Robbeneiland: 25 jaar Werelderfgoed ‒ Tribute voor Robert Sobukwe

  • 0

........

De tragische levensloop van een strijder tegen apartheid, die zich zijn leven lang verzette tegen onderdrukking en sociale ongelijkheid, flitst door mij heen wanneer we met de bus halt houden bij het huis. Ook vandaag worden academici vanwege hun politieke overtuiging gevangengehouden door autocratische regimes.

........

Tribute voor Robert Sobukwe

Sinds 1997, precies vijfentwintig jaar geleden, behoort Robbeneiland tot het UNESCO World Heritage. Enkele jaren na de vrijlating van alle politieke gevangenen – in februari 1990 Nelson Mandela – wordt het eiland voor de kust van Kaapstad beschouwd als werelderfgoed: een museum waar de gruwel van onderdrukking en racisme in Zuid-Afrika in de tijd van apartheid wordt gememoreerd. Ik lees dat gedurende vier eeuwen mensen zijn opgesloten op Robbeneiland. Er is nog steeds een kerkhof voor lepralijders te bezichtigen. De geschiedenis van het eiland roept herinneringen op aan Gorée voor de kust van Dakar, een doorvoerstatie voor tot slaaf gemaakten. Ik hoop er dit jaar, naar aanleiding van het dertigjarig bestaan van het Gorée-instituut voor democratie en cultuur, in aanwezigheid van Breyten Breytenbach en Alwyn Roux (Unisa), een bezoek te brengen.

Ieder jaar bezoeken vele duizenden Zuid-Afrikanen en toeristen Robbeneiland waar de gevangenisinfrastructuur als museum is geconserveerd. Ook de cel waar de beroemde gevangene 644/46 (Mandela) is opgesloten gedurende achttien jaar, vervolgens nog negen jaar op het vasteland.

Twee jaar geleden kreeg ik de gelegenheid het “huis van bewaring” te bezoeken waar Dr. Robert Sobukwe zes jaar in isolement is opgesloten. Hoewel de leider van het Pan Africanist Congress (PAC) enkele privileges genoot – zo kon hij er verder studeren en een universitair diploma behalen – was het leven op Robbeneiland een lang seizoen in de hel. De gids sprak over mentale terreur, met onder meer een verbod op contact met medegevangenen, het voorrecht om kranten te lezen maar hierover niet te mogen praten, periodiek bezoek te ontvangen van echtgenote en kinderen maar op afstand (zonder de kans elkaar te omhelzen), enzovoorts. Toen ik er vorige week weer was, hield de toeristenbus even halt bij het detentiehuis van Dr. Sobukwe, maar deze keer kregen de passanten niet de gelegenheid om het huis, dat als museum is ingericht, te bezoeken.

Al langer ben ik gefascineerd door de man die bekendstaat voor zijn bijzonder charisma en sociale bewogenheid. Met een beurs van het Departement Onderwijs, zo vermeldt een banner in de vertrekhall van Robbeneiland Museum, verder ook een lening van de Bantu Welfare Trust en de directie van Healdtown High School, kon Sobukwe zijn studies aanvangen bij Fort Hare universiteit. Hij behaalde een BA in Engels, Xhosa en Native Administration. In 1948 kwam in Zuid-Afrika de Nasionale Party aan de macht en is het op sociale segregatie en rassendiscriminatie gebaseerd apartheidsregime geïnstalleerd. Sobukwe behaalde in de politiek troebele apartheidsjaren het diploma van leraar en ging aan de slag in Standerton (in wat toen Transvaal was). Vier jaar later was hij docent African Studies aan de Wits Universiteit in Johannesburg, waar hij in 1958 een Honours Degree behaalde. Naast leerkracht was hij advocaat, een baan die hij na zijn vrijlating noodgedwongen in Kimberley Magisterial Area zal uitoefenen. Het Attorney’s Admission Certificate heeft hij verworven bij Unisa.

