De kerk in Vlaanderen
Gilke Gunst & Stijn Latré (red): De Kerk in Vlaanderen.
Antwerpen/Kalmthout: UCSIA/Pelckmans Uitgevers, 2022, 245 blz.
ISBN: 978 94 6401 423 5
............
De Kerk in Vlaanderen is een hoogst merkwaardig boek. Het bundelt vijfentwintig tot in de puntjes uitgewerkte essays en sprekende getuigenissen over de kerk in Vlaanderen en haar geschiedenis sedert Vaticanum II. Ruim dertig auteurs die zijn blijven luisteren naar het ruisen van het katholieke geloofsleven, hebben elkaar gevonden in het verzamelwerk.
...............
De Kerk in Vlaanderen is een hoogst merkwaardig boek. Het bundelt vijfentwintig tot in de puntjes uitgewerkte essays en sprekende getuigenissen over de kerk in Vlaanderen en haar geschiedenis sedert Vaticanum II. Ruim dertig auteurs die zijn blijven luisteren naar het ruisen van het katholieke geloofsleven, hebben elkaar gevonden in het verzamelwerk. Met een open blik, een genuanceerd oordeel over wat voorbij is en veel vertrouwen in de toekomst zijn ze te werk gegaan om het bos doorheen de bomen zichtbaar te maken voor de nieuwsgierige maar toch wat verdwaalde lezer. Ik reken me tot deze categorie. Aan de kerk in Vlaanderen, via mijn parochie, school en jeugdbeweging, bewaar ik goede jeugdherinneringen. “Die draag je mee zolang je verder leeft.” Boudewijn de Groot wist dat toen al, hoewel hij een ander soort herinneringen op het oog had.
Zestig jaar geleden, op een keerpunt in de historische ontwikkeling van katholiek Vlaanderen, redigeerden Jan Kerkhofs S.J. (1924-2015) en Jean Van Houtte het verzamelwerk De Kerk in Vlaanderen (Tielt/Den Haag, Lannoo, 1962). Het nieuw boek, met dezelfde titel, reflecteert niet zozeer op een tijdperk van verandering maar op een verandering van tijdperk. Het is maar tot stand kunnen komen dankzij de bevlogenheid en de innerlijke drive van Jean Van Houtte. Gedurende meerdere jaren heeft hij Gilke Gunst en Stijn Latré, redacteurs verbonden aan het Universitair Centrum Sint-Ignatius Antwerpen (UCSIA), en een hele schare enthousiaste auteurs aangemoedigd om een nieuwe state of the art van de kerk in Vlaanderen op te maken. Van deze zoektocht is De Kerk in Vlaanderen, anno 2022, het resultaat.
Sedert de jaren zestig van vorige eeuw is het aantal Vlamingen dat zich katholiek noemt in vrije val. In 2008 noemt nog net de helft van de Vlaamse bevolking zich katholiek, terwijl het aantal begin jaren tachtig aanzienlijk hoger lag (77%). In 2020 woont nog amper 5% van de Vlaamse bevolking wekelijks een kerkelijke dienst bij, terwijl nog eens 5% dat maandelijks doet. In 2019 duikt het aantal kerkelijke huwelijken onder de 15%. Het aantal doopsels daalt tot 36%. Bij vier op de tien sterfgevallen wordt er gekozen voor een kerkelijke begrafenis. Deze vrije val is versterkt door de pedofilieschandalen die vanaf 2010 aan het licht kwamen en het vertrouwen in het kerkelijk gezag nog meer hebben aangetast. Alles wijst erop dat de aantallen kerkbezoekers en ontvangers van sacramenten de laatste jaren nog kleiner zijn geworden. De drie meest tragische woorden die ik in het boek ben tegengekomen zijn: “Minder, minder, minder!”
