Tweespraak van Yves T'Sjoen en Benno Barnard
Zweer niet ijdel, vloek noch spot!
Yves T’Sjoen
.........
“Het literatuuronderwijs ... heeft een ontzagwekkende maar cruciale taak: jonge lezers zin voor kritisch en open lezen bijbrengen, de vaardigheid fictie en werkelijkheid van elkaar te onderscheiden, de literaire tekst als een particulier tekensysteem te zien. ... De naam op het boekomslag verwijst naar de auteur, niet de vertellende instantie die in het verhaal optreedt.”
.........
Is in de wereld van vandaag sprake van nieuwe preutsheid, al dan niet overdreven morele verontwaardiging, censuur en een cancelcultuur? Lijden steeds meer lezers aan het syndroom van leesblindheid? Het literaire bedrijf krijgt er dezer dagen mee te maken. Legio voorbeelden: nog niet zo lang geleden de hetze naar aanleiding van racistische uitspraken van een personage in de roman Normal People (2018) van de Engelse schrijfster Sally Rooney (https://www.theguardian.com/commentisfree/2021/sep/11/so-sally-rooneys-racist-only-if-you-choose-to-confuse-fiction-with-fact). Rooney kon volgens verontwaardigde criticasters maar het best worden verbannen en werd verantwoordelijk gehouden voor de ideeën van de “spoilt, sadistic rich kid” Jamie en diens visie op Aziatische mensen. Iets soortgelijks overkwam J.M. Coetzee naar aanleiding van Disgrace (1999). Antjie Krog herinnert er mij aan dat de auteur destijds ferm is bekritiseerd omdat hij zwarte personages als verkrachters heeft uitgebeeld en het hoofdpersonage David Lurie uitspraken in de mond legt over vrouwen en zwarten. Bekend in het Nederlandse taalgebied is de kritiek van de Nederlandse recensent Aad Nuis op Frans Kellendonk omdat het vrekkige personage A.W. Gijselhart in Mystiek lichaam (1986) homofobe en antisemitische uitspraken doet (https://www.tijdschrift-filter.nl/jaargangen/1994/12/kellendonk-in-de-franse-tuin-11-21/). De woorden van Gijselhart zijn de auteur in de mond gelegd. Het is in dat licht nogal ironisch dat Kellendonk als werktitel van zijn canonieke roman Gijselhart in gedachten had. Anderen vinden dan weer dat we boeken van J.K. Rowling niet meer moeten lezen omdàt de schrijfster aanstoot neemt aan transgendervrouwen die ze niet als “volwaardige” vrouwen beschouwt. De Britse uitgeverij Puffin gaf onlangs toe aan drukkingsgroepen en greep in de teksten van kinderboekenschrijver Roald Dahl in. Voor velen heiligschennis – aan literaire teksten raak je niet – en voor anderen een kwestie van goed fatsoen en instandhouding van hoge morele standaarden. Wellicht spelen mercantiele overwegingen een rol in het Dahl-dispuut en is de moraliserende verontwaardiging over wat wordt beschouwd als politiek incorrect taalgebruik een drogreden. Al moeten we hierover niet lichtzinnig doen. Nederlandse en Franse uitgevers van Dahl haastten zich de voorbije week dan weer om duidelijk te maken dat de vertalingen in ieder geval niét wordt aangepast. Een betere mediastrategie voor het in de markt prijzen van die formidabele boeken van Roald Dahl is nauwelijks denkbaar.
.........
“Het is stilaan een teken des tijds: schrijvers van literaire teksten worden gesommeerd omdat ze het godbetert wagen thema’s aan te kaarten die door sommige lezers worden ervaren als ontoelaatbaar en schokkend. Voor de ene lezer mag een auteur bepaalde woorden niet langer neerschrijven, want dan pleegt hij of zij niets minder dan een aanslag tegen zeden en normen van goed burgermansfatsoen.”
.........