Robert Sobukwe, beschouwd als “leading intellectual of his generation” (aldus een opschrift in het museum), staat bekend als de PAC-militant, een van het ANC afgescheurde politieke beweging, die op 21 maart 1960 de demonstratie tegen de paswetgeving leidde in Johannesburg (in Orlando, Soweto). Die dag staat geboekstaafd als “Massacre of Sharpeville”, toen op verschillende plaatsen in Zuid-Afrika en zoals vermeld in het bekende gedicht van Ingrid Jonker (“Die kind wat doodgeskiet is deur soldate by Nianga”), is geprotesteerd tegen de onderdrukkende pasjeswet. Sobukwes leidinggevende rol en overtreding van de apartheidswet zorgden ervoor dat hij is veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar. Na de vrijlating kreeg hij een veroordeling van zes jaar gevangenschap op Robbeneiland, zonder vorm van proces. Als voorzitter van het PAC, na Sharpeville een verboden politieke partij in Zuid-Afrika, verbleef hij in volstrekte afzondering en verwijderd van andere politieke gevangenen. Nadien, in 1969, kreeg hij huisarrest en mocht het district van Kimberley niet verlaten. De veer was gebroken, het gevangenisregime had zijn tol geëist. Toen Sobukwe in 1970 het plan had opgevat om aan de universiteit van Wisconsin te promoveren op een studie in het domein van de African Linguistics, is hem een visum geweigerd door het apartheidsbewind.

Op 27 september 1978 overlijdt Robert Sobukwe in Kimberley. Het is een banale biografische anekdote: zijn geboortedag 5 december (1924) viel samen met de sterfdag van Mandela (2003), een datum die ik mag delen met beide antiapartheid-militanten en ex-detineerden van het totalitaire regime in Pretoria. Verder heb ik alleen maar bewondering voor de kracht van het verzet, de intellectuele en morele betekenis voor een generatie van antiapartheid-strijders, de kracht van het geloof in een rechtvaardige wereld die niet op sociaal onrecht en rassendiscriminatie is gebaseerd. Een van de ex-gedetineerden, de laatste der Mohikanen van het gevangeniseiland, viel op het eind van de rondleiding uit tegen Poetin en de agressie tegen het soevereine Oekraïne. Zijn pleidooi was een vurige aanklacht tegen onrecht, tegen de oorlog, tegen de Russische agressor in het Kremlin. Wat volgde in de gevangenisgang waar Mandela en vele anderen jaren opgesloten zaten, was een daverend applaus.

De tragische levensloop van een strijder tegen apartheid, die zich zijn leven lang verzette tegen onderdrukking en sociale ongelijkheid, flitst door mij heen wanneer we met de bus halt houden bij het huis. Ook vandaag worden academici vanwege hun politieke overtuiging gevangengehouden door autocratische regimes. Ahmadreza Djalai, gastprofessor in de faculteit Geneeskunde van de Vrije Universiteit Brussel, wordt al sinds 2016 op beschuldiging van spionage opgesloten in een gevangenis in Iran. De man van Zweeds-Iraanse afkomst is eerst opgesloten in een isoleercel. Alle acties ten spijt is de academicus nog steeds in erbarmelijke omstandigheid in Teheran.

Sobukwe, radicaal-Afrikanist die ijverde voor een zwart Zuid-Afrika (zo was hij gekant tegen het ANC-lidmaatschap van “wittes”), wordt in de vertrekhall van het Robbeneiland Museum geciteerd op een van de banners: “We aim, politically, at government of the Africans by the Africans, for the Africans, with everybody who owes his only loyalty to Africa and who is prepared to accept the democratic rule of an African majority being regarded as an African”. In tijden van maatschappelijke debatten over het koloniale erfgoed en de nood aan dekolonisering, is de stem van Sobukwe vandaag voor mij en vele anderen een blijvende bron van inspiratie. Met het bezoek, twee jaar na een eerste passage, bracht ik een hommage aan de man die voor zijn overtuiging is veroordeeld, jarenlang opgesloten zat en toch de kracht vond om zich als academicus blijvend aan de studie van talen te wijden. De kracht van de taal gaf hem de kracht van de verbeelding en voor de maatschappelijke strijd tegen onrecht en etnisch superioriteitsdenken.

Buro: MvH
  • 0
Verified by MonsterInsights
Top