Deze woorden drukken wel erg plastisch uit wat ontkerkelijking betekent. In het boek winden de auteurs er geen doekjes om. Geregeld gebruiken ze termen zoals omslag, krimp, leegloop, priestertekort en zelfs kerksluitingen. Ze vallen terug op de klassieke seculariseringsthese, waarbij de modernisering noodzakelijk moest uitmonden in de verdwijning van de religie. Maar deze these wordt subtiel verfijnd, zodat ook wordt verklaard waarom de massakerk in Vlaanderen is geëvolueerd tot een minderheidskerk. Tot diep in de jaren zeventig was de kerk nauw verbonden met de brede maatschappij langs een hecht netwerk van katholieke organisaties in de sociale, culturele en gezondheidssector, langs een zuil die de mensen van wieg tot graf ondersteunde. In die periode is het ontzuilingsproces op gang gekomen. De mensen weekten zich los van de kerk en de katholieke zuil. Het hemels baldakijn viel weg. De oorspronkelijke bestaansreden van de middenveldorganisaties brokkelde af. Het geloof ging duidelijk behoren tot de privésfeer.
Meerdere essays nemen vergelijkingen op met Nederland. Ze verwijzen zowel naar de gemeenschappelijke grondslagen van het protestantisme en het rooms-katholicisme als naar hun verschil in godsbeeld. Het geloof in Vlaanderen en Nederland drijft ongetwijfeld voort op een verleden met een uitgesproken christelijke traditie. De rooms-katholieke variant beklemtoont de liefdevolle band tussen de transcendente en de immanente pool, terwijl de protestantse variant vooral oog heeft voor de afstand tussen beide. Dat verschil in godsbeeld valt onmiddellijk op wanneer we een Vlaamse katholieke en een Nederlandse gereformeerde kerk binnenstappen en de uitbundige contrareformatie zich vertoont in schril contrast tot de ascetische reformatie. Onze noorderburen fungeren in het boek nog vaker als vergelijkingspunt. In de Vlaamse kerk is er veel minder dan in de Nederlandse ervaring met een minderheidspositie, wat wellicht het pragmatisme verklaart om vanuit een expliciet katholieke visie geen politieke standpunten in te nemen en in de luwte te blijven.
.............
Dat verschil in godsbeeld valt onmiddellijk op wanneer we een Vlaamse katholieke en een Nederlandse gereformeerde kerk binnenstappen en de uitbundige contrareformatie zich vertoont in schril contrast tot de ascetische reformatie. Onze noorderburen fungeren in het boek nog vaker als vergelijkingspunt. In de Vlaamse kerk is er veel minder dan in de Nederlandse ervaring met een minderheidspositie, wat wellicht het pragmatisme verklaart om vanuit een expliciet katholieke visie geen politieke standpunten in te nemen en in de luwte te blijven.
..............
Het vergelijkend perspectief leert ons ook om één van de meest delicate problemen van onze tijd beter te begrijpen. Twintig jaar euthanasiewet geeft ons immers een unieke band met Nederland want dit bio-ethisch probleem onderscheidt ons het duidelijkst van andere Europese landen waar abortus en het homohuwelijk kunnen, maar euthanasie niet.
Dat de meeste essays verwijzen naar de taalschat van het geloof, valt enorm op. Deze verwijzing gebeurt op zeer verschillende wijzen. De ene auteur heeft het over een schaven en vijlen aan een nieuwe, subtiele taal, een taal waarin immanentie en transcendentie elkaar de hand reiken. De andere over een taal die niet definieert, maar suggereert, die God niet grijpt maar naar het mysterie tast, een taal die niet is gemaakt voor een clubje van zuiveren, maar een taal die een gemeenschap van geschokten aanspreekt, bekeerde katholieken, herbeginners en pelgrims, groepen die op het spectrum van kerkbetrokkenheid andere posities innemen. Andere essays brengen niet alleen de rijkdom van de taal ter sprake, maar de religieuze ongeletterdheid van grote groepen jongeren en het existentieel-spiritueel taaltekort wanneer moeilijke keuzen moeten worden gemaakt bijv. in het ziekenhuispastoraat.