De afgelopen weken en maanden zijn wel méér incidenten te melden. In de Vlaamse krant De Standaard (25 februari, https://www.standaard.be/cnt/dmf20230224_97873188?utm_source=standaard&utm_medium=newsletter&utm_campaign=ochtendupdate&utm_content=small_1&utm_term=0-0&adh_i=33036aae7e33e9db7c41ea427d720785&imai=&M_BT=331984948) wordt naar aanleiding van actuele voorvallen – ook de aanslag op Salman Rushdie en in Nederland de ophefmakende zaak waarbij Pim Lammers als auteur van het Kinderboekenweekgeschenk na doodsbedreigingen de schrijfopdracht heeft teruggegeven en nu ondergedoken zit. Het is stilaan een teken des tijds: schrijvers van literaire teksten worden gesommeerd omdat ze het godbetert wagen thema’s aan te kaarten die door sommige lezers worden ervaren als ontoelaatbaar en schokkend. Voor de ene lezer mag een auteur bepaalde woorden niet langer neerschrijven, want dan pleegt hij of zij niets minder dan een aanslag tegen zeden en normen van goed burgermansfatsoen. Het Biedermeierethos is een hardnekkige attitude in onze beschaafde wereld. Voor de andere lezer is iedere blijk van bemoeizucht, zoals in de gevallen van Dahl en Lammers, een onaanvaardbare poging om teksten en schrijvers te cancelen. Al heel snel is sprake van directieven uit de woke-gemeenschap. Afgezien van de wel heel eenzijdige invulling van het begrip woke, te pas en te onpas in de mond genomen en nogal selectief gebruikt, zelfs pour le besoin de la cause, is het maar de vraag of hier überhaupt sprake is van “een gemeenschap”. Wie of wat is die woke-gemeenschap?
.........
“U leest dat goed: literatuur moet voor sommigen worden gecanceld. Schrijvers moeten we ongelezen laten.”
.........
Wokeness als double bind
Het gebruik van de term zelf is bijzonder discutabel, stilaan een leeg omhulsel. De ene keer gebruiken reactionairen het als scheldwoord wanneer sprake is van een gebrek aan goed fatsoen, van een op morele gronden verwerpelijk gedrag. Er is dan al gauw sprake van “woke-waanzin” (Arthur van Amerongen in een bespreking in HP/De Tijd van Coen de Jongs boek Wokeland https://www.hpdetijd.nl/columns/wokeland-hoe-een-piepkleine-bende-van-krijsende-gekkies-al-jaren-de-politiek-de-overheid-de-universiteit-en-de-media-terroriseert-en-gijzelt/). In de omgekeerde richting is de contestatie dan weer gericht op wat als seksistisch, racistisch, amoreel en asociaal, ook neokoloniaal en dergelijke wordt gezien, als expressie van een bepaald etnisch en cultureel denken. Iedere uiting die als articulatie van een exclusief denken wordt beschouwd, ligt vandaag onder de (politiek correcte) loep. In beide gevallen gelden morele maatstaven. In de twee kampen, indien ik het zo kan stellen, zijn er vertegenwoordigers die vinden, zelfs luidkeels eisen, dat bijvoorbeeld literaire teksten moeten worden gecanceld. U leest dat goed: literatuur moet voor sommigen worden gecanceld. Schrijvers moeten we ongelezen laten. Ach, er heerst nogal wat onverdraagzaamheid in de wereld. Maar het is voor enkelingen ook een bron van inkomsten. Het gehannes verschaft werk. De nieuwe beroepsgroep sensitivy readers, ongetwijfeld de overbetaalde censors van het huidige tijdsgewricht, heeft er een vette kluif aan.
Wie met andere woorden het begrip wokeness in de mond neemt om de ander vanwege een te conservatief of te progressief standpunt neer te sabelen, dient zichzelf voortdurend te uit te leggen. Niet zo veel mee aan te vangen, kortom, noch met gevoeligheidslezers noch met het woordgebruik.
.........
“Schrijvers moeten volgens sommigen worden gemuilkorfd, literaire auteurs dienen blijkbaar gebrandmerkt. Niet omdat ze slecht schrijven, maar omdat ze niet de juiste standpunten verspreiden.”
.........
