De Cape Flats, veel mensen kennen die plek bij Kaapstad van “horen zeggen” en eerlijk is eerlijk: die mensen – vaak blanken – komen er nooit en willen er eigenlijk ook niet komen.
Want het gebied staat bekend als een plek vol criminaliteit, drugsbendes en armoede. Maar Melinda Stuurman, fotograaf voor de Son groeide er op en woont er nog steeds. “Ja, er is veel geweld van bendes,” zegt ze met rustige, afgewogen stem in het appartement voor journalisten aan de Keizersgracht in Amsterdam, “maar er wonen ook gewoon heel veel mensen die werken, die naar school gaan of naar de kerk. Ja, ze zijn vaak arm, maar ze proberen net als iedereen wat van hun leven te maken. Al betekent ‘leven’ in dit geval meestal overleven.”
Melinda heeft inmiddels al weer plaats gemaakt voor een opvolger, maar de frêle vrouw met de grote camera heeft in Amsterdam indruk gemaakt. In de samenwerking tussen Media24 en het Zuid-Afrikahuis wordt altijd gekeken of de journalisten ook niet een bijdrage kunnen leveren aan het Zuid-Afrikahuis.
Niets is verplicht, maar veel journalisten schreven bijdrages over het reilen en zeilen in het Zuid-Afrikahuis, namen deel aan een discussie of waren gespreksleider, zoals Murray la Vita. Het verblijf van Melinda Stuurman leidde tot een tentoonstelling van foto’s over het dagelijkse leven in de Cape Flats. Foto’s van spelende kinderen die verf naar elkaar gooien, vrouwen in een kapsalon, een demonstratie tegen geweld en ja – ook dat – een lijk op straat.
Melinda Stuurman (Foto’s: Guido van den Berg)
Hoe ben je er toe gekomen fotograaf te worden?
Ik ben opgegroeid in Kalksteenfontein. Op de middelbare school in Bonteheuwel hield ik van schrijven en ik wilde journalistiek gaan doen, maar helaas ontbrak het geld om een gedegen opleiding te volgen.
Net als mijn moeder werkte ik jarenlang in een textielfabriek. Ik spaarde geld en samen met een beurs kon ik op een gegeven moment eindelijk een opleiding volgen. Inmiddels was mijn liefde voor de fotografie sterker dan die voor het schrijven, en dus werd het fotojournalistiek.
Ik deed een stage van twee weken bij Garth Stead van Die Burger en hij zei: “Als je klaar bent met je opleiding, kom dan maar terug.” Helaas overleed hij korte tijd later en ik ging werken voor de Independent Newspaper. Toen ik een vacature bij de Son zag, werd ik aangenomen en daar werk ik dus nu.
Wat fotografeer je het meest ?
Ik fotografeer eigenlijk alles, veel sport, maar ook van de protestbewegingen (“Fees must fall”) heb ik veel foto’s gemaakt. En geweld, ook dat, alles wat je bij een krant mag verwachten. Maar ook gewone dingen, zoals spelende kinderen op straat of kwebbelende vrouwen in een kapsalon.
Je woont in de Cape Flats. Hoe kijk je tegen de mensen aan die daar negatieve opvattingen over hebben?
Het is waar dat de Cape Flats een negatieve connotatie hebben, maar het is ons leven, het is het leven dat wij kennen en het is niet zo dat er altijd geweld is. Het is er soms gewoon erg stil. En er is veel burenhulp.
Een jaar of twee, drie geleden was ik alleen thuis met mijn nichtje die toen vijf jaar oud was. Plotseling sprong er iemand over het hek van de tuin en ging ons huis binnen. Het was een man die op de vlucht was voor bendegeweld. Ik was bang en ik bonkte op de muur van de buren. Na twee keer bonken kwamen ze direct helpen.
Er is veel solidariteit. Maar de mensen kunnen ook hard zijn, omdat ze geen ander leven kennen en ze doen schamper over klagende blanken. Ze weten niet beter, ze moeten overleven. Ze weten vaak ook de weg niet wanneer ze een probleem hebben. Neem bijvoorbeeld het probleem van een gesprongen waterleiding of wanneer er geen electriciteit is. Je belt een instantie maar er gebeurt niks.
Wat dan soms helpt is de publiciteit zoeken: een stuk in de krant of op de televisie wil politici nog wel eens in beweging brengen. Maar het is een voortdurend gevecht.
Hoe heb je je verblijf in het appartement van het Zuid-Afrikahuis ervaren?
Ik vond het in het begin erg moeilijk. Ik was nooit alleen geweest en dan zit je opeens alleen in een ver land in een groot woonstel, met alle moderne apparatuur die je maar kunt bedenken, maar eenzaam is het wel.
Langzaam maar zeker begon het te wennen en ik ben onlangs een paar dagen naar Spanje geweest, fantastisch. En de fototentoonstelling in het Zuid-Afrikahuis was mijn eerste tentoonstelling, dus daar ben ik trots op. Maar ik verlang ook weer terug naar Zuid-Afrika, naar mijn zus en mijn nichtje, met wie ik samenwoon.
Je bent Afrikaanstalig. Kon je in Nederland Afrikaans spreken?
Niemand in Nederland verstond mijn Afrikaans. Misschien komt het omdat ik meer Afrikaaps spreek, de variant aan de Kaap die veel mengwoorden bevat, waarvan veel ontleend aan het Engels.
Ik ben zelf naar Afrikaanstalige scholen geweest en mijn nichtje gaat nu naar een school waar Engels de eerste en het Afrikaans de tweede taal is. Hoe zich dat ontwikkelt weet ik niet, maar op straat, in de Cape Flats, is het duidelijk dat het noch Engels, noch puur Afrikaans is wat je hoort.
Hoe heb je verder je verblijf in Nederland ervaren?
Nederland is erg goed georganiseerd, vooral het openbaar vervoer is fantastisch. Alles staat goed aangegeven, je hoeft alleen maar de bordjes te volgen. Alleen weet ik eigenlijk nog steeds niet goed het verschil tussen tram en trein. Je spreekt het bijna hetzelfde uit, maar het is toch heel verschillend.
Dank je wel en goede reis naar Zuid-Afrika!
Lees ook
Buro: GvdB