Schaatsen is in Nederland immens populair. Vandaag gaan in het Zuid-Koreaanse PyeongChang de Olympische Winterspelen 2018 officieel van start. Zaterdag komen de eerste Nederlandse schaatsers in actie, en is er meteen kans op goud.
Gisteren heeft Jeroen Bijl, de chef de mission (zeg maar: koshuisvader) van Team NL, de prognose bekendgemaakt. Dertien medailles zitten er minimaal in, en er wordt gehoopt op vijftien. Volgens sportdatabureau Gracenote zouden het er zelfs méér kunnen worden; daar wordt gerekend op negentien stuks eremetaal.
Nederland blinkt vooral uit bij het langebaanschaatsen. De grote favorieten zijn natuurlijk Ireen Wüst (1986) en Sven Kramer (1986). Voor beide zijn dit hun vierde Olympische Spelen. En hoewel ze al heel wat grote internationale toernooien hebben gewonnen, blijven de Olympische Spelen ook voor hen iets bijzonders, omdat dit evenement maar eens in de vier jaar plaatsvindt.
Ireen Wüst won in het verleden al 4 gouden medailles, 3 keer zilver en 1 keer brons. Daarmee is ze de meest succesvolle Nederlandse Olympische sporter ooit. Wüst heeft aangekondigd dat dit haar laatste Spelen worden. In 2015 is ze haar eigen team begonnen, Team4Gold, waarmee ze zich optimaal op deze Spelen wilde voorbereiden. Er staat voor Wüst dus veel op het spel. Ze komt in PyeongChang uit op de 3.000 meter, de 1.500 meter, de 1.000 meter en de ploegachtervolging.
Sven Kramer mag zich 19-voudig wereldkampioen noemen. Op de Olympische Spelen won hij tot nu toe 3 keer goud, 2 keer zilver en 2 keer brons. Hij hád natuurlijk al 4 gouden plakken moeten hebben. In Vancouver in 2010 was hij de grote kanshebber op de 10.000 meter. Hij klokte ook de snelste tijd, maar door een verkeerde wissel werd hij na de race gediskwalificeerd. Kramer is al jarenlang vrijwel ongeslagen, en ook nu is de onverstoorbare, altijd tactisch rijdende Fries in topvorm. Tijdens een trainingswedstrijd, afgelopen maandag in PyeongChang, reed hij zomaar even een wereldrecord op de 3 kilometer. Tijdens de Spelen komt Kramer uit op de 5.000 meter, de 10 kilometer, de ploegenachtervolging en de massastart.
Nóg een kanshebster is Jorien ter Mors (1989). Ter Mors won op de Spelen in Sotjsi in 2014 verrassend twee keer goud. Wat deze sporter zo bijzonder maakt, is dat ze zowel uitblinkt bij het shorttracken als op de lange baan – twee disciplines die een heel verschillende voorbereiding vergen. Ook Ter Mors is in uitstekende conditie. Tijdens een oefenwedstrijd op de 1.000 meter noteerde ze woensdag haar scherpste tijd ooit. In PyeongChang zal Ter Mors te zien zijn op de 1.500 meter en shorttrack-estafette en de 500 en 1.000 meter langebaan.
Sjinkie Knegt in actie / Foto: TeamNL
Het shorttracken heeft Nederland slechts enkele jaren geleden omarmd. Dat is grotendeels te danken aan het succes van viervoudig wereldkampioen Sjinkie Knegt (1989). In Sotsji won Knegt “slechts” brons, maar in Zuid-Korea – shorttrack-land bij uitstek – geldt hij als de grote favoriet. Knegt start in PyeongChang op de 500, 1.000, 1.500 meter en de estafette.
Zijn dit ze allemaal? Nee. De kracht van het schaatsen in Nederland is juist dat er zo véél schaatsers zijn, zowel bij de mannen als bij de vrouwen, die kunnen meedingen met de absolute wereldtop. Let bij de dames bijvoorbeeld ook op Antoinette de Jong, Marrit Leenstra en Annouk van der Weijden, en bij de heren op Jan Blokhuijsen, Kjeld Nuis, Jan Smeekens (vlagdrager bij de openingsceremonie), Kai Verbij, Koen Verweij en Bob de Vries. De zwaarste concurrentie voor de favorieten Wüst, Kramer, Ter Mors en Knegt kan wel eens uit eigen gelederen komen. En met zo’n sterk deelnemersveld behoren de ploegenachtervolging en de estafettes in principe ook kat-in-het-bakkie te zijn.
Naast het schaatsen doen er ook Nederlandse sporters in PyeongChang mee aan het snowboarden en skeleton (een soort sleeën), en bij de Paralympische Spelen (8-18 maart) aan het para-skiën en para-snowboarden. Als Bibian Mentel bij het para-snowboarden aan de start kan verschijnen, mag dat een wonder genoemd worden. Mentel was bezig met de kwalificaties voor de Olympische Spelen in Salt Lake City in 2002, toen er bij haar botkanker werd geconstateerd. Haar onderbeen moest geamputeerd worden. Vier maanden na de operatie stond ze echter alweer op haar snowboard. Mentel heeft jarenlang gelobbyd om snowboarden op het Paralympische programma te krijgen. In 2014 was het zo ver en won Mentel in Sotsji een gouden medaille. In 2017 werd ze tweevoudig wereldkampioen, maar in dat jaar werd ook er opnieuw – voor de hoeveelste keer, inmiddels – een vorm van kanker vastgesteld. Veel kunnen trainen voor deze Spelen heeft de inmiddels 45-jarige Mentel daardoor niet. Maar ze heeft ervoor geknokt om op tijd fit te zijn, verder vertrouwt ze op haar jarenlange wedstrijdervaring.
In Nederland zitten we er dus klaar voor. Behalve natuurlijk de mensen die dit weekend, vooral onder de grote rivieren, carnaval vieren. Of vastelaovend, zoals ze in Limburg zeggen. Het belooft hoe dan ook een prettige tijd te worden.
- Lees alles over de Nederlandse deelnemers in PyeongChang op de website van TeamNL
- Klik hier voor het wedstrijdschema van de Nederlandse ploeg.