De Faculteit der Geesteswetenschappen van de UvA is een klassieke faculteit met een brede waaier aan specialismen. De faculteit bevindt zich letterlijk en figuurlijk midden in de stad en de samenleving. Haar wetenschappers werken intensief samen met tal van culturele en maatschappelijke organisaties en bedrijven, en mengen zich veelvuldig in het actuele debat.
Het Bushuis/Oost-Indisch Huis aan de Kloveniersburgwal in Amsterdam, waar de Faculteit der Geesteswetenschappen van de UvA gevestigd is. (Foto: Bob Bronshoff)
Nu we allen thuis zitten en de stad verlaten oogt, hebben emeritus hoogleraren Marita Mathijsen en Selma Leydesdorff het initiatief genomen om via een online lezingenreeks een proef van al het moois en verrassends wat onze faculteit in huis heeft, zichtbaar te maken voor een breed publiek. In de maanden juni en juli verbinden tien prominente hoogleraren uit diverse geesteswetenschappelijke disciplines de actualiteit met hun kennis en expertise.
De reeks is een samenwerking van SPUI25 en de Illustere School van de Faculteit der Geesteswetenschappen. Mathijsen en Leydesdorff zullen alle lezingen modereren. De colleges duren ongeveer een half uur, na afloop is er gelegenheid tot het stellen van vragen.
- U kunt zich hier
Programma: Tien online colleges op dinsdagen en donderdagen om 17.00 uur
8 juni: “Corona in de stad”, door Margriet Schavemaker, hoogleraar Media en Kunst in de museale praktijk, artistiek directeur Amsterdam Museum
Wat betekent corona voor de cultuur van de stad? Hoe verzamel je de impact van corona? In haar lezing spreekt Schavemaker over de recente digitale tentoonstelling www.coronaindestad.nl die zij (mede) samenstelde, en plaatst zij dit veelbesproken project in een internationale context.
11 juni: “Nederlands tussen Duits en Engels”, door Fred Weerman, hoogleraar Nederlandse taalkunde, decaan Faculteit der Geesteswetenschappen
Je kunt het Nederlands niet alleen geografisch maar ook taalkundig karakteriseren als een taal die zo’n beetje tussen het Engels en het Duits in zit. Hoe zou dat eigenlijk komen? Recente inzichten in eerste en tweede taalverwerving helpen het antwoord te vinden.
15 juni: “Nationale geschiedenis als kijkspel: Van Birth of a Nation (1915) tot Michiel de Ruyter (2015)”, door Joep Leerssen, hoogleraar Moderne Europese letteren
In de ontstaansperiode van het nationalisme, de 19e eeuw, speelde de vaderlands-historische roman een belangrijke rol. Die rol werd in de 20e eeuw overgenomen door het nieuwe medium van de film (later ook op tv en pay-per-view). Wat heeft de historische spektakelfilm meegenomen van Walter Scott en De Leeuw van Vlaanderen, en wat is er in het nieuwe medium en in de nieuwe eeuw veranderd?
18 juni: “Naar een activistische geesteswetenschap: wat we kunnen leren van het verleden”, door Rens Bod, hoogleraar Digitale geesteswetenschappen, individual fellow NIAS
De grootste maatschappelijke omwentelingen uit het verleden staan op het conto van geesteswetenschappelijke inzichten. Bij het publiek is dit vrijwel onbekend. Een activistische houding die de grote alfa-inzichten uit het verleden en heden propageert is daarom harder nodig dan ooit.
22 juni: “Een seksuele revolutie rond 1500?”, door Herman Pleij, hoogleraar Historische Nederlandse letterkunde
In de Lage Landen excelleren de toonaangevende literatuur en beeldende kunst in verkenningen van het naakte lichaam en pleidooien voor de vrije liefde. Ook het straatspektakel, de toegepaste kunst en de religieuze verbeeldingen doen mee. Daarop volgt een scherpe repressie in de loop van de zestiende eeuw. Waarom doet deze ongekende eruptie in brede kringen zich hier sterker voor dan in de rest van Europa?
25 juni: “Vertellen in de toekomende tijd: Cassandra toen en nu”, door Mieke Bal, hoogleraar Theoretische literatuurwetenschap
Mieke Bal zal de spanning in vertel- en werkwoordstijden tussen heden, verleden en toekomst uiteenzetten in verband met drie zaken: de verhaal-analytische methode, de figuur van Cassandra in drie kunstwerken van theater (Aeschylus), roman (Christa Wolf), en schaduwspel (Nalini Malani), en de dreiging voor de wereld waarin we ons bevinden (waarbij Bal haar essay-film It’s About Time betrekt).
29 juni: “Struggle for life van literaire teksten. Hoe Max Havelaar kon overleven”, door Marita Mathijsen, hoogleraar Moderne Nederlandse letterkunde
In haar lezing gaat Marita Mathijsen in op de overlevingskansen van literaire teksten. Wat maakt uit dat Shakespeare en Euripides overleven, en Hendrik Tollens en Ina Boudier-Bakker niet? Hoe wordt een tekst een klassieker? Mathijsen demonstreert aan Max Havelaar van Multatuli waarom die wel de eenentwintigste eeuw haalde.
2 juli: “De politiek van de geschiedenis”, door Frank van Vree, hoogleraar Geschiedenis, conflict en herinnering, directeur NIOD
Na de val van de Muur is het verleden in toenemende mate gaan fungeren als bron van politiek en identiteit, of het nu gaat om internationale verhoudingen of om sociale en politieke groepsvorming in Nederland en andere Westerse landen. In dit college zal deze stelling met een aantal sprekende voorbeelden worden onderbouwd.
6 juli: “Albert Camus: schrijver in crisistijd”, door Ieme van de Poel, hoogleraar Franse letterkunde
De levensloop van Albert Camus werd sterk bepaald door de grote tragedies van de twintigste eeuw. De wijze waarop hij hieraan literair gestalte gaf, maakt zijn oeuvre extra actueel, juist nu.
9 juli: “Mondelinge geschiedenis en het verzet van Joden tegen hun vernietiging”, door Selma Leydesdorff, hoogleraar Oral history en cultuur
Geschiedenis van massamoord kan niet geschreven worden zonder de getuigenis van de slachtoffers. Selma Leydesdorff zal spreken over de betekenis van die getuigenis en zich vooral richten op het verzet van Joden. Zonder getuigenissen en oral history zouden we daar niets over weten. Zij zal zich ook afvragen hoe het komt dat lange tijd gedacht is dat alleen in het getto van Warschau verzet bestond en hoe langzaam een “andere” waarheid deel van de geschiedenis werd.
Buro: IG