Volksliederen voor de Afrikanertuiste Orania

  • 0

*

Lees hier die artikel van Charl-Piere Naude waarop Yves T’Sjoen reageer.

*

Volksspele

“Afrikaners is plesierig, dit kan julle glo
Hulle hou van partytjies en dan maak hulle so”
[ons staan in ’n kring
jy vat aan my hand
en ek sidder oor die
drif wat dit bring.]
“Eers draai die ou vroutjie en dan draai haar ou man”
[jou swart oë broei op my mond
maar ek lag net en skud my hare rond
want naby sit ’n onnie
op sy agterpote soos ’n hond.]
“En hy vat om haar lyfie en dan draai hulle saam”
[ons sirkel stadig oor die vloer
hand in die sy
maar ons dink aan hoe jy vat
pouse as jy my buite kry.]

Antjie Krog, Dogter van Jefta (1970)

Opgenomen in Digter wordende. ’n Keur uit die gedigte van Antjie Krog (2009), blz. 13.

Als “binnenwaartse buitenstaander” van de Afrikaanse letteren heb ik mij de voorbije weken verbaasd, vooral opgewonden. Voor de duidelijkheid: geen opwinding in de Afrikaanse betekenis. Het was voor mij lang geleden dat ik Orania nog in een persbericht zag verschijnen. Dat is toch dat maatschappelijk Afrikaner-project van oude NP-getrouwen die helemaal ontheemd terugverlangen naar goede apartheidsdagen? Toen de wereld nog overzichtelijk opgedeeld was en witten zich veilig voelden aan de zuidpunt van Afrika. Orania als biotoop van “white supremacy”. Zo staat het dorp, desolaat gelegen in de Karoo van de Noord-Kaap, bekend in de Lage Landen. Ook elders in de wereld. Ik heb daarom gelezen, journalistieke teksten van Nederlandse en Vlaamse publicisten die er de voorbije jaren op bezoek zijn gegaan, en breng mijn persoonlijke appreciatie. Indien de baas van Orania mij uitnodigt, ook al maak ik mij na deze bijdrage geen enkele illusie, zal ik graag in gesprek gaan. Laat mij toch maar eerst getuigen over mijn verbijstering. En een persoonlijke ontgoocheling delen.

Voor eer en glorie

Op 3 juni jongstleden berichtte Netwerk24 over een niet geheel vrijblijvende schrijfcompetitie (https://www.netwerk24.com/netwerk24/nuus/aktueel/orania-kies-sy-vyf-finaliste-in-kompetisie-vir-lirieke-vir-eie-volkslied-20230602). Orania, de internationaal veelbesproken enclave in de Noord-Kaap waar witte Afrikaners streven naar een eigen Volksstaat, heeft maanden geleden een oproep gelanceerd voor een volkshymne. Nadat de juridisch gesproken private onderneming van de Boshoff-dynastie, nog lang geen Volksstaat, een eigen munteenheid (“ora”) en een volkseigen vlag liet ontwerpen, is nu een competitie geïnitieerd om een passende tekst voor een anthem te selecteren. Volgens het artikel zijn er tal van inzendingen, ook uit het buitenland. De filosoof Wynand Boshoff zelf, telg van de befaamde dynastie, stelt dat inwoners – witte Afrikaners, meestal minder gegoed en op zoek naar een nieuw houvast in postapartheid Zuid-Afrika – nood hebben aan identificatie met de plek waar ze in beschut isolement wonen. Gortdroog land, verafgelegen, maar een tuiste waar de Afrikaner cultuur en historie liefdevol wordt omarmd. Het gaat kortom over een identitaire kwestie en daarbij kan een volkslied natuurlijk dienst bewijzen.

