverse burgemeester Femke Halsema veranderd in een “stedenbouwkundige eenheid” “rondom het IJ”.
De Noord/Zuidlijn – of “de 52”, zoals hij zal gaan heten – loopt van station Noord, vlakbij het Buikslotermeerplein, onder het IJ en het centrum van Amsterdam door naar station Zuid. De lengte van de verbinding is 9,7 km, waarvan 7,1 km ondergronds. Langs de lijn liggen acht stations: Noord, Noorderpark, Centraal Station, Rokin, Vijzelgracht, De Pijp, Europaplein en Station Zuid. Voortaan kan de afstand tussen beide eindpunten in 16 minuten afgelegd worden, terwijl je daar vroeger ruim een half uur over deed. Lijn 52 gaat tien keer per uur rijden. Per dag worden er 121.000 reizigers verwacht.
Waar een klein land groot in is
De nieuwe metroverbinding is een technologisch hoogstandje waar de Amsterdammers best trots op mogen zijn. De veenbodem waarop Amsterdam gebouwd is, is slap, en de historische panden in de stad zijn letterlijk gebouwd op palen die tientallen meters de grond in steken. Er is gekozen voor een tracé dat grotendeels onder bestaande grachten en straten ligt, zodat de funderingen van de huizen ongemoeid zouden blijven. Daarnaast is de metrotunnel over een lengte van ruim drie kilometer geboord (en dus niet van bovenaf gegraven). Dit betekent dat er – anders dan bij de aanleg van de Oostlijn in de jaren zeventig – geen gebouwen gesloopt hoefden te worden.
Dat boren was toen het besluit tot de aanleg in 1997 werd genomen, nog een relatief nieuwe techniek. De tunnels liggen 20 tot 30 meter onder de grond. De boormachines zijn speciaal voor dit project gebouwd en kregen al snel de bijnamen Victoria, Molly, Noortje en Gravin. Elk van deze dames had een lengte van 83 meter en kon een tunnel graven met een doorsnede van bijna 7 meter. Over de hele lengte van het ondergrondse traject moesten er twee tunnelbuizen aangelegd worden. Die buizen liggen soms naast elkaar, soms ook boven en onder elkaar.
Het meest spectaculair was echter het afzinken van prefab tunnelbuizen onder het Centraal Station en het IJ. En dit terwijl het treinverkeer gewoon doorreed en de scheepvaart op het IJ er zo min mogelijk hinder van mocht ondervinden! De treinreizigers waren zich zalig onbewust van het feit dat onder het station 3000 houten palen vervangen waren door een soort betonnen tafel die het middelste deel van het eeuwenoude gebouw overeind hield. Tussen de “tafelpoten” was een zinksleuf gegraven. Op 31 mei 2011 hielden deskundigen die vanuit de hele wereld waren toegestroomd de adem in terwijl het voorgefabriceerde tunnelelement – 136 meter lang, 22 meter breed en 20.000 ton zwaar – met uiterste precisie vanuit het IJ in de sleuf werd geschoven.
Nog een unicum is de roltrap bij station Vijzelgracht: met 47 meter de langste roltrap van Nederland.
Een lange en moeizame weg
De nieuwe metro was nodig omdat het openbaar vervoer bóven de grond overbelast was en er in de dichtbebouwde binnenstad niet nog meer bussen en trams bij konden. De oude situatie werkte remmend op de economische groei. De vele winkels en kantoren in het centrum van de stad zijn afhankelijk van een goede bereikbaarheid. En in de periferie is de stad volop in beweging. De Zuidas, waar onder meer het World Trade Center ligt en die in het buitenland ook wel bekendstaat als de “Financial Mile”, is een belangrijk zakendistrict, en in Amsterdam-Noord komen er rond het Buikslotermeerplein steeds meer bedrijven, winkels en woningen bij.
Met de ingebruikname van de Noord/Zuidlijn kan de gemeente Amsterdam een hoofdpijndossier afsluiten. De lijn werd al genoemd in het eerste metroplan voor Amsterdam uit 1968. De aanleg van de eerste metrolijn, de Oostlijn richting Gaasperplas en Gein, leidde echter tot zoveel protest (uitmondend in de Nieuwmarktrellen van 1975), dat het gemeentebestuur verdere uitbreiding van het metronetwerk daarna lange tijd uitstelde. Ook het feit dat de eerste metrolijn veel duurder werd dan aanvankelijk was voorzien, maakte dat in de jaren daarna niemand het woord “metro” meer in de mond durfde nemen.
Pas eind jaren tachtig werden de plannen voor een Noord-Zuidverbinding weer uit de kast gehaald. Het gemeentebestuur was vóór, maar bij een raadplegend referendum in 1997 sprak 64,8% van de deelnemers zich tégen de nieuwe metrolijn uit. Deze uitkomst werd echter als niet-bindend terzijde geschoven omdat de opkomst voor het referendum te klein was geweest. Twee jaar lang werd er geëxperimenteerd met het boren van tunnels en het verstevigen van de grond. Dat ging lang niet altijd goed. Het Projectbureau Noord/Zuidlijn negeerde echter alle signalen en in oktober 1999 gaf de Tweede Kamer groen licht. De geplande einddatum was toen al een paar keer opgeschoven, maar in 2007 zou het allemaal klaar zijn.
