Titel: The eternal audience of one
Auteur: Rémy Ngamije
Uitgever: New York, Simon & Schuster Gallery/Scout Press, 2021, 384 p. (oorspronkelijk uitgegeven in 2019 door BlackBird Books)
ISBN 9781982164423
.........
In The eternal audience of one, het literair debuut van de creatieve duizendpoot Rémy Ngamije (°1988), staat de jonge, zelfverzekerde Séraphin Turihamwe centraal. Of het boek autobiografisch is laat de auteur in het midden. Op zijn website schrijft hij: “all of it is real, some of it is real, and none of it is real”. Aan de lezer de keus. Ik twijfel er niet aan dat het boek veel autobiografische elementen bevat. Het verhaal is uit het leven gegrepen.
...........
In The eternal audience of one, het literair debuut van de creatieve duizendpoot Rémy Ngamije (°1988), staat de jonge, zelfverzekerde Séraphin Turihamwe centraal. Of het boek autobiografisch is laat de auteur in het midden. Op zijn website schrijft hij: “all of it is real, some of it is real, and none of it is real”. Aan de lezer de keus. Ik twijfel er niet aan dat het boek veel autobiografische elementen bevat. Het verhaal is uit het leven gegrepen. Het spreekt erg aan. Over de schouders van Séraphin, een Rwandees die in 1994 samen met zijn ouders en twee jongere broers Rwanda ontvluchtte, kijkt de lezer gefascineerd mee naar de zoektocht van het gezin naar een gelukkig leven. De wereld is een schouwtoneel, elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel. Ditmaal gaat het niet om de wereld van Vondel maar om de geglobaliseerde wereld, waarin iemands thuis altijd verder opschuift en de diaspora ervoor in de plaats komt.
De Turihamwes – de naam betekent: togetherness – vormen een middenklasse-gezin dat oog in oog stond met de Rwandese genocide, naar Kenya vluchtte en sedert 1996 in Windhoek, de hoofdstad van Namibië, verblijft. Met hun opleidingen in Brussel en Parijs hadden vader Guillome en moeder Therése het al behoorlijk ver geschopt in het leven. De wereld lag aan hun voeten. In Windhoek, de plaats waar het beter is om te vertrekken dan aan te komen, worden de drie zonen klaargestoomd in St. Luke’s, een katholiek elitecollege in de vallei van Klein Windhoek.
Om Séraphin, de oudste zoon, draait alles in het boek. Hij is gedreven, wispelturig, heetgebakerd, vol van verbeelding, vol van zichzelf en hormonen, verslaafd aan sociale media en playlists, kortom: a big fish in a small pond. Wanneer de universitaire studie in aantocht is, wil hij al uitbreken en wereldburger zijn.
.......
Kaapstad, die bitterzoete Moederstad, die stad van camouflage, met de pendelbus achttien uur verwijderd van Windhoek, lonkt.
.......
Kaapstad, die bitterzoete Moederstad, die stad van camouflage, met de pendelbus achttien uur verwijderd van Windhoek, lonkt. Zij wordt werkelijkheid wanneer Séraphin een beurs krijgt om rechten te studeren aan de denkbeeldige, prestigieuze Remms-universiteit, gesticht door de gelijknamige Franse Hugenoot die zich onsterfelijk wilde maken. Nu is de universiteit uitgegroeid tot een excellentiecentrum waar diversiteit en inclusie geen holle woorden zijn. Séraphin heeft er de tijd van zijn leven.
In zijn vrije tijd schuimt hij met zijn friends in foreignness, de High Lords of Empireland, Long Street af. Daar leert hij de ingenieuze, mild racistische systemen kennen die uitsmijters hanteren om de toegang tot hun club of dancing in goede banen te leiden. Daar voert hij gesprekken met vluchtelingen, illegalen, op straat, bij de kapper, in de kroeg, of in de taxi met chauffeur Idriss, ook een immigrant, die vindt dat ouders zich mateloos uitsloven terwijl hun studerende zonen niets anders doen dan vrouwen versieren. Séraphin doet daar lustig aan mee.