Gedachtenwisseling

Over de kwestie hebben Charl-Pierre Naudé en ik de voorbije weken van gedachten gewisseld. Reden voor de schrijver om een opiniestuk te maken: https://www.litnet.co.za/gedagtes-rondom-orania/?fbclid=IwAR06_0yvLoVCt-Chi2GKQ9VQXOx6sSFuwcMjrTZl2KG3tkSZpgnO72Kc-ms.  Ik ben Charl-Pierre erkentelijk voor de moeite, vooral voor de bereidheid om zijn betrokkenheid bij de schrijfwedstrijd van Orania te duiden en in geopolitieke termen een standpunt te formuleren. Op sociale media waren er reacties, meestal behoorlijk rechts, exclusief en vooral instemmend, duidelijk vanuit een bepaalde ideologische ingesteldheid ingegeven. Op Facebook liet ik weten alsnog de tweespraak te zullen voeren, vooral omdat onze standpunten verschillen én omdat we voldoende open-minded zijn het gesprek te voeren op het openbare forum. Die tweespraak komt er uiteindelijk niet, maar Charl-Pierre Naudé en ik blijven in gesprek, ook al verschillen onze standpunten. Meningsverschillen hoeven geenszins een jarenlange vriendschap te bruuskeren.

Schrijven voor volk en staat

Eerst iets over die ophefmakende schrijfcompetitie. De jury bestaat uit bewoners van Orania – volgens het artikel in Die Burger een tienkoppig comité – en er zijn twee literaire adviseurs bereidwillig gevonden om het selectieproces mee te begeleiden: Daniel Hugo en Charl-Pierre Naudé. Het jureringsproces is al een eind gevorderd – nog één vergadering te gaan om een keuze te maken uit vijf “finalisten” – maar de oogst is naar verluidt veeleer mager. Op de foto bij het persartikel zien we beide dichters paraderen bij een bord waarop in grote letters “Waarheid” gekalligrafeerd staat.

En dan is er natuurlijk de ideologische kwestie. Deelname aan een cultureel project georganiseerd door Orania is verre van waardenvrij of politiek onafhankelijk. Naar aanleiding van het persartikel las ik weer kranten- en weekbladbijdragen in De Groene Amsterdammer, Trouw, De Tijd en De Standaard. Ook een bespiegeling van Fred de Vries, opgenomen in Afrikaners. Een volk op drift (Nijgh & Van Ditmar, Amsterdam, 2012), kritische stukken van de voormalige Trouw-correspondent in Zuid-Afrika Niels Posthumus. En ik bekeek de voorbije tijd televisiereportages, onder meer ‘Verliezers van het nieuwe Zuid-Afrika’ in de reeks Van Dis in Afrika (uitgezonden door VPRO, 2010), waarin de Nederlandse schrijver Adriaan van Dis op bezoek gaat in Orania en in een tweede deel  de San-bevolking opzoekt, de San die vanwege “collaboratie” met het apartheid-regime ook tot het verliezende kamp worden gerekend. Een van de VPRO-uitzendingen (2010) is getiteld ‘Apartheid leeft voort in Orania’ (Metropolis).

Beeldvorming in de Nederlandse en Belgische pers

De lead van een uitgebreide reportage in De Standaard is van de hand van Arno van Rensbergen en fotograaf Johannes De Bruycker. De koptitel is veelzeggend: ‘Alleen witte Afrikaners toegelaten’ (11 juni 2022) en vermeldt: ‘Tot dertig jaar geleden domineerden witte Afrikaners Zuid-Afrika, vandaag voelen ze zich bedreigd. Orania, een nederzetting waar ze hun identiteit willen bewaren, is het meest omstreden dorp van het land’. Met een beeldengroep nabij de Oranjerivier, borstbeelden van onder anderen Hendrik Verwoerd (de architect van apartheid), oud-president van Transvaal Paul Krüger en Boerengeneraals, worden tijden van weleer gememoreerd: toen Zuid-Afrika gedurende decennia is geregeerd door de Nasionale Party (1948-1994) en een politiek systeem van racisme en segregatie installeerde. Ook de Afrikaner Boerenrepublieken Transvaal en Oranje-Vrijstaat, in het midden van de negentiende eeuw veroverd op de Britse koloniale macht, worden sinds ruim twee decennia in Orania herinnerd door de Afrikaner Vrijheidsstichting. Het is deze Stichting die de grond kocht waar het dorp thans is gevestigd. Van Rensbergen vermeldt in zijn reportage: ‘Orania ligt in het midden van de dorre Karoo-semiwoestijn, halfweg tussen Johannesburg en Kaapstad, in de provincie Noord-Kaap. Het dorp wil een toevluchtsoord zijn voor christelijke, witte Afrikaners – het spook van de apartheid is hier nooit ver weg […] Toen er aan het begin van de jaren 90 een einde leek te komen aan de apartheid, verdween ook de politieke, sociale en economische dominantie van de witte minderheidsbevolking. Veertig families gingen op zoek naar een gebied waar ze in afzondering konden leven, weg van de multiculturele samenleving die in de rest van het land in de maak was. Hun oog viel op de verlaten arbeidersnederzetting in het niemandsland’. Het resultaat van de research, gesubsidieerd door het journalistieke Fonds Pascal Decroos, kan digitaal worden gelezen: https://www.standaard.be/cnt/dmf20220609_96129215

Poëzie in Orania

Thans hebben notabelen van Orania, de Volksstaat in oprichting, geoordeeld dat de inwoners zich moeten kunnen vereenzelvigen met de sectaire habitat en de volkseigen politiek van hun ministaat in de desolate Karoo. Het wekt geen verbazing dat leden van het extreem-rechtse en fascistoïde Vlaams Belang, met als slogan “Eigen volk eerst”, zich door dit project nogal aangesproken voelen.

Teneinde zich te kunnen “thuis voelen”, zoals een van de respondenten in Orania oppert, moet een gedicht worden gekozen dat als volkslied van de witte Afrikaner gemeenschap kan gelden. De plek waar een nieuwe (of dus oude) etnische rassenscheiding wordt gepredikt, met de Bijbel onder de arm, zal naast een eigen munt, vlag en wimpel ook een Orania-volkshymne hebben. Dit laat mij en vele anderen denken aan een reactionaire onderneming, een terugkeer naar de oude gesegregeerde samenleving.

Onder de deskundige literaire leiding van twee schrijvers had dat wel goed moeten komen. Ook al zijn de inzendingen met volkslyriek en lofzangen op het maatschappelijk project zoals ik kon vernemen ondermaats.

Tuiste voor volksgeaarde Afrikaners

Hoogst verbaasd over de aanwezigheid van Charl-Pierre Naudé bij het nationalistische opzet, geïnitieerd door individuen die er voor alle duidelijkheid voor mij perverse, zelfs schokkende politieke gedachten op nahouden, hebben wij de voorbije tijd gecorrespondeerd. Met open vizier. Mag ik zeggen dat de dichter naïef is of zich makkelijk liet misleiden? Of zag hij zijn deelname aan een dergelijk politiek project als een experiment waarbij hij onderzoeksbevindingen over de rol van mythen in de constructie van een samenleving (Blumenberg) in de praktijk wilde zien: over hoe mensen hun mythen scheppen om voor zichzelf een plek te vinden, zelfs te claimen.

...
Wat mij betreft handelde de dichter uit nieuwsgierigheid, maar ook met kritische bedenkingen.
...

Wat mij betreft handelde de dichter uit nieuwsgierigheid, maar ook met kritische bedenkingen. De dampkring waarin hij zich begaf is besmettelijk. Daarover hebben we geschreven. Een schrijver moet zich naar mijn oordeel niet compromitteren, zeker niet wanneer het initiatief uitgaat van een groep politieke idealisten of naïevelingen wat mij betreft, die zich beroepen op God en een niet bestaand Vaderland, vanuit een pervers verlangen naar een staat die racistisch was en de onderdrukking van andere bevolkingsgroepen op christelijke gronden propageerde. Door zich te isoleren en symbolen te handhaven uit de oude dagen roept men beelden op van een nieuwe mini-apartheid staat. Er wordt opvallend weinig ondernomen om dat beeld tegen te spreken, hoogstens in woorden.  Ik heb het mij afgevraagd: hoe kan een dichter van dat formaat, auteur van Die nomadiese oomblik, In die geheim van die dag/Against the Light, Sien jy die hemelliggame en Al die lieflike dade, vooral ook een filosofisch denker met binnenkort In die rede geval, een boek gebaseerd op inzichten van de beroemde Duitse filosoof en wetenschapshistoricus Hans Blumenberg, én auteur van de gunstig ontvangen roman Die ongelooflike onskuld van Dirkie Verwey, zich voor zo een oudtijdse ossenkar laten spannen? De Oraniërs zie ik niet als deelnemers aan een maatschappelijk project dat bestaat op mijns inziens verdedigbare ideologische gronden. Het lijkt me meer een plek voor sociaal ontheemden, zij die in een pluraal en etnisch-cultureel divers Zuid-Afrika hun (eertijds op grond van huidskleur bevoorrechte) plek niet (meer) vinden, landlopers, armoezaaiers en nooddruftigen, conservatievelingen en havelozen die denken dat apartheid alles bij elkaar niet eens zo een beroerde zaak was. Velen zijn er amechtig op zoek zijn naar een houvast, een plek, een inkomen. Ideologische leiders hebben het commando over Orania – de befaamde Boshoffs, nazaten van die “racistische ideoloog” Verwoerd (dixit Fred de Vries) – en prediken een volksgeaard Afrikaner manifest van godsvrucht, liefde voor de waarden van het volk, dat zoals in apartheidstijden een uitverkoren volk is in zuidelijk Afrika. Allemaal angstwekkend, tezelfdertijd meelijwekkend. Het gaat mij niet over de meeste inwoners, mensen die dwalend zijn in het huidige Zuid-Afrika, wel over de politieke strategen en oud-NP-aanhangers die er hun schouders hebben onder gezet en uit nostalgische overwegingen de boel bestieren.