In tijden van radicalisering of polarisering van het maatschappelijk debat is het continu op glad ijs lopen. Je krijgt er chronisch kramp in hoofd en ledematen van. Schrijvers moeten volgens sommigen worden gemuilkorfd, literaire auteurs dienen blijkbaar gebrandmerkt. Niet omdat ze slecht schrijven, maar omdat ze niet de juiste standpunten verspreiden. Voor anderen, ook schrijver dezes, is het schrijven volkomen vrij en bestaat geen behoefte aan zedenpolitie, een nieuwe versie van de poëziepolitie, een moralistische brigade op doctrinaire Iraanse leest geschoeid. Ik beperk me toch liever tot esthetische overwegingen. Die zijn al lastig genoeg. Misschien schudt men de moraal uit de mouw uit tekort aan esthetisch onderscheidingsvermogen.
.........
“Banbliksems en andere oekazes zijn doorgaans gemakzuchtige uitdrukkingen van een reactionair en steriel cultureel denken dat zich vermomt als de tolerantie zelve en een expressie is van zelfbewustzijn maar in de feiten bijzonder toxisch.”
.........
In literaire circuits van alle taalgebieden worden verhitte debatten gevoerd – doorgaans vooral dovemansgespreken – die niets van doen hebben met literatuur an sich, ook al doen ze alsof, maar dus uitsluitend met morele maatstaven en particuliere levensverwachtingen. Banbliksems en andere oekazes zijn doorgaans gemakzuchtige uitdrukkingen van een reactionair en steriel cultureel denken dat zich vermomt als de tolerantie zelve en een expressie is van zelfbewustzijn maar in de feiten bijzonder toxisch. Ik parafraseer hiermee de slotpassage in het The Guardian-artikel ‘So Sally Rooney’s racist? Only if you choose to confuse fiction with fact’, de tekst waarvan sprake in de inleiding. Nick Cohen, columnist van The Observer, is de schrijver van dienst die zich verbaast over de golf van morele contestatie die Normal People van Sally Rooney jaren geleden overspoelde. Omdat een personage racistische praat verkoopt. Zelfbewustzijn is soms niet ver verwijderd van zelfgenoegzaamheid. Literatuur wordt daarbij aangewend om het eigen grote gelijk wereldkundig te maken op sociale media en in het riool dat het wereldwijde net ons biedt bagger uit te gooien.
.........
“De schrijver wordt in die sfeer van lezerskortzichtigheid ten onrechte verantwoordelijk gehouden voor wat een personage beweert, ervaart of denkt. Ik denk dat je dan gelijk het merendeel van de literaire canon kunt afschaffen.”
.........
In het vraaggesprek met De Standaard formuleer ik een evidentie, een basisprincipe: een auteursstandpunt moet je niet zoeken in de leefwereld van personages. De gelijkstelling van uitspraken van een verteller in literaire fictie en een persoonlijke opvatting van de auteur van een roman – een aberratie die echter van alle tijden is – is een gruwelijke misvatting. De schrijver wordt in die sfeer van lezerskortzichtigheid ten onrechte verantwoordelijk gehouden voor wat een personage beweert, ervaart of denkt. Ik denk dat je dan gelijk het merendeel van de literaire canon kunt afschaffen. Er is nogal wat in de mond gelegd van personae. De schrijver daarvoor op het appèl roepen, is een getuigenis van tekortschietende leesvaardigheid, enggeestig denken of gewoon een angstwekkend beperkt kritisch vernuft.
.........
“Wat in deze context van nieuwe cancelcultuur de boventoon voert – behalve de morele gezagsargumenten – is een tekort aan leesopvoeding en gedegen leescultuur.”
.........
Passe-partout voor hegemonisch machtsdenken
Wat in deze context van nieuwe cancelcultuur de boventoon voert – behalve de morele gezagsargumenten – is een tekort aan leesopvoeding en gedegen leescultuur. Uitgeverijen die onder sociale druk en stemmingmakerij overstag gaan en al snel worden meegevoerd in windvlagen van hysterie en bemoeizieke, molenwiekende en banvloekende lezers, kunnen in plaats van te schrappen maar beter aanprijzen, desnoods investeren in disclaimers wat mij betreft. Het literatuuronderwijs – in zoverre hiervan nog sprake is natuurlijk – heeft een ontzagwekkende maar cruciale taak: jonge lezers zin voor kritisch en open lezen bijbrengen, de vaardigheid fictie en werkelijkheid van elkaar te onderscheiden, de literaire tekst als een particulier tekensysteem te zien. Niet als spiegel van een verwerpelijke ethiek maar als kunstwerk waarin een leefwereld wordt verbeeld die niet biografisch of anekdotisch representatief is voor de denkwereld van de auteur, de persona pratica. De naam op het boekomslag verwijst naar de auteur, niet de vertellende instantie die in het verhaal optreedt. Dat lijkt mij nogal wiedes. Alle incidenten, voorvallen van morele verwerping van taalgebruik, zijn terug te voeren op dat principe. Lezers leren lezen, een onderwijsopdracht op school, is van fundamentele aard voor de instandhouding van een democratie.
.........
“Het superioriteit-denken is een bedreigend denken. Het schept verwachtingen die niet door tegenstemmen mogen worden gecontesteerd. ... Deze vaststelling heeft allesbehalve van doen met woke, alleen wat mij betreft met gezond verstand en de bereidheid tot kritisch spreken en genuanceerd denken. Laten ons het vertellen van verhalen toch niet aan banden leggen.”
.........
De gemediatiseerde voorvallen – Rooney, Rushdie, Lammers, Dahl en in Vlaanderen niet te vergeten de saga van de Antwerpse stadsdichters, hoe uiteenlopend ook – moeten ons laten nadenken over hoe we met literatuur omgaan in de maatschappij. De literatuur is een vrijplaats, ook voor standpunten die we als schokkend of verwerpelijk ervaren. Wat tegen de borst stuit is een aanleiding om het eigen grote gelijk even te bevragen. En dus niet als bedreiging te zien voor het eigen wereldbeeld. Het superioriteit-denken is een bedreigend denken. Het schept verwachtingen die niet door tegenstemmen mogen worden gecontesteerd. Het is veilig maar ook lafhartig in de comfortzone te blijven en andere stemmen af te rekenen. In de meest ontsporende vorm leidt superioriteit-denken tot fatwa’s en doodsbedreigingen. Deze vaststelling heeft allesbehalve van doen met woke, alleen wat mij betreft met gezond verstand en de bereidheid tot kritisch spreken en genuanceerd denken.
Laten ons het vertellen van verhalen toch niet aan banden leggen.
*****
Rondkoppen
Benno Barnard
.........
“Ik vertel u deze anekdote om te verduidelijken dat het hedendaagse puritanisme, die verstikking van de levensvreugde, die schaamteloze aanval op de vrijheid van de pen ...”
.........
Wij worden omringd door puriteins gespuis: nu is ook uitgeverij Puffin voor de erfgenamen van Cromwell door de knieën gegaan. Ik verklaar mij nader.
Toen ik lang geleden samen met mijn vader het stadje Ely bezocht, passeerden we het huis van Oliver Cromwell, de leider van de Rondkoppen, de puriteinen die de Engelse burgeroorlog zouden winnen en de eerste koning Karel onthoofden. Cromwell, die als leider van de kortstondige Engelse republiek de titel Lord Protector droeg, verbood muziek in dezelfde kathedraal die wij een half uur eerder bewonderd hadden. Mijn vader verafschuwde Cromwell en het puritanisme diep – het was in zijn ogen geen toeval dat Stalin die fanaticus bewonderde. Hij noemde hem Lord Hooligan.
We stonden voor dat museum en mijn beminde verwekker weigerde een voet over de drempel te zetten: ‘Ik ga niet op de thee bij die schoft.’ In plaats daarvan bezochten we het stadsmuseum. Daar ontspon zich een opmerkelijk tafereel: de stadsgids bleek van Rondkoppen af te stammen en mijn vader en hij ruzieden beschaafd doch bits. ‘Sir!’ riep mijn vader ten slotte uit, ‘We are Royalists!’ Alleen in Engeland kun je nog actuele bonje hebben over een politiek conflict van meer dan drie eeuwen geleden.
Ik vertel u deze anekdote om te verduidelijken dat het hedendaagse puritanisme, die verstikking van de levensvreugde, die schaamteloze aanval op de vrijheid van de pen, niet toevallig in de Verenigde Staten is begonnen: dat land is door Engelse puriteinen gesticht. Als het van de puriteinen afhing, begon mijn eerste zin zo: ‘Wij worden omringd door social warriors van alle geslachten.’
