Op woensdag 16 mei presenteerde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) de eerste Monitor Brede Welvaart. Hieruit blijkt dat het over het algemeen goed gaat met Nederland. Maar het rapport waarschuwt ook voor de impact die onze welvaart heeft op de wereld om ons heen en de generaties die na ons komen.
Op verzoek van de Nederlandse regering komt het CBS voortaan elk jaar met zo’n “brede-welvaartsmonitor”. “Breed” wil zeggen dat er niet alleen gekeken wordt naar de stijging of daling van het bruto binnenlands product (bbp). Nee, onze welvaart wordt vanuit drie verschillende invalshoeken bekeken: de kwaliteit van leven zoals we die thans in Nederland kennen (in het “hier en nu”), het effect van onze huidige manier van leven op volgende generaties (“later”), en de invloed van ons huidige welvaartsniveau op het buitenland, en dan met name de armste landen in de wereld (“elders”).
- Klik hier om de Monitor Brede Welvaart 2018 te downloaden.
- Wat meet de Monitor Brede Welvaart? Kijk hier een video van het CBS.
Om de brede welvaart in het hier en nu vast te kunnen stellen, is gekeken naar twaalf indicatoren: tevredenheid met het leven, persoonlijk welzijn, inkomen, vermogen, onderwijsniveau, werkloosheid, ervaren gezondheid, slachtofferschap, ervaren woonlasten, vrijwilligerswerk, vertrouwen in anderen, en tevredenheid met de reistijd van en naar het werk.
Uit het onderzoek blijkt dat de brede welvaart in Nederland vergeleken met andere EU-landen op veel onderdelen hoog en in het sociale domein zelfs zeer hoog is. Ontevreden zijn Nederlanders hooguit als het gaat om een tekort aan vrijetijd en de weinige natuur.
Er zijn onder de Nederlandse bevolking wel verschillen. Zo scoren hoogopgeleiden op de meeste terreinen beter dan laagopgeleiden. Dit geldt voor inkomen, vermogen, werkloosheid, gezondheid, ervaren woonlasten, vrijwilligerswerk, vertrouwen in andere mensen, tevredenheid met het leven en persoonlijk welzijn. Hoogopgeleiden zijn vaker dan laagopgeleiden slachtoffer van criminaliteit.
Daarnaast valt op dat mensen met een migratieachtergrond vaak lager scoren dan mensen met een Nederlandse achtergrond. En migranten uit westerse landen doen het beter dan migranten met een niet-westerse achtergrond. Gedeeltelijk hangen deze verschillen samen met het feit dat migranten met een niet-westerse achtergrond gemiddeld jonger en lager opgeleid zijn dan de rest van de bevolking. Niet-westerse migranten vallen ook vaker ten prooi aan criminaliteit.
Bij jongeren zijn het inkomen en het vermogen doorgaans nog relatief laag. Ook worden ze vaker slachtoffer van criminaliteit dan ouderen. Op het gebied van gezondheid scoren jongeren, niet verrassend, beter dan ouderen. De tevredenheid met de eigen gezondheid neemt af met het stijgen van de leeftijd. Ook is het onderwijsniveau onder jongeren hoger dan onder ouderen.
De verschillen in brede welvaart tussen mannen en vrouwen zijn gering. Voor tien van de twaalf indicatoren verschilt hun positie hoegenaamd niet van het gemiddelde. Mannen zijn alleen minder vaak werkloos en ervaren hun gezondheid positiever dan vrouwen.
Terwijl de Nederlanders het voor zichzelf dus aardig voor elkaar hebben, is hun invloed op het leven van mensen “elders” en “later” niet zo positief. Zo is de Nederlandse broeikasgasvoetafdruk (de CO2-uitstoot per capita), na een dalende trend sinds 2008, in 2017 voor het eerst weer gestegen. Ook de Nederlandse import van fossiele grondstoffen heeft een negatieve impact op de brede welvaart in andere landen. In dit verband staan de Nederlandse prestaties helemaal onderaan de Europese ladder.
Nederlanders zijn dus over het algemeen een tevreden volkje. Maar de uitkomst van deze brede-welvaartsmonitor is tegelijk een herinnering dat we beslist geen reden hebben om op onze lauweren te rusten. Als het gaat om duurzaamheid – een groenere economie – valt er nog een wereld te winnen.
Bron: www.cbs.nl |
Buro: IG