Na 35 jaar keert de Grand Prix in mei 2020 terug naar het circuit van Zandvoort. De opwinding in de Noord-Hollandse badplaats is groot. Maar er zal nog veel moeten gebeuren vóór het circuit en het dorp klaar zijn om over een jaar de honderdduizenden Formule 1-fans te ontvangen.
Ronkende motoren en smeulende banden. Het gerucht zong al een tijdje rond. Op dinsdag 14 mei werd officieel bekendgemaakt dat het Formule 1-circus de komende drie jaar naar het circuit van Zandvoort komt voor wat de “Heineken Dutch Grand Prix” gaat heten.
Volgens de Amerikaan Chase Carey van commerciële rechtenhouder Liberty Media waren er drie redenen om voor Zandvoort te kiezen. “We hebben een fantastische geschiedenis in Zandvoort”, verklaarde hij bij de bekendmaking. “Enkele van onze beste races hebben zich op dit circuit afgespeeld. Onze grootste helden hebben hier gereden. Deze baan is een belangrijk onderdeel van Formule 1.” Daarnaast prees Carey het enthousiasme van de Nederlanders, dat de laatste jaren is aangewakkerd door het succes van Max Verstappen. Tenslotte wilde de organisatie graag een “nieuwe” baan in Europa aan de Formule 1-agenda toevoegen, en voor de generatie die er 35 jaar geleden niet bij was, zou je Zandvoort ook “nieuw” kunnen noemen.
Iconische baan
Het circuit van Zandvoort heeft een lange geschiedenis. De fundamenten voor het parcours werden tijdens de Tweede Wereldoorlog gelegd door de Duitse bezetters. Na de oorlog, op 7 augustus 1948, vond de eerste race plaats. Die werd gewonnen door prins Bira van Siam. Van 1952 tot 1985 maakte de Grand Prix van Nederland deel uit van het wereldkampioenschap Formule 1. Na 1985 verloor Nederland dit koningsnummer doordat de organisatie de financiering niet langer rond kreeg.
Tijdens de dertig F1-races die op Zandvoort werden gehouden, zouden alle belangrijke coureurs uit die jaren er hun rondjes draaien. De Brit Jim Clark was de enige die de Nederlandse grand prix vier keer op zijn naam zou weten te schrijven. De Oostenrijker Niki Lauda won de laatste editie in 1985. Dat jaar deelde Lauda het erepodium met twee andere Formule 1-legendes: Alain Prost en Ayrton Senna.
Ongelukken deden zich ook voor. In het verleden beschouwden veel coureurs Zandvoort als een van de spannendste, maar ook een van de gevaarlijkste banen op de Formule 1-kalender. In 1970 verongelukte de Britse coureur Piers Courage op het circuit van Zandvoort, en in 1973 de eveneens Britse Roger Williamson.
Het baanrecord staat op naam van Max Verstappen. Hij reed tijdens de fandagen in 2017 in een Red Bull uit 2008 de snelste ronde ooit: 1.19,511. Zoals Chase Carey al aangaf, heeft de terugkeer van de Formule 1 naar Zandvoort veel te maken met het succes van Verstappen. Verstappen was in 2015 met zijn 17 jaar de jongste deelnemer ooit aan een Grand Prix, en in 2016 werd hij eveneens de jongste winnaar van een Grand Prix.
Verkeersinfarct
Er moet nog veel gebeuren voor het circuit van Zandvoort over een jaar de F1-coureurs en hun fans kan ontvangen. Zowel het parcours als de tribune en andere faciliteiten rond de baan moeten flink gemoderniseerd worden. Volgens Jan Lammers, oud-Formule 1-coureur, geboren in Zandvoort en nu sportief directeur van de Dutch Grand Prix, zouden de aanpassingen aan de baan als het nodig was echter binnen twee weken gepiept moeten kunnen zijn. Lammers is niet bang dat het circuit een saaie wedstrijd oplevert; Zandvoort is volgens hem een circuit voor “coureurs met ballen”.
Het grootste punt van zorg is de bereikbaarheid. Zandvoort verwacht tijdens het Grand Prix-weekend minstens 200.000 bezoekers. Er zijn op dit moment twee provinciale wegen die naar het kustdorp leiden. Die voeren langs pittoreske dorpjes als Overveen en Aerdenhout, met rotondes met slechts een rijstrook. Die aanvoerwegen staan nú op een zonnige vakantiedag al helemaal vol, dus files lijken tijdens het Grand Prix-weekend onvermijdelijk. Met zoveel auto’s op de weg is het de vraag of de nooddiensten – denk aan ambulances en brandweerwagens – het dorp nog wel kunnen bereiken.
De verstopte wegen kunnen ook voor het busverkeer van en naar Zandvoort een probleem worden. De Nederlandse Spoorwegen hebben al een speciale dienstregeling uitgewerkt voor het F1-weekend. In plaats van 5000 reizigers, zou de NS dan 50.000 reizigers per dag naar Zandvoort moeten kunnen vervoeren. De NS zou graag meer en langere treinen willen inzetten dan nu. Helaas is de huidige bovenleiding niet geschikt voor zo’n zware belasting. Er moet dan ook bekeken worden óf en op welke termijn de infrastructuur verbeterd kan worden.
Burgemeester Niek Meijer van Zandvoort hoopt dat veel fans met de auto of de trein naar een van de omliggende gemeenten komen en daar de fiets pakken. “Ik hoop, en wij verwachten ook, dat Nederland als fietsland bij uitstek, zo'n 10 tot 15 duizend toeschouwers op de fiets kan krijgen”, zegt hij. “Amsterdam? Dat is op fietsafstand. Kom op, waar hebben we het over?”
Ongerustheid dat de coureurs niet op tijd aan de start zouden verschijnen, is onnodig. De VIP’s worden per helikopter ingevlogen.
Impuls of overlast?
Niet iedereen is blij met de terugkeer van de Grand Prix naar Zandvoort. Er wordt op het circuit dagelijks geracet. De omwonenden zijn gewend aan het lawaai en zij reageren over het algemeen laconiek. De Zandvoortenaren zijn trots op hun circuit. Zelfs het gemeenteraadslid van GroenLinks heeft vóór de komst van de Grand Prix gestemd.
Vanuit de omliggende gemeenten wordt er echter veel geklaagd over de geluidsoverlast. Dat zoveel decibellen toegestaan zijn op een terrein dat grenst aan de Kennemerduinen, een belangrijk natuurgebied, is inderdaad vreemd.
Voor het gemeentebestuur lijken echter economische belangen te overheersen. De verwachting is dat het Grand Prix-circus voor een flinke opleving in het dorp gaat zorgen. Prins Bernhard, een van de eigenaren van het circuit, zou een vijfsterrenhotel met een evenementencomplex bij het circuit willen neerzetten. En op de boekingssites gaan de prijzen voor een appartementje in mei 2020 inmiddels sky high.
Er heersen nog veel vragen. Mogelijk zullen er ná de Grand Prix van 2020 fikse bijstellingen gemaakt moeten worden. Maar voor Zandvoort, én Nederland, is het allemaal ook wel heel spannend.
Buro: IG