“Ik luister zwijgend naar die stem, die hijgt en hees is, maar vol klem”
Het literair fenomeen Willem Elsschot heeft na meer dan een halve eeuw nog niets van zijn felheid verloren.
En hoewel hij na zijn machtig Borms-gedicht in 1947 de pen voorgoed neerlegde beginnen meer en meer lezers te beseffen welk een groot schrijver (dichter en romancier) hij was.
Zelfs zijn debuut Villa des Roses dat dateert van 1910 is nog altijd zeer leesbaar in een helder Nederlands. Alleen zijn Nederlandse tijd- en generatiegenoot Nescio staat op dezelfde eenzame hoogte. En is ook nog even leesbaar.
Van beide auteurs koester ik het Verzameld werk en alle kleurrijke en sappige anekdotes en beide auteurs werden geboren in 1882 en stierven bijna in hetzelfde jaar (de Antwerpenaar in 1960 en de Amsterdammer in 1961).
En niet te vergeten het W.E.G (het Willem Elsschot Genootschap) is al enkele jaren het rijkste en grootste literaire genootschap met de meeste betalende enthousiaste leden.
En om de eerste zin hierboven van mijn artikel te illustreren kan ik al melden dat onze beroemde vertaler en essayist Paul Claes nu zelfs de gedichten van Willem Elsschot ook al in het Frans zou hebben vertaald.
Voorwaar geen makkelijke opdracht om deze duivelse moedergedichten en het befaamde Borms-gedicht met de meeslepende toon en taal te hertalen. Ook Vic van de Reijt (°Breda, 1950) is en blijft een onvoorwaardelijke en onvermoeibare Elsschot-fan en Elsschot-onderzoeker.
Hij is de biograaf van Elsschot en schrijver en uitgever en schreef een nieuw boek “De ontdekking van Elsschot” over onze merkwaardige mijnheer Alfons De Ridder, de burgerlijke vermomming van onze onvergetelijke Antwerpse auteur.
Een schizofreen is nooit alleen zei de geniale aforisticus Fernand Lambrecht en ik geloof dat dit geestige aforisme perfect past op de persoonlijkheid van de gehaaide zakenman (reclameman) Alfons de Ridder en de kunstenaar (verteller) Willem Elsschot.
Meermaals schreef ik reeds over het beruchte Borms-gedicht voor dit weekblad en voor het maandblad Meervoud en zelfs voor het Borms-museum in Antwerpen met stukken als ‘De woede van Willem Elsschot’, ‘Het verboden gedicht’ en nog andere en ik wil mijn commentaar op dit gedicht hier niet meer herhalen, maar mijn naam en mijn artikelen werden in dit boek natuurlijk niet vermeld (ik ben vertrouwd met de censuur van het stilzwijgen of het verzwijgen) maar in de veertig korte hoofdstukken en uiteraard dan ook in het personenregister ontbreekt alleszins één boek en dus ook de naam van de auteur die een verrassend mooi boek over Elsschot heeft geschreven.
Martine Cuyt en haar Elsschot-boek
Het goede pretentieloze boek “Willem Elsschot. Man van woorden” (Amsterdam: Meulenhoff, 2004) van deze Martine Cuyt, een literair journaliste bij de Gazet van Antwerpen werd niet één keer vermeld om hier niet te zeggen volledig verzwegen. En dit is toch wel een schromelijke vergissing ofwel een al dan niet kwaadwillend misverstand.
Het boek is trouwens alweer te koop bij De Slegte en dit is voorwaar een goede zaak. Ik weet niet of Vic van de Reijt dit ook in zijn biografie die zeven jaar later (in 2011) verscheen weer heeft durven doen, want ik heb deze biografie helaas niet in mijn bezit.
Toch vond ik in de veertig hoofdstukken van dit nieuwe boek vele overlappingen en kleurrijke gegevens die al eerder ergens anders te lezen waren en al bij al vertelt deze auteur uit Breda weinig nieuws, weinig schokkends en weinig relevante literair-historische informatie. Dat hij graag een goede borrel (een goed boertje) dronk dat wisten de lezers wellicht al. Maar dat hij zijn Borms-gedicht zou geschreven hebben om zijn linkse literaire vermeende vrienden (Louis-Paul Poon e.a.) te schokken en van zich af te stoten, vind ik gewoon bezijden de waarheid.
Elsschot was zelf geschokt door de moord op Borms en liet dit ook herhaaldelijk blijken. Wat ongetwijfeld wel waar is dat hij niet goed kon opschieten met een figuur als Hugo Claus en in een denkbeeldig interview antwoordt de auteur na de opmerking ‘Met Hugo Claus schoot Elsschot ook al nier op’ hierover het volgende: “Dat is logisch. ’t Waren heel verschillende naturen en schrijvers, de uitbundigheid van Claus en de zuinige schriftuur van Elsschot staan mijlenver van elkaar.
Elsschot zat wel in de jury die Claus de Krynprijs gaf, maar eigenlijk vond hij De Metsiers die bekroning niet waard. Er schijnt een briefwisseling tussen Claus en Elsschot te bestaan, maar Claus wil die naar verluidt niet openbaar maken.”
Kortom dit boek van deze Vic van de Reijt is een boek voor gevorderden of voor de lezers en lezeressen van Elsschot die werkelijk alles, maar dan ook alles over hun schrijversidool en zijn zeer burgerlijk bestaan zouden willen weten.
* De ontdekking van Elsschot, Vic van de Reijt, Amsterdam: Athenaeum- Polak & Van Gennep, 270 blz., 19,90 euro, ISBN 978 90 253 0858 2.
Buro: MV