Twee gebeurtenissen vestigden vorige week de aandacht op de kwetsbare positie van zwarte vrouwelijke opiniemakers. Zij krijgen veel meer bagger over zich heen dan hun witte en mannelijke collega’s. De minister van Justitie roept journalisten op aangifte te doen als ze bedreigd worden. Maar er speelt ook een fundamenteler probleem, dat te maken heeft met diversiteit binnen de redactie.
Op donderdag 29 november maakte de redactie van dagblad Trouw bekend dat Seada Nourhussen had besloten te stoppen met haar column. “De extreme, negatieve en soms racistische reacties op haar columns beperken volgens haar de ruimte om het debat op een volwassen en verdiepende manier te voeren”, aldus de redactie. “Te veel negatieve aandacht en energie gingen volgens haar naar haar als persoon, in plaats van naar de inhoud van haar columns.” De redactie betