De twee mannen die vrijdag voor de rechter stonden voor de moord op Ali Motamed, waren niet geïnteresseerd in de identiteit van hun slachtoffer. Ze hadden er dan ook geen idee van dat de man die op 15 december 2015 in Almere door hen zou zijn vermoord, in werkelijkheid een van de meest gezochte dissidenten van Iran was. 

Bron: https://eenvandaag.avrotros.nl/item/gaf-iran-de-mocro-maffia-opdracht-voor-de-moord-op-ali-motamed/

Anoaur A. en Moreo M. zijn eenvoudige klusjesmannen uit de Amsterdamse onderwereld. Ook hun vermoedelijke opdrachtgever, topcrimineel Naoufal F. (“Noffel”), wist niet wie Ali Motamed was. Uit versleutelde PGP-berichten die in handen zijn van het Openbaar Ministerie, blijkt dat “Noffel” aanvankelijk een andere hitman had benaderd. “Bro”, schreef hij aan deze Randall D., “een Turk hij werkt gewoon alles electro shit of zo hij rijd witte busje met eneco er op waar [waarom] hij moet slapen [doodgaan] weet ik niet en wil niet eens weten hahahah simpele mannetje in de 40 gezin gewoon alles”. Nadat Randall D. eind november 2015 was opgepakt in verband met een andere moord, ging de opdracht om dat “simpele mannetje” om te leggen naar Anoaur A. en Moreo M.

Ayatollah Khomeini, via Wikimedia Commons

Wat “Noffel” en zijn handlangers niet wisten, was dat de vriendelijke Eneco-medewerker Ali Motamed die met zijn vrouw en tienerzoon in een keurige straat in Almere woonde, in werkelijkheid de 56-jarige Iraniër Mohammad Reza Kolahi Samadi was. Samadi zou op 28 juni 1981 een aanslag hebben gepleegd op het hoofdkwartier van de Islamitische Republikeinse Partij in Teheran van ayatollah Khomeini. Khomeini was de leider van de Iraanse Revolutie die in 1979 de laatste sjah ten val bracht. Onder Khomeini’s bewind (1979- ‘89) werd de sharia ingevoerd en veranderde Iran in een streng religieus-fundamentalistische staat. Bij de aanslag in 1981 kwamen 73 hoge partijfunctionarissen om het leven, onder wie vier ministers en opperrechter ayatollah Mohammad Behesti, destijds de tweede man van Khomeini’s regime. Voor deze aanslag was Samadi in Iran bij verstek veroordeeld tot dood door ophanging.

Toen hij aanzoek deed voor een verblijfsvergunning, wisten de Nederlandse autoriteiten niet dat Ali Motamed in werkelijkheid Mohammad Reza Kolahi Samadi was. Ook zijn vrouw wist jarenlang van niets. Pas in 2000 vertelde Motamed haar wie hij was, nadat de Iraanse media foto’s van hem hadden verspreid; blijkbaar waren de Iraanse autoriteiten nog steeds naar hem op zoek. Hij beloofde dat hij zijn zoon na diens achttiende verjaardag alles zou vertellen. Nadat Motamed was vermoord, maakte zijn weduwe zijn ware identiteit bekend.

De correspondentie tussen Naoufal F. en Randall D. is afkomstig van computerservers met versleutelde PGP-berichten die in 2016 in Canada in beslag zijn genomen. PGP betekent “Pretty Good Privacy”. Het is software waarmee communicatie via Blackberry-smartphones kan worden versleuteld. Naoufal F. en zijn kompanen verstuurden hun PGP-berichten via de Nijmeegse provider Ennetcom. Terwijl de criminelen zelf hun berichtjes zorgvuldig wisten, bleven die op de door Ennetcom gehuurde servers in Canada gewoon staan. Op grond van het in Canada buitgemaakte materiaal kon Naoufal F. in april tot 18 jaar cel veroordeeld worden voor het organiseren van de mislukte moordaanslag op de Amsterdamse crimineel Peter “Pjotr” R., eind 2015 in Diemen. De verwachting is dat Naoufal op grond van het Ennetcom-materiaal aan nog meer moorden gekoppeld kan worden.

Maar in het geval van de moord op Ali Motamed alias Mohammad Reza Kolahi Samadi is Naoufal F. slechts een tussenpersoon. Het is onduidelijk wie opdracht tot de moord heeft gegeven, en of het Iraanse regime hierachter zit. In het verleden gebruikte de Iraanse geheime dienst de militante Hezbollah-beweging om liquidaties uit te voeren. Schakelt Hezbollah nu op zijn beurt in West-Europa lokale onderwereldfiguren in om het vuile werk op te knappen?

De moord op Ali Motamed staat niet op zichzelf. Op 9 november 2017 werd in Den Haag de Iraanse activist Ahmad Mola Nissi vermoord. Nissi was de leider van de Arab Struggle Movement for the Liberation of Ahwaz, die vecht voor de onafhankelijkheid van de Iraanse provincie Khuzistan. Nissi’s moordenaars waren vermoedelijk afkomstig uit de Rotterdamse onderwereld.

Ali Motamed en Ahmad Mola Nissi (Foto: https://eenvandaag.avrotros.nl/item/gaf-iran-de-mocro-maffia-opdracht-voor-de-moord-op-ali-motamed/)

Het Panarabische dagblad Asharq Al-Awsat, dat gedeeltelijk in het Engels verschijnt, legt een verband tussen de gebeurtenissen in Nederland en soortgelijke incidenten in onder meer België, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en de Verenigde Staten.

Hoewel zowel de Iraanse ambassade in Den Haag als de Nederlandse regering er het zwijgen toe doen, is het opmerkelijk dat Nederland in juni twee Iraanse diplomaten het land uit heeft gezet. Dit is een zwaar diplomatiek middel. Volgens de Iraanse staatskrant Kayhan (aangehaald in Het Parool) is er een verband met de twee liquidaties in Den Haag en Almere. Voorafgaand aan de uitzetting zou de Nederlandse geheime dienst, de AIVD, een gesprek hebben gehad met de Iraanse ambassadeur. Volgens Kayhan heeft de AIVD de ambassadeur tijdens dit gesprek “bewijzen en indicaties” getoond van Iraanse betrokkenheid bij de moord op Motamed en Nissi.

Ulysse Ellian, fractievoorzitter van de VVD in de gemeenteraad van Almere en zelf van Iraanse afkomst, eist duidelijkheid van de Nederlandse overheid. “Het lijkt erop dat Iran alle dissidenten in Nederland en in Europa vogelvrij verklaart”, aldus Ellian in het actualiteitenprogramma Een Vandaag. “Dat zou je niet moeten accepteren. Daarvan zou je als Tweede Kamer, als regering en als lokale overheid moeten zeggen: ‘Tot hier en niet verder!’ Als je dat niet uitspreekt, zeg je feitelijk: ‘Ga uw gang maar’.”

Vanwege het zomerreces kan een reactie van de Nederlandse overheid nog even op zich laten wachten. De rechtszaak tegen Anoaur A. en Moreo M., die ervan worden beschuldigd dat ze de moord op Ali Motamed in Almere hebben gepleegd, wordt in oktober voortgezet.