Tijdens de twee Boerenoorlogen voerde de Gentse flamingant Paul Fredericq, hoofdredacteur van Het Volksbelang, een nadrukkelijk pro-Boerenbeleid. De Gentse liberale krant is ongeveer een decennium voor het begin van de eerste Zuid-Afrikaanse oorlog opgericht. Aan de Boerenzaak is quasi wekelijks aandacht besteed. Het periodiek bericht over voordrachten georganiseerd ten voordele van de Boerenweduwen. Pamfletten met anti-Britse gedichten kostten in die tijd maar een paar centimen en gingen van hand tot hand.
De vrouwenafdeling van het Rode Kruis liep Gentse deuren plat op zoek naar steun voor de heldhaftige Boeren. Het Volksbelang spaarde geen loftuitingen voor de heroïsche Boeren, mede vanuit een flamingantisch eigenbelang. De krant verdedigde namelijk het Nederlands in Vlaanderen, toen nog voorwerp van een taalstrijd, en probeerde de Vlaamse taalrechten onder de aandacht van het publiek te brengen. Zo was de vernederlandsing van de Gentse universiteit één van zijn meest gearticuleerde strijdpunten. Hoe Het Volksbelang de twee Boerenoorlogen een rol laat spelen in de Vlaamse taalstrijd, hebben we in ons onderzoek trachten aan te tonen.
.................................................................................................................................
Wanneer de eerste Boerenoorlog op 16 december 1880 losbarst, is de publieke belangstelling in Vlaanderen heel beperkt. Van de heroïsering van het Boerenvolk door Vlamingen is allerminst sprake. Het Volksbelang neemt aanvankelijk een veeleer afwachtende positie aan ten opzichte van de Britten.
Wanneer echter al gauw blijkt dat de Britse kolonisator geen oren heeft naar een pacifistisch gebaar van de Boeren om de oorlogsspanning weg te nemen, verliest ze naast een zeker begripvolle houding ook de onverdeelde sympathie van de Vlamingen. Het Volksbelang komt er vervolgens al heel snel voor uit dat de redactie aan de kant van de Boeren staat, de zogeheten “stambroeders”. Geleid door de Groot-Nederlandse gedachte zal de krant vooral morele steun bieden aan de stamverwanten. Medewerkers sturen intekenlijsten naar alle uithoeken van Vlaams-België met de bedoeling te worden ondertekend door iedereen die openlijk de strijd van de Afrikaners wil steunen.
Naargelang de oorlog vordert, identificeert Het Volksbelang het lot van de Vlaming met dat van de Boeren in Zuid-Afrika, aan de hand van impliciete vergelijkingen. Zowel Vlamingen als Boeren strijden voor eigen onafhankelijkheid en stellen zich te weer tegen de onderdrukker. Vlaanderen wil zich vrijmaken van de invloed van het Frans. Het gaat over het verzet tegen “het juk dat men hun oplegt”. Dit citaat uit Het Volksbelang van 26 februari 1881 kan dubbelzinnig worden opgevat. Enerzijds kan dit een expliciet verwijt zijn aan het adres van de Britten in hun strijd met de Boeren.
Anderzijds kan de frase refereren aan het Frans en de wijze waarop de overheid de taal opdringt in wat toen nog heette Vlaams-België. Dat soort dubbelzinnigheden is de rode draad doorheen Het Volksbelang ten tijde van de eerste Zuid-Afrikaanse oorlog. Het flamingantisme dat ten grondslag ligt aan de aandacht voor de oorlog in Zuid-Afrika is aanwezig in citaten die op het eerste gezicht handelen over de kamp tussen Boeren en Britten, maar vooral een lokale politieke agenda dienen.
Op 11 oktober 1899 raken de Transvalers betrokken in de tweede Anglo-Boerenoorlog. De annexatie van de Boerenrepubliek Transvaal door de Britten, beschouwd als een groot onrecht dat de Afrikaners ten deel viel, heeft de propagandamachine van de Vlaamse Beweging op volle kracht gebracht. De meest productieve van alle redacteurs van Het Volksbelang waren zonder meer Paul Fredericq, Pol Anri, Milo, Van Hauwaert en Guy Staes. Zij bouwden in hun journalistieke discours voort op de dichotomie tussen “moordende” Engelse jingo’s en ijdele maar heldhaftige Boeren. De Boerenzaak is explicieter hun bekommernis dan in de jaren 1880-1881, en de gelijkenissen tussen vrijheidslievende Boeren en onderdrukte Vlamingen worden ook sterker benadrukt.
De retoriek in Het Volksbelang gaat uit van één gemeenschappelijke stamboom, waarbij Hollanders, Boeren en Vlamingen behoren tot één volk. Tot die populatie behoren ook de Nederlandse kolonies, zoals Nederlands-Indië, en “internationale” Hollanders die in Teheran, Zürich en Constantinopel werken en wonen. De Boeren spreken “onze moedertaal”, en hun strijd is niet enkel een voor onafhankelijkheid, maar ook gericht op “vrede van taal”. Indien de oorlog voor hen slecht afloopt, brengt de nederlaag een gevaar mee voor “onze taal”.
Paul Fredericq dankt de Boeren omdat ze de Nederlandse “eensgezindheid” verruimen, maar vreest in de toekomst voor het lot van het Afrikaans in een Angelsaksisch Zuid-Afrika. In ieder geval verbleekte de Vlaamse Beweging naast de hevige Boerenzaak, zo meende Fredericq. Toch vallen overeenkomsten op. Algemeen sporen de “franskiljons” (de spotnaam van de Franstaligen) met de Engelse bezetter: “Franskiljons zijn jingo’s van het gallicisme, die Vlamingen onthouden van eigen ontwikkeling.”
De identificatie van flaminganten met republikeinse Transvalers steunt op een vermeende stamverwantschap, aangezien Vlamingen genetisch gezien niet verwant zijn met Boeren en Hollanders. Toch ziet Het Volksbelang de Boeren onmiskenbaar als “vleesch van ons vleesch”. Om die geconstrueerde, voor eigen politieke doeleinden geformuleerde eenheid te accentueren, zongen Vlaamsgezinden tijdens hun evenementen ten voordele van Zuid-Afrika zowel het Wilhelmus als Vlaamse strijdliederen, en natuurlijk ‘Die vierkleur van Transvaal’. Het Volksbelang blijft ook na de nederlaag en het vredespact pro-Boer.
Immers, de Boerenoorlog diende alleen maar als vuurproef. De legendarische Transvaalse kracht en moed zal het bloed van alle zwakke volkeren verrijken, dat wil zeggen ook van onderdrukte Vlamingen. Nu stam- en taalgenoten de slag hebben verloren, moet het Afrikaans bewaard worden teneinde zich op te werken tot Hoog-Afrikaans, net zoals het Vlaams zich tot Hoog-Vlaams moet ontwikkelen. Persaandacht in Het Volksbelang voor de Boerenkwestie zegt meer over binnenlandse politieke agenda’s en de visie van flamingantische liberalen dan over de strijd die zich in zuidelijk Afrika voltrok. De Zuid-Afrikaanse strijd was een handige hefboom om over de situatie van Vlamingen tegen het Frans en het Belgische establishment stelling in te nemen.
- Shauni van Houtven en Luna van Rillaer behaalden het masterdiploma Taal- en Letterkunde aan de Universiteit Gent (academiejaar 2017-2018). Vorig jaar volgden zij het masterseminarie over beeldvorming van de Zuid-Afrikaanse oorlog in contemporaine Vlaamse literaire en journalistieke teksten.
Lees ook
Buro: MvHBeeldvorming van de Zuid-Afrikaanse oorlog: Spotprenten in Nederlandse en Vlaamse periodieken