Op woensdag 5 september, één dag voor haar 93e verjaardag, is in een verzorgingstehuis in Driehuis (Noord-Holland) Freddie Oversteegen overleden. Aan het begin van de Tweede Wereldoorlog trad Freddie als 14-jarig meisje toe tot het verzet. Dat maakte haar een van de jongste leden van het Nederlandse verzet tegen de Duitse bezetter. Freddie Oversteegen en haar zus Truus Menger behoorden tot dezelfde verzetsgroep als Hannie Schaft, de verzetsstrijdster die bekend raakte als “het meisje met het rode haar”.
Freddie Oversteegen was de minst bekende van het clubje van drie jonge vrouwen die in de Tweede Wereldoorlog actief waren in het Haarlemse verzet. Ze waren onder meer betrokken bij sabotageacties en het liquideren van landverraders. Hannie Schaft, die op 17 april 1945 – drie weken voor het einde van de oorlog – in de duinen bij Bloemendaal werd doodgeschoten, is het bekendst. Aan haar leven zijn verschillende boeken, films en documentaires gewijd. Ze is de enige vrouw die begraven ligt op de Eerebegraafplaats in Bloemendaal en ze wordt nog elk jaar herdacht bij het beeldje “Vrouw in het verzet” van Truus Menger-Oversteegen in het Haarlemse Kenaupark.
Freddie Oversteegens oudere zus Truus Menger-Oversteegen groeide na de oorlog uit tot een bekend beeldhouwer en schilder. Ze maakte, naast het monument voor Hannie Schaft en andere verzetsvrouwen, onder meer de reusachtige stalen constructie “Banner of Hope” in Newtown, Johannesburg (1995). Daarnaast trad ze regelmatig op als gastspreker op universiteiten en middelbare scholen en was ze een graag geziene gast in allerlei tv-programma’s. In 1982 publiceerde ze Toen niet, nu niet, nooit, een boek over haar ervaringen tijdens de oorlog. Bij haar 75e verjaardag in 1998 werd ze benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau. In 2014 ontvingen Truus en Freddie beiden uit handen van premier Mark Rutte het Mobilisatie-Oorlogskruis.
Freddie Oversteegen praatte niet graag over de oorlog. In tegenstelling tot Truus koos ze voor een leven in de luwte en richtte ze zich helemaal op haar gezin. Ze was getraumatiseerd door de spanning die ze als jong meisje had moeten doorstaan. Omdat ze zo jong was, wekte ze bij de Duitsers geen argwaan en was ze voor het verzet van grote waarde. Freddie en Truus werden als jonge meiden ook gebruikt om verraders te verleiden en ze mee te lokken naar een afgelegen plek, waar ze geëxecuteerd werden. In een interview zei ze toen ze al hoogbejaard was: “Het neerschieten ook dat was eng, het gaf je een akelig rotgevoel in je maag. Want je ziet iemand vallen, hè? Je hebt dan de neiging om ze op te vangen, dat is zo onverklaarbaar… Dat als je iemand doodschiet, dat je hem op zou willen rapen. Ja, dan kan je zien dat je nog heel jong bent.”
Het leven na de oorlog was voor Freddie en Truus Oversteegen ook niet makkelijk, omdat ze een communistische achtergrond hadden en communisten in het Nederland van de Koude Oorlog – zeker na het neerslaan van de Hongaarse Opstand door de Sovjet-Unie in 1956 – werden bedreigd en gewantrouwd. Het zou lang duren voor zij als verzetshelden de erkenning kregen die ze verdienden. In haar laatste levensjaren, en vooral dankzij de documentaire Twee zussen in het verzet uit 2016, kwam Freddie enigszins uit de schaduw van grote zus Truus vandaan. Daardoor leerde Nederland haar kennen als een frêle, opgewekte vrouw, bij wie de herinnering aan het in haar ogen onvermijdelijke geweld uit de oorlogsjaren niettemin nog dicht onder de oppervlakte lag.
Buro: IG