Vanaf het begin had het project te kampen met grote financiële tegenslagen. Aannemersbedrijven vroegen prijzen waarmee bij het opstellen van de oorspronkelijke begroting totaal geen rekening was gehouden. Uiteindelijk zou de aanleg van de Noord/Zuidlijn en alles wat daarbij kwam kijken, ruim 3 miljard euro kosten; drie keer zo veel als was begroot. En er waren ook technische problemen, zoals verzakkingen en lekkages. Twee mensen zouden tijdens het bouwproces het leven laten. Het bleek allemaal veel moeilijker dan gedacht.
In september 2008 werd de aanleg helemaal stilgelegd nadat een aantal oude wevershuisjes op de Vijzelgracht was verzakt. De bewoners moesten hun huizen uit; de panden werden onbewoonbaar verklaard. Voor de verantwoordelijke wethouder was dit aanleiding om op te stappen. Een onderzoekscommissie stelde echter vast dat stoppen geen optie meer was.
In de vijftien jaar dat er aan de Noord/Zuidlijn gewerkt werd, had de aanleg ook grote impact op het leven bovengronds. Amsterdam leek wel een grote bouwput. Omliggende winkels waren door de opbrekingen slecht bereikbaar en winkeliers verloren een groot deel van hun omzet. Compensatie kwam langzaam op gang, bedrijven gingen failliet en de druk op ondernemers was immens.
Uiteindelijk kwam er echter schot in de zaak. In januari 2018 waren de stations klaar en werd er begonnen met testritten. Op zaterdag 21 juli werd de Noord/Zuidlijn feestelijk in gebruik genomen en kon het publiek de hele dag gratis heen en weer rijden. Vanaf zondag 22 juli rijdt de metro volgens dienstregeling. Zoals cabaretier Martijn Koning het uitdrukte: “De bodemloze put werd een bouwput, werd een tunnel, werd een verbinding.”
Niet iedereen is tevreden
Hoewel het openingsweekend vooral een feestelijk karakter moest hebben, is er ook kritiek. Vanwege de komst van de Noord/Zuidlijn krijgt het openbaar vervoer in heel Amsterdam vanaf 22 juli een nieuwe dienstregeling. Een aantal vertrouwde tram- en buslijnen wordt opgeheven. Voor mensen die verder van de metrostations af wonen, is de reistijd vaak langer geworden, en ze moeten soms ook vaker overstappen. De roep om nóg een metrolijn, en wel een die van oost naar west door de stad gaat, is groot.
Het wordt als een gemiste kans gezien dat de lijn vanaf station Zuid niet meteen is doorgetrokken naar luchthaven Schiphol. Ook vanuit de regio is er kritiek: de inwoners van onder meer Purmerend en Hoorn willen dat er, nu dit geldverslindende project voorbij is, meer aandacht komt voor de verbinding van Amsterdam met belangrijke steden elders in de provincie.
De Amsterdamse wethouder van Verkeer, Sharon Dijksma, heeft gewaarschuwd dat lijn 52 de komende maanden nog meerdere keren per week last zal hebben van storingen. Ook de veranderde dienstregeling van het openbaar vervoer bovengronds kan in het begin tot chaos leiden. Omwonenden van de nieuwe metrostations maken zich zorgen over de vele fietsen die door reizigers die haastig de metro willen nemen, overal in de straat neergezet worden. Dat zijn allemaal kwesties die in de komende maanden in de praktijk opgelost moeten worden.
“Een nieuwe sprankeling”
In haar toespraak bij de feestelijke opening, die beneden, in het metrostation onder Amsterdam CS, werd gehouden, stelde burgemeester Femke Halsema dat de Amsterdammers trots mogen zijn op dit wonderwerk. Ze erkende dat er veel was misgegaan en stond specifiek stil bij het opheffen van bestaande bus- en tramlijnen. “Dat doet soms pijn”, zei ze, “vooral bij mensen die het toch al zwaarder hebben dan anderen”. Ze sprak echter de hoop en het vertrouwen uit dat de komst van de Noord/Zuidlijn de stad nieuwe energie, economische groei en werkgelegenheid en “een nieuwe sprankeling” zou geven. Dankzij de Noord/Zuidlijn is er een nieuwe stedenbouwkundige eenheid gecreëerd en maakt Amsterdam, volgens Halsema, “een grote stap de toekomst in”.
- Foto’s: Roelie Wilms
Foto’s genomen tijdens een open dag (20 januari 2018), toen het publiek voor het eerst de nieuwe metrostations kon bezichtigen.
Buro: IG