Habitus
Radna Fabias
De Arbeiderspers, Amsterdam, 2018
ISBN: 9789029523806
Prijs: € 19,99
Met het winnen van de C. Buddingh’-prijs voor haar bundel Habitus is Radna Fabias een veelbelovende nieuwe naam in de Nederlandstalige poëzie. De jury omschreef haar als “een subversieve stem die afkomst, bestemming, lichaam en perspectief te lijf gaat en daarbij zichzelf en de ander niet spaart.”
Fabias werd geboren op de Nederlandse Antillen en groeide daar ook op, maar studeerde later in Utrecht. Beide gebieden spelen dan ook een rol in haar poëzie. Zo zijn in de gedichten “Reisgids I” t/m “Reisgids V” specifieke plekken op Curaçao te herkennen, waarbij ze vooral de invloed van het toerisme op het eiland analyseert:
“u kunt er duiken mits u niet bang bent voor diepte
met dolfijnen zwemmen mits u het dierenleed verdringt met een scène uit een film
waarin vrijheid op de rug van een zeezoogdier ligt” (18)
Het ondermijnen van mooie plaatjes is een doorlopend motief in de hele bundel. Van toerisme tot huwelijken tot familie tot seksualiteit – alle thema’s die zich normaal lenen voor een lofzang, zijn bij Fabias reden tot deconstructie. Graag neemt zij hiervoor haar tijd in langere, bijna verhalende gedichten die ze doorweeft met stukjes prozapoëzie. Hierin kiest ze soms voor een sterk op enjambement leunende bladspiegel, maar voor ieder die dat zwaar valt, zou ik aanraden een voordracht van haar te beluisteren. De cadans die Fabias in haar eigen voordragen legt, geeft een nieuwe dimensie aan haar teksten en maakt ze bij vlagen wat beter leesbaar.
Fabias kiest voor een heftige thematiek die zeker een uitdaging kan zijn voor de lezer. Onderwerpen als seksueel geweld en discriminatie gaat ze niet uit de weg; ze stelt ze juist stevig aan de kaak, soms in zeer direct taalgebruik, soms in gloeiende metaforen. Ze positioneert zichzelf nadrukkelijk binnen het postkoloniale en feministische discours, maar speelt ook duidelijk met de mogelijkheden en beperkingen die dit biedt:
“hoeveel postmoderne gendertheorie ik aan mijn heupen hang het is aan mij te zien: ik ben
een vrouw ik zou kunnen bestaan naast een man maar een man is geen lichaam
een man is geen brommende bastonen geen lage stem dikke armen stroeve vingers dikke
huid geen baard een man is geen baard een man is ook geen vagevuur een man is geen lot” (76)
Fabias’ thematiek en de onconventionele bladspiegel in deze bundel zullen zeker wennen zijn voor de meer traditionele poëzielezer, maar uit de positieve ontvangst van Habitus blijkt wel dat Fabias haar plek in de Nederlandstalige poëzie met succes aan het opeisen is.
Lees ook
Buro: IG