Met een indrukwekkende voorstelling die het best omschreven kan worden als “totaalspektakel” opende “The Head and Load” van William Kentridge eind mei het jaarlijks terugkerende Holland Festival in Amsterdam. Op vrijdagmiddag 31 mei vond er ook een gesprek plaats in het Zuid-Afrikahuis dat vooral ging over Johannesburg en het artcenter van Kentridge in Maboneng aldaar, het Centre for the Less Good Idea.
“The Head and Load” verwijst naar een Ghanees spreekwoord dat zegt: “the head and the load are the troubles of the neck.” De muziek is van Philip Miller en Thuthuka Sibisi, Gregory Maqoma tekende voor de choreografie. Uitgangspunt voor de voorstelling is een onbekende episode, of beter gezegd, menselijke tragedie uit de Eerste Wereldoorlog (1914 -1918).
Het gaat namelijk om de Afrikanen die zowel in Afrika als in Europa mee moesten helpen in de strijd tegen de vijand. De Eerste Wereldoorlog werd ook in Afrika in volle hevigheid uitgevochten, voornamelijk tussen Duitsland, Engeland en Frankrijk. Maar ook Zuid-Afrika leverde troepen en Generaal Smuts vertoefde langere tijd in Europa aan geallieerde zijde.
Honderdduizenden zwarte Afrikanen uit de Britse, Franse en Duitse koloniën werden ingezet om als dragers te fungeren in de strijd op Afrikaanse bodem, zeer velen lieten het leven ten gevolge van totale uitputting.
Ook werden duizenden Afrikanen naar Europa verscheept om in Europa mee te vechten. Het is een vrijwel onbekend aspect van de Eerste Wereldoorlog, simpelweg omdat er nauwelijks gegevens zijn. Professor Margriet van der Waal, bijzonder hoogleraar Zuid-Afrikaanse letterkunde, cultuur en geschiedenis hield voor één van de voorstellingen een inleiding en refereerde aan een schaarse foto waarop twee zwarte Afrikanen te zien zijn in het midden van de winter (de foto is in Europa, vermoedelijk Frankrijk genomen).
De Afrikanen smeren hun voeten in met vaseline om ze te beschermen tegen de kou. Het moet een shock voor veel Afrikanen zijn geweest om in een totaal andere omgeving en een totaal ander klimaat terecht te zijn gekomen. Maar dat was nog het minste. Om dan als derderangsfiguur behandeld te worden en in de hel van de oorlog te belanden? Wie vertelt hun verhaal?
“The Head and Load” vertelt hun verhaal. Nee, het is geen historische of chronologische vertelling. Wel zijn veel figuren en symbolen herkenbaar: een Duitse generaal, een omroeper en veel, heel veel dragers die in lange slierten over het toneel lopen en symbolen met zich meedragen die via een ingenieuze lichttechniek hun schaduw op de muur werpen.
Zoals bijvoorbeeld (ook) het bekende beeld van de dwarsdoorsnede van een slavenschip, de tekening die eeuwen geleden moest aangeven hoeveel slaven je in een schip kon proppen. Ondertussen zie je ook weer lijsten op de muur geprojecteerd met namen van Afrikanen en daarachter de doodsoorzaak, zoals “died of exhaustion.”
Alles wordt ondersteund door indrukwekkende zang en muziek en als de voorstelling is afgelopen kun je maar twee dingen doen: naar adem happen of opspringen en applaudisseren. Dat laatste deed het publiek, massaal.
Op vrijdagmiddag 31 mei vond er in een propvol Zuid-Afrikahuis ook een ontspannen discussie plaats waarbij Kentridge en Maqoma aanwezig waren. Hier ging het gesprek vooral over Johannesburg en het Centre for the Less Good Idea in Maboneng. Kentridge legde uit. Ook hier wordt weer verwezen naar een Afrikaanse zegswijze.
Als je ziek bent en je kunt de beste arts niet krijgen, kun je altijd nog proberen om bij de op-één-na-beste arts terecht te kunnen. Kentridge: “De 20e eeuw was de eeuw van hele grote ideeën.” Maar juist die hele grote ideeën hebben tot een hoop ellende geleid. Als we in de 21e eeuw nou eens proberen iets minder grote ideeën tot werkelijkheid te laten komen..?!
Centre for the Less Good Idea zit in een oude bioscoop in Maboneng waar allerlei artiesten in volle vrijheid aan hun ideeën kunnen werken. Architectuurhistoricus Nicholas Clarke trapte de middag in het Zuid-Afrikahuis af met een verhaal over de architectuur van Johannesburg.
Het is onmiskenbaar dat er sprake is van verval in de stad, met geweld en een slechte infrastructuur, maar Kentridge wilde juist in de bioscoop een centrum creëren om het gebouw aan de vergetelheid te onttrekken. Hij wilde niet voor de luxe afzondering kiezen maar juist voor het leven van de stad, met al zijn onvolkomenheden. “De verleiding is groot,” aldus Kentridge, “om weer te beginnen over het verval en de problemen in Zuid-Afrika. Maar een grote stad als Johannesburg vertelt een universeel verhaal: het verhaal van de wereldstad die je de rug kunt toekeren of juist kunt omarmen.”
Er zijn onderhand al een kleine tweehonderd producties geboren in het gebouw. Een paar witte, maar vooral veel zwarte kunstenaars weten hun weg naar de oude bioscoop te vinden. Zoals Gregory Maqoma, die opgroeide in Soweto, maar nu voor de choreografie van “The Head and Load” tekende.
De samenwerking tussen Kentridge en Maqoma mag dan eerst wellicht uit een “less good idea” geboren zijn, het leverde een magistrale voorstelling op.
- Foto’s: Zuid-Afrikahuis