Het recentste slachtoffer van de Rondkoppen heet Roald Dahl. U hebt in de krant kunnen lezen dat dikke kinderen in zijn boeken niet meer dik zijn en dat heksen een pruik dragen die andere vrouwen om medische redenen op hun hoofd zetten. Alsof een ietwat intelligent kind dat zelf niet begrijpt. En domme kinderen lezen toch geen boeken. Met dom bedoel ik intellectueel anders georiënteerd. Mijn moeder droeg tegen het einde van haar leven een pruik en zou de Rondkoppen in hun smoel hebben uitgelachen.
.........
“Dahl was stout. Het belangrijkste literaire kenmerk van Dahls werk is dan ook het niet-correcte karakter ervan.”
.........
Ik herinner me dat ik The Twits van Dahl voorlas aan mijn zoon Christopher (die tweetalig is dankzij zijn Amerikaanse moeder). Hij was zeven en vond de licht gestoorde meneer Griezel, die etensresten in zijn baard bewaarde, geweldig grappig. Een volwassene als een twit afschilderen (wat overigens Sufkop en niet Griezel betekent) was namelijk stout. Dahl was stout. Het belangrijkste literaire kenmerk van Dahls werk is dan ook het niet-correcte karakter ervan. Nu is dat dus weggesneden: Dahl is een eunuch geworden, een schrijver zonder ballen.
.........
“Net als Salman Rushdie en zoveel andere collega’s vrees ik dat kinderen straks niet alleen zouteloze boeken te lezen krijgen, maar dat er ook allerlei onzin in die hoofdjes wordt gepropt.”
.........
Ik verdedig Dahl niet omdat ik hem zo’n goeie schrijver vind – ik vind hem nogal middelmatig. Maar dat is het punt niet. Net als Salman Rushdie en zoveel andere collega’s vrees ik dat kinderen straks niet alleen zouteloze boeken te lezen krijgen, maar dat er ook allerlei onzin in die hoofdjes wordt gepropt. Want dit moralistische geknoei zou op den duur ook kunnen betekenen dat de zedenmeesters – aangesteld als overgevoeligheidslezers – straks een ideologische agenda door de pap roeren, zodat de toekomstige zevenjarige bijvoorbeeld leert dat onze voorouders allemaal smeerlappen waren. Of dat het slecht is te denken dat het vraagteken tussen je benen betekent dat je misschien wel een jongetje bent. (Als u meent dat ik rechts of transfoob ben, leest u mij echt verkeerd).
God sta ons bij.
Van God gesproken: metafysisch toeval wil dat een paar weken geleden de anglicaanse kerk een zoveelste commissie heeft aangesteld, die zich zal buigen over de vraag wat Gods pronomina eigenlijk zijn. Kunnen we Hem ook Haar noemen? Iets dergelijks.
In het hoofd van de aartsbisschop van Canterbury is dus dezelfde heilloze flauwekul gevaren als in de kop van de directeur van Puffin. De uitgeverij en de rechthebbenden willen meer geld verdienen, dat is de ware reden van hun aanval op het erfgoed van Roald Dahl (voor zover mijn kennis reikt). De aartsbisschop van Canterbury wordt gemotiveerd door een andere dwaling: die denkt zowaar dat hij volk de kerk in kan lokken met de ontgendering Gods.
God is een personage in een kleine bibliotheek van zesenzestig kinderboeken voor volwassenen. Je kunt in Hem geloven of niet, dat verandert niets aan de verhalen in die bibliotheek. In die verhalen is hij een vader; analoog daaraan is Maria een moeder en Jezus een zoon (die in een nieuw-samengesteld gezin opgroeit). Alleen Rondkoppen snappen dat niet. Waarschijnlijk omdat ze een universitaire opleiding in een of andere menswetenschap hebben genoten, een betere verklaring kan ik zo gauw niet bedenken.
Lees ook op LitNet en LitNet Akademies:
Elders gesien: Dahl se stories moet juis nie soet en voorbeeldig en prekerig vervelig wees nie
Persverklaring: Hennie van Coller bedank as voorsitter van die SA Akademie se Letterkundekommissie
Buro: MvH