“volksliedere vol herinnerings” (Karel Schoeman, ’n Ander land)

De witte nationalistische Afrikaner Beweging is mij compleet vreemd is, alsook het hiermee gepaard gaande vendelzwaaien, het neerknielen voor het aanschijn Gods in de christelijk gereformeerde kerk en de heiligverering van de Voortrekkers en de heldhaftige Boeren uit de tijd van de tweede Zuid-Afrikaanse Oorlog. Zeg nu eerlijk: het genre van de nationalistische volkslyriek leverde in de geschiedenis en op alle continenten meestal weinig interessante teksten op. Er bestaat natuurlijk een lange transnationale en multiculturele traditie van volkslyriek en -muziek. Het is in de muziek- en cultuurwetenschappen een studiegebied op zich. Voor de duidelijkheid: met het genre van het anthem is niets verkeerd, wel met de politieke recuperatie ervan. Een publieke opdracht door een bevolkingsgroep die zich beroept op sociale, culturele en historische exclusiviteit zoals hier het geval is kan mijns inziens alleen zwakke poëzie opleveren. Tot het tegendeel is bewezen natuurlijk. De verwachtingen van de Oraniërs moeten hoog gespannen zijn. Of het laat hen koud. Er zijn natuurlijk vele volkshymnen en nationalistische liederen die zijn gedrenkt in een sfeer van misselijk makend pathos en getuigen van een verstechnisch gestuntel. De literatuurcompetitie laat denken aan Na die geliefde land (1972) van Karel Schoeman, de dystopische roman over een tijdperk waarin Afrikaners definitief hun macht zijn kwijtgeraakt in Zuid-Afrika. Ze verlangen op een tragische manier terug naar het geliefde land dat voorgoed voorbij is. Schoeman steekt de draak met het aanmatigend sentimentalisme zoals we zo geregeld in dithyrambische volkspoëzie kunnen aantreffen* (zie ook: https://www.litnet.co.za/na-die-geliefde-land-deur-karel-schoeman-n-leeskringbespreking/). Met dank aan Alwyn Roux voor de suggestie.

...
Dat een Volksstaat (in oprichting) op zoek is naar een volkslied, zegt alles over de identitaire ideologie, de behoefte zich te profileren en maatschappelijk te onderscheiden in het huidige Zuid-Afrika.
...

Dat een Volksstaat (in oprichting) op zoek is naar een volkslied, zegt alles over de identitaire ideologie, de behoefte zich te profileren en maatschappelijk te onderscheiden in het huidige Zuid-Afrika. Het is voor schrijvers en kunstenaars altijd gevaarlijk zich te engageren voor of dienstbaar op te stellen ten aanzien van een cultureel, maatschappelijk en politiek doel of dus een project dat gebaseerd is op behoudsgezinde, in dit geval achterhaalde en wat mij betreft reactionaire ideeën. Vraag is hoe levensvatbaar, of beter gezegd: hoe relevant, in deze verwarrende tijden van inclusiviteit en meerstemmigheid, een maatschappelijk project zoals Orania vandaag is in een politiek imploderend land als Zuid-Afrika. Als buitenstaander kijk ik vreemd op en zie in het Boshoff-project zoals gezegd een poging om het oude oranje-blanje-bleu Zuid-Afrika – uit de tijd van de Boerenstaten en het NP-apartheidsregime – weer te vestigen. Voor sommigen uit economische overwegingen, voor anderen uit angst voor het multiculturele Zuid-Afrika, als slachtoffer van een economische malaise, zich unheimlich voelend in de sociaal-politieke positie waarin vele witte Afrikaners post 1994 zijn terechtgekomen. Het gaat over een Volksstaat in oprichting voor toch overwegend armblankes, zij die in een land geregeerd door een corrupte ANC-regering aan hun lot zijn overgelaten en daarom hun heil zoeken in Orania. Intussen verkommeren miljoenen andere mensen, bruin en zwart mensen, in gore armoede. Voor hen is Orania geen toevluchtsoord. Of met een woord van Adriaan van Dis: een project dat berust op “waanzin”. Maar voortaan met een eigen volkshymne voor het Afrikanerdom.

Geen knus achttiende-eeuws Zuid-Afrikaans dorp

In De Groene Amsterdammer publiceerde de Nederlandse journalist Fred de Vries recent het artikel ‘De nieuwe utopie van de Afrikaners’ (26 april 2023), zoals gezegd al eerder een bijdrage in het boek Afrikaners. Een volk op drift, waarin over Orania het volgende is opgemerkt: “Orania is geen knus achttiende-eeuws Zuid-Afrikaans dorp met een fraai plein en koloniale huisjes. Het werd midden jaren zestig van de vorige eeuw gesticht als tijdelijke vestiging voor arbeiders van het waterdepartement dat hier een irrigatiesysteem aanlegde. Er waren prefab-huizen neergezet, opgetrokken uit platen geperst hout. Toen de arbeiders in 1983 vertrokken en het hout kromtrok, veranderde het in een spookdorp. Eind 1990 kwam de grond met zijn bouwvallen op de markt. De Afrikaner activist Carel Boshoff, professor zendelingwetenschap aan de Universiteit van Pretoria en schoonzoon van Hendrik Verwoerd, die vaak de ‘architect van de apartheid’ wordt genoemd, vormde met een aantal gelijkgestemden een nv: de Afrikaner Vrijheidsstichting. Ze deden een bod, en in ruil voor ruim vijfhonderdduizend euro kregen ze 480 hectare aan de Oranjerivier. Later kwamen er duizenden hectaren bij door de aankoop van aangrenzende boerderijen.” In het dorp staat een museum waarin “de architect van apartheid” Hendrik Verwoerd wordt gememoreerd, waar weduwe Betsie jarenlang woonde en de schoonzoon Carl oprichter is van de enclave, waar volgens de berichten die ik lees symbolen van apartheid prominent zijn, waar de ‘Waarheid’ wordt gepropageerd.

Het artikel in De Groene kan hier worden gelezen: https://www.groene.nl/artikel/de-nieuwe-utopie-van-de-afrikaners

Voor zijn bijdrage in De Groene interviewde De Vries de journalist en opiniemaker Max Du Preez. Sta mij toe het slot van de tekst te citeren: “Du Preez ziet absoluut geen heil in een Afrikaner enclave. Zijn oplossing is het stimuleren van gemeenschapszin. ‘De enige uitweg is meer inclusiviteit: inclusiviteit in verzet, inclusiviteit in de instellingen’, zegt hij. Hij heeft niets op met activistische Afrikaner bewegingen als Solidariteit en AfriForum die zich inzetten voor witte belangen. Zij domineren het Afrikanerdom, bromt hij. ‘Ze doen belangwekkende dingen, maar het zijn en blijven ultra-conservatieve krachten.’ Met een klap op de tafel besluit hij zijn betoog. ‘En het is een exclusief-christelijke beweging!’ De kopjes trillen. Hij strijkt door zijn baard en glimlacht tevreden. Zo kennen we hem. Max du Preez, voor altijd een atheïstische, calvinistische, Afrikaner utopist – hardegat.”

Zuid-Afrika, een maatschappij in beweging

In een maatschappelijk en cultureel landschap dat verdeeld is, zoals ook de Afrikaner gemeenschap gepolariseerd is, zijn er krachten die oerconservatief zijn en nogal makkelijk en weinig ingelicht begrippen als “woke” en “cancelcultuur” in de mond nemen. Zij voelen zich verkeerd begrepen, wellicht gefrustreerd, angstig of stilaan irrelevant. Zij weten dat hun cultureel aanzien aanzienlijk vermindert, eerst na apartheid en nu in een wereld in transitie. Zij realiseren zich almaar beter dat ze hoogstens nog in de periferie opereren. Amechtig houden ze vast aan hun eigen grote gelijk. De wereld verandert. Ze zetten de hakken in het zand om voor zichzelf nog levensruimte te creëren.

...
In een maatschappelijk en cultureel landschap dat verdeeld is, zoals ook de Afrikaner gemeenschap gepolariseerd is, zijn er krachten die oerconservatief zijn en nogal makkelijk en weinig ingelicht begrippen als “woke” en “cancelcultuur” in de mond nemen.
...

Orania past mijns inziens in dat plaatje. Afrikaners zijn (met een term van Elsa Joubert in Die swerfjare van Poppie Nongena) “helpmekaarmense” geworden die moeten oproeien tegen een wereld waarin ze zichzelf niet langer thuisvoelen. Ze klampen zich vast aan hun eigen exclusiviteit, in een maatschappij die inclusief, meerstemming, divers is. Die veelkleurigheid en het belang van het multiculturele leven kan niet worden ontkend door zich terug te trekken in een op huidskleur en ideologie gebaseerde volksgemeenschap, op Gods eiland.

Oranexit

Charl-Pierre Naudé, een van de betrokken literaire adviseurs, heeft intussen zijn standpunt publiek gemaakt in een genuanceerd en stevig onderbouwd betoog dat nu ook weer uitnodigt tot een discussie. Het gesprek zetten we binnenkort voort in Johannesburg. Zoals steeds is de schrijver bereid tot een discussie met open vizier en respect voor andere zienswijzen. Omdat in het opiniestuk op LitNet wordt verwezen naar mijn verbazing en de vragen die ik heb gesteld bij de betrokkenheid, als Europeër, heb ik geoordeeld het standpunt publiek te maken dat ten grondslag ligt aan een geanimeerde gedachtewisseling en finaal de terugtrekking uit het Afrikaner-nationalistische project. Ook al vond de auteur het niet langer wenselijk hierover een tweespraak op te zetten die volgens hem een “terug naar start” impliceert. Deze tekst is voorgelegd en besproken, in verschillende versies, maar er is voor de schrijver weinig aanleiding om nog eens hetzelfde standpunt te formuleren. Zegge en schrijve vandaag 28 juni, op het moment dat dit artikel persklaar is gemaakt, heeft Charl-Pierre Naudé na ampel beraad bedankt als adviseur van de schrijfcompetitie van de Oraniërs. Hij trok zich publiekelijk terug uit het project. Voor schrijvers, zeker voor een auteur van dat kaliber, lijkt het mij net een goede zaak dat zij zich niet lenen voor ideologische (rechtse) constructen van overdreven Afrikanersentiment. Vrijdenken is het niet te onderhandelen privilege van de ongebonden schrijver.

Gent/Groot Brakrivier

Dank aan Alwyn Roux voor de kritische lectuur van het essay.

* Op 14 juli 2023 houd ik in Bloemfontein de eerste Karel Schoeman Gedenklesing (Vrystaat Kunstefees, 10-15 juli): ‘Historische verbeelding. Terugblikken met Karel Schoeman/Historical Imaginaries: Flashbacks with Karel Schoeman. Met dank aan de Universiteit van die Vrystaat en Prof Johann Rossouw.

https://vrystaatkunstefees.co.za/historical-imaginaries-flashbacks-with-karel-schoeman/

  • Foto's verstrekt, gebruikt met toestemming.
Lees ook:

Gedagtes rondom Orania

  • 0
Verified by MonsterInsights
Top