In het bruisende, vaak gortige samenleven van de High Lords is huidskleur niet echt een punt. Zwart, wit, bruin, alle overgangen daartussenin: het doet er niet toe. De studenten weten dat ze bevoorrecht zijn maar ook dat ze in hetzelfde schuitje zitten om een oplossing te vinden voor hun onzekere toekomst en vooruit te komen in het leven… inch by inch (Ngamije is duidelijk onder de indruk van de inch by inch-speech van Al Pacino en dat verklaart veel!).
Telkens als hij van de Remms-campus naar de City Bowl wandelt, kijkt hij met vele ogen naar wat er zich allemaal afspeelt. Het is alsof er meerdere Séraphinnen zijn die elk door iets anders worden getroffen. In de Great Chamber of Séraphins – weer zo’n veelvoud zoals dat ook al tot uiting komt in de tinten van het studentenclubje – huizen zeer verschillende Séraphinnen, de ene al machtiger dan de andere. De kijk van Séraphin op de wereld verschilt immens naargelang hij zijn Afro-, Black, White, Ballin-, of Late Night-bril opzet of de verwachtingsvolle bril van zijn jeugd. Al deze brillen zijn producten van dagdromen die opborrelen uit de assimilatie van jongerencultuur, een geweldige fantasie gepaard met de angsten van een jongen die nog geen man is.
Te midden van zoveel diversiteit en vriendschappen tussen jonge mensen die reikhalzend uitkijken naar een thuis en een toekomst, klinkt de titel van het boek, The eternal audience of one, contradictorisch of minstens toch raadselachtig. Er schuilt een levensles achter die in verscheidene hoofdstukken sporen achterlaat.
All the world’s a stage is het essay van Séraphin dat de doorslag gaf om toegelaten te worden tot Remms:
… a stage upon which we perform for the eternal audience of one. Only the person who makes it to the end knows what everything was all about.
In de epiloog duikt het beeld weer op:
Nobody is there at the end of the end. That would be a terrible duty to discharge, to be the final witness, to put the last full stop at the end of the last sentence on the last page. Nobody is given that power.
De levensles zindert na. Séraphin studeert af, maar advocaat worden zit er niet in. Betekent Silmary meer dan al zijn vorige vriendinnen? Na Kaapstad, too good to be true, gaapt een zwart gat. Toen hij in St. Luke’s op de schoolbanken zat, speelde het al door zijn hoofd. Zal hij eenmaal terug in Windhoek opnieuw the last ticket out of town kopen? Er is geen einde in zicht. Het raadsel blijft bestaan.
..........
The eternal audience of one is het beeldrijk, haast filmisch verhaal van een jonge, ambitieuze immigrant, Séraphin Turihamwe, die in Kaapstad studeert en alles uit het leven haalt wat eruit te halen valt. Rémy Ngamije slaagt er weergaloos in om het verhaal in cadans te brengen met de moeizame strijd die Séraphin levert om zijn uiterst hybride identiteit op rij te krijgen in een wereld die zich nog blindstaart op kleur.
..........
The eternal audience of one is het beeldrijk, haast filmisch verhaal van een jonge, ambitieuze immigrant, Séraphin Turihamwe, die in Kaapstad studeert en alles uit het leven haalt wat eruit te halen valt. Rémy Ngamije slaagt er weergaloos in om het verhaal in cadans te brengen met de moeizame strijd die Séraphin levert om zijn uiterst hybride identiteit op rij te krijgen in een wereld die zich nog blindstaart op kleur. Het verhaal is ongetwijfeld ook voor een deel het verhaal van de auteur. Zijn schrijfstijl is virtuoos. Hij wisselt drukte af met stillevens, pittige details met onverwachte wendingen, aangrijpende jeugdherinneringen met toekomstdromen. Het lezen van het boek voelt aan als een buitengewone reis op het snijvlak van onderwijs, migratie en jongerencultuur in Zuid-Afrika, en is bijzonder leerzaam voor wie wat ouder is.
- Zie ook het interview van Naomi Meyer met de auteur, die Afrika-laureaat werd van de Commonwealth Short Story Prize 2021:https://voertaal.nu/the-commonwealth-short-story-prize-2021-an-interview-with-remy-ngamije-from-namibia/