Met een geëmotioneerde verklaring is Halbe Zijlstra dinsdag afgetreden als Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken. Zijn positie was onhoudbaar geworden nadat uit een interview met de Volkskrant was gebleken dat hij jarenlang had gelogen over een bezoek aan de datsja van de Russische president Vladimir Poetin in 2006.
In werkelijkheid was het niet Halbe Zijlstra, maar Shell-topman Jeroen van der Veer die destijds in Poetins buitenverblijf aanwezig was geweest. Zijlstra zelf had in die tijd een bedrijfje dat door Shell werd ingehuurd. Zijlstra had het relaas van wat Poetin die avond gezegd zou hebben naar zichzelf toegetrokken (“geleend”, noemde hij het later in de Volkskrant) omdat hij Van der Veer als bron wilde beschermen.
Zijlstra heeft het verhaal sinds 2014 herhaalde keren verteld. Onder meer tijdens een congres van zijn partij, de VVD, in mei 2016. “Ik was begin 2006 aanwezig in de datsja van Vladimir Poetin”, zei hij toen. “Ik was medewerker. Ik was weggestopt achter in het zaaltje waarin het plaatsvond. Maar ik kon heel goed horen wat het antwoord van Vladimir Poetin was op de vraag wat hij verstond onder Groot-Rusland. Want Groot-Rusland is waar hij naar terug wil. En zijn antwoord was: dat is Rusland, Wit-Rusland, Oekraïne en de Baltische Staten. En o ja, Kazachstan was nice to have.”
Halbe Zijlstra / Foto: Ministerie van Buitenlandse Zaken
Minister-president Mark Rutte en de leiders van de andere coalitiepartijen reageerden aanvankelijk terughoudend op de onthulling in de Volkskrant. Natuurlijk had Zijlstra niet mogen jokken, vonden ze. Dat was “onverstandig” geweest. Maar het belangrijkste – daar waren ze het over eens – was dat de inhoud van Zijlstra’s verhaal, Poetins visie op de toekomst van Rusland, nog steeds overeind stond.
Maar juist dat bleek een dag later niet waar. In een mailwisseling met de Volkskrant bevestigde Shell-topman Van der Veer dat, zoals al langer vermoed werd, híj inderdaad Zijlstra’s bron was geweest. Maar, voegde hij eraan toe, Zijlstra had Poetins woorden verkeerd geïnterpreteerd. Poetin had het helemaal niet gehad over de toekomst van Rusland; zijn opmerking was “historisch bedoeld”, aldus Van der Veer.
En zo had Zijlstra premier Rutte en de leiders van de coalitiepartners, die hem eerst nog in bescherming hadden willen nemen, zelf in verlegenheid gebracht. De vraag is echter of het op dat moment nog uitmaakte. Want in de loop van de maandag was duidelijk geworden dat de kwestie niet zomaar zou verdwijnen en dat Zijlstra de verontwaardiging had onderschat, niet alleen bij de oppositie, maar ook bij de kiezers, en niet alleen in Nederland, maar ook daarbuiten. Al snel circuleerden op sociale media iconische historische foto’s met de beeltenis van Halbe Zijlstra erin geplakt. De eerste maanlanding? De moord op Kennedy? #HalbeWasErbij, suggereerden de foto’s. Ook de internationale media namen het nieuws over de minister die op een leugentje betrapt was, gniffelend over.
Dit laatste was desastreus voor Zijlstra’s positie. Want de minister die een land op diplomatiek niveau, in het contact met internationale regeringsleiders, vertegenwoordigt, moet van onbesproken gedrag en volstrekt geloofwaardig zijn. Te meer in deze tijd, waarin het Rusland van Poetin actief meewerkt aan het verspreiden van nepnieuws om de politiek in andere landen te beïnvloeden. Zijlstra zou juist vandaag een ontmoeting hebben met zijn Russische ambtsgenoot Sergeï Lavrov, waarbij naast het neerstorten van het vliegtuig de MH17 (2014) ongetwijfeld ook het onderwerp “fake news” aan de orde zou zijn gekomen.
Zijlstra was nog geen vier maanden minister van Buitenlandse Zaken. In het eerste kabinet-Rutte was hij staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. In die tijd maakte hij veel vijanden door zijn rigoureuze bezuinigingen in de culturele sector. De afgelopen jaren had hij als leider van de VVD-fractie in het parlement de opdracht een stevig rechts geluid te laten horen, als alternatief voor de PVV van Geert Wilders. En hij stond samen met premier Rutte, met wie hij het op persoonlijk vlak bijzonder goed kon vinden, als “architect” aan de basis van het nieuwe kabinet-Rutte III. Toen bekend werd dat hij de post Buitenlandse Zaken zou krijgen, werd hier verbaasd op gereageerd. Had Zijlstra wel genoeg buitenlandervaring? Juist zijn vermeende ontmoeting met president Poetin in 2006 zou in dit verband een argument vóór zijn aanstelling zijn geweest. Overigens zijn vriend en vijand het erover eens dat Zijlstra het goed deed in zijn eerste maanden op het departement.
Maar dinsdag hield Zijlstra dus de eer aan zichzelf. “Om het ambt van minister van Buitenlandse Zaken niet te belasten zie ik geen andere optie dan vandaag mijn ontslag aan te bieden aan de koning. Ik doe dat met spijt in mijn hart”, zei hij nog voor het spoeddebat in de Tweede Kamer over zijn geloofwaardigheid kon beginnen. Zijlstra zei dat de geloofwaardigheid van de minister van Buitenlandse Zaken “boven alle twijfel” verheven moet zijn.
De leiding over het ministerie wordt voorlopig overgenomen door minister Sigrid Kaag, zelf sinds oktober 2017 minister van Ontwikkelingssamenwerking. Hoewel er inmiddels verschillende namen voor een mogelijke opvolger de ronde doen, heeft premier Rutte aangekondigd hierbij niet over één nacht ijs te willen gaan.
Dat is terecht, want Rutte heeft de afgelopen jaren een slechte reputatie opgebouwd als het gaat om het kiezen van staatssecretarissen en ministers uit zijn eigen partij, de VVD. Sinds hij in oktober 2010 voor het eerst premier werd, hebben maar liefst acht VVD-bewindslieden voortijdig het veld moeten ruimen. Daarbij ging het in sommige gevallen ook om het achterhouden van informatie of het verstrekken van verkeerde informatie, wat in Den Haag als een “politieke doodzonde” wordt beschouwd.
Nadat Zijlstra dinsdag zijn aftreden had bekendgemaakt, werd er in de Tweede Kamer toch nog een debat over de kwestie gevoerd. Premier Rutte werd ter verantwoording geroepen. Zijlstra had hem namelijk eind januari al verteld dat de onthulling in de Volkskrant onvermijdelijk was geworden. Had Rutte deze informatie twee weken lang voor het parlement geheim mogen houden? Rutte moest diep door het stof. Hij gaf toe dat hij de impact van het nieuws zwaar had onderschat. “Mijn politieke loopbaan is een aaneenschakeling van inschattingsfouten”, zei hij zelfs. Een motie van wantrouwen tegen de premier, ingediend door PVV-leider Wilders, haalde het echter niet.
Buro: IG