“Music first!” was de boodschap van de Nederlandse singer-songwriter Duncan Laurence na zijn overwinning tijdens het Eurovisie Songfestival, zaterdag 18 mei in Tel Aviv, Israël.
Met de ijzersterke popsong “Arcade” en een ingetogen optreden wist Laurence de deelnemers uit de vijfentwintig andere landen achter zich te laten.
Daarmee bewees hij dat kwaliteit het kan winnen van bombastische acts met buitenissige kostuums en ingenieuze projecties.
Al maanden van tevoren was “Arcade” de grote favoriet bij de bookmakers. Dat is opmerkelijk, omdat Duncan Laurence in Nederland nauwelijks bekend was voordat aangekondigd werd dat hij het land in Tel Aviv zou vertegenwoordigen.
Duncan de Moor, zoals de zanger in het echt heet, studeerde aan de Rockacademie in Tilburg en bereikte in 2015 de halve finale van het televisieprogramma The Voice of Holland. Daar trok hij de aandacht van coach Ilse de Lange, die zelf tijdens het Songfestival van 2014 met The Common Linnets als tweede was geëindigd. Het was De Lange die Laurence aanmoedigde aan het Songfestival deel te nemen.
Spannende ontknoping
Het optreden van Laurence viel op doordat er op het podium, in vergelijking met de meeste andere acts, weinig gebeurde. Laurence moest het hebben van de kracht van het door hemzelf geschreven liedje en van zijn uitvoering. Tijdens de repetitieperiode in Israël maakte Laurence een rustige en stabiele indruk. En gelukkig wist hij ook toen het erop aankwam zijn zenuwen in bedwang te houden.
De ontknoping was spannend. Bij de vakjury’s had de Zweedse inzending, “Too Late for Love” van John Lundvik, de meeste punten gekregen. Van het publiek thuis, dat via televoting kon reageren, kreeg Noorwegen de hoogste score. Doordat Zweden van de televoters relatief weinig punten kreeg, belandde Laurence toch op de eerste plaats. De Italiaanse Mahmood werd tweede. Lundvik strandde uiteindelijk op de zesde plaats, na Rusland, Zwitserland en Noorwegen.
Reacties uit binnen- en buitenland
In Nederland is intens meegeleefd. De uitzending van het Songfestival werd in Nederland gemiddeld door 4,4 miljoen mensen bekeken; rond 10 uur ‘s avonds, toen Laurence aan de beurt was, hadden er maar liefst 5,3 kijkers ingeschakeld. Om 1 uur ’s nachts, toen de uitslag bekendgemaakt werd, zaten er in Nederland opnieuw maar liefst 4,6 miljoen kijkers aan de buis gekluisterd.
Meteen nadat hij het winnende liedje nog een keer had gezongen, werd Laurence telefonisch gefeliciteerd door premier Mark Rutte. Koning Willem-Alexander en koningin Máxima twitterden (verwijzend naar een regel uit de tekst van het liedje): “Duncans song is a winning game! Wij zijn trots op Duncan Laurence die Europa met muzikale klasse heeft veroverd, Nederland voor het eerst in 44 jaar weer winst heeft bezorgd en het Songfestival volgend jaar naar Nederland haalt!”
De internationale media zagen Duncan Laurence als terechte winnaar. Zelfs de Zweedse media waren volgens de NOS (19 mei 2019) lovend over zijn optreden. “John Lundvik was goed, maar we moeten eerlijk zijn: hij was niet de beste”, citeert de NOS de Zweedse krant Expressen.
Volgend jaar in Nederland
Nederland kan het succes wel gebruiken, want de laatste keer dat “we” het songfestival wonnen, was in 1975 met “Ding-a-dong” van de band Teach-In. Duncan Laurence is de vijfde Nederlandse winnaar sinds het begin van het Songfestival in 1956.
Er moet nog veel werk verzet worden voordat het Songfestival volgend jaar in Nederland gehouden kan worden. Een belangrijke vraag is wáár het evenement zal plaatsvinden. Eén kandidaat die het festival graag zou willen binnenhalen, is congrescentrum MECC in Maastricht, de stad waarin in 1993 het Verdrag van Maastricht werd gesloten. Met dit verdrag kwam de Europese Unie in zijn huidige vorm tot stand en werd de basis gelegd voor de invoering van de euro als gemeenschappelijke munt. Maastricht wordt daarom ook wel “de meest Europese stad van Nederland” genoemd. Ook Amsterdam, Den Haag, Rotterdam, Zwolle, Arnhem en Utrecht hebben belangstelling getoond.
Wat de doorslag zal geven, is niet alleen de aanwezigheid van een grote zaal, maar ook de ruimte voor de nodige infrastructuur, zoals kleedkamers voor alle finalisten, ruimte voor zo’n 1400 journalisten en hotelaccommodatie voor alle begeleiders en fans. De organisatie zal naar schatting 25 tot 30 miljoen euro gaan kosten. Het Songfestival is echter, als het goed wordt aangepakt, een belangrijk vehikel om een land internationaal op de kaart te zetten. Daarnaast genereert een evenement met zoveel internationale bezoekers ook heel wat inkomsten.
De Palestijnse kwestie
Het Eurovisie Songfestival 2019 was niet onomstreden. Palestijnse cultuurorganisaties en journalisten hadden opgeroepen tot een boycot, omdat het festival Israël van een positieve kant zou laten zien en de aandacht zou afleiden van de Israëlische bezetting van Palestijnse gebieden. Daarbij werd een vergelijking getrokken met het oude apartheidsbeleid en de culturele boycot tegen Zuid-Afrika in de apartheidsjaren. De afgelopen weken is het gewapende conflict tussen Israël en de Palestijnen weer opgelaaid. Verschillende Europese artiesten, onder wie Roger Waters en Raymond van het Groenewoud, hebben zich achter de oproep tot een boycot van het Songfestival geschaard.
De IJslandse punkrockband Hatari zorgde tijdens het bekendmaken van de punten van de publieksjury voor commotie door in de “green room” met kleine Palestijnse banners te poseren. Het kwam de band op een luid fluitconcert te staan. Het Songfestival is in principe een non-politiek evenement en dit soort uitingen zijn tegen de regels.
Ook popdiva Madonna, die een deel van het pauzeprogramma verzorgde, maakte zich schuldig aan een politiek statement. Van tevoren had Madonna scherpe kritiek gekregen omdat ze de oproep tot een boycot in de wind sloeg en gekozen leek te hebben voor het lucratieve honorarium van 1 miljoen dollar. Tijdens de uitvoering van haar nieuwe single “Future” bleek dat twee dansers uit haar gezelschap een Israëlische én een Palestijnse vlag op hun kleding droegen. In combinatie met de tekst van het lied ging het duidelijk om een vredesboodschap. Toch zullen de organisatoren van het festival ook hierdoor onaangenaam verrast zijn geweest.
Het grootste probleem met Madonna’s optreden was echter niet politiek van aard. Het was, zoals zanger en commentator Jan Smit het tijdens de Nederlandse tv-uitzending samenvatte, “wanstaltig slecht” en “echt schandalig”. Madonna’s uitvoering van “Like A Prayer” klonk ronduit vals en ook de aankleding en de show eromheen stelden teleur. “Is dit de begrafenis van Madonna’s carrière?” citeert de Vlaamse krant Het Laatste Nieuws een verontruste twitteraar. “Nul punten voor Madonna.”
Buro: IG