In de 21ste eeuw is de kerk uitgegroeid tot een gastvrije kerk, weliswaar een minderheidskerk maar één die daarom niet minder kerk is. Ik heb het woord palimpsest moeten opzoeken in het woordenboek. Hoe langer ik bij de betekenis stilsta hoe toepasselijker het woord blijkt om uit te drukken dat de versnelde ommekeer nu plaats heeft gemaakt voor gastvrijheid in de Vlaamse kerk. Zoals dat ook op perkament gebeurde, werden er al veel laagjes afgekrast en werden er nieuwe aan toegevoegd. Ooit was het perkament onbeschreven maar dat is moeilijk te achterhalen. De versnelde ommekeer heeft plaatsgemaakt voor een gastvrije kerk. In het boek worden daar ontzaglijk veel facetten van belicht. Telkens worden algemene reflecties nauw betrokken op het dagelijkse leven in een superdiverse samenleving. Uitgebreid wordt ingegaan op de lange weg naar een vrouwvriendelijke kerk, naar een kerk waar vreemdelingen thuis zijn, een kerk die inclusief, solidair en sociaal rechtvaardig is, een kerk die zich rekenschap geeft van de precaire situatie van onze planeet. Gastvrijheid staat ook centraal in de essays over het zorgpastoraat, waar respect voor de verschillende godsdiensten en levensbeschouwingen aanleiding heeft gegeven tot de functie van spirituele zorgverleners in de plaats van katholieke zorgpastores. Hetzelfde geldt voor het godsdienstonderwijs, waar de zinvraag van de leerlingen in de plaats is gekomen van de katholieke inspiratie van het vak.
In het slotessay vraagt Johan Bonny, bisschop van Antwerpen, zich af “wat is ervan overgebleven, wat is verdwenen en wat is in de plaats gekomen”. De aanzet van zijn vraag klinkt misschien wel triest, maar de vraag wat is in de plaats gekomen leidt allerminst tot een triest antwoord. In het boek wordt met veel zin voor de fijne empirie van het dagelijkse leven aangetoond dat een gastvrije kerk volop in de maak is. De bisschop zelf vertaalt gastvrijheid, het dak boven het hoofd, de mantel om mensen heen, nog in een diepere dimensie, namelijk die van de dialoog, het actief spreken met en luisteren naar mensen. Het gaat over de dialoog met de ander en de wereld, over alle grenzen heen. “Alleen in dialoog met wie een andere godsdienst of levensbeschouwing aanhangt, of wie geen godsdienst of levensbeschouwing (meer) aanhangt, kan de kerk in Vlaanderen haar opdracht vervullen of haar relevantie behouden.” Hij is diep onder de indruk van de pastorale verbeeldingskracht van paus Franciscus. Dit opentrekken van het geloof naar weidse horizonten, een overtuiging die de andere auteurs van het boek eenstemmig delen, is de enige manier om de kerk in Vlaanderen vitaler te maken dan ooit tevoren.
............
Ik neem aan dat de lezer het boek niet in één ruk uitleest maar dingen wil laten bezinken en de essays en getuigenissen afzonderlijk leest. Gaandeweg vormt zich een kleurrijk mozaïek van wetenschappelijke ankerpunten, uit zeer verschillende disciplines, van persoonlijke ervaringen en soms zelfs van poëtisch taalgebruik en vraagtekens. Die combinatie maakt het boek, dat geen gemakkelijk thema behandelt, bijzonder leesbaar.
................
Ik neem aan dat de lezer het boek niet in één ruk uitleest maar dingen wil laten bezinken en de essays en getuigenissen afzonderlijk leest. Gaandeweg vormt zich een kleurrijk mozaïek van wetenschappelijke ankerpunten, uit zeer verschillende disciplines, van persoonlijke ervaringen en soms zelfs van poëtisch taalgebruik en vraagtekens. Die combinatie maakt het boek, dat geen gemakkelijk thema behandelt, bijzonder leesbaar. De auteurs plagen de lezer er vaak mee om van huis weg te gaan, anderen te ontmoeten en zodoende wat meer te begrijpen van het geloofsleven en de kerk in Vlaanderen, anno 2022.
De Kerk in Vlaanderen is inderdaad een merkwaardig boek. Memorabel voor wie het geloof bij de tijd wil brengen.
- Met dank aan Jef Van den Houte, die als fotograaf de moeilijk te peilen blik van de zoekende mens altijd centraal stelt.
Volledige auteurslijst en panelgesprek met Gert Verschraegen, Guido Vanheeswijck, Jean Van Houtte, Emmanuel Van Lierde en Luc Braeckmans
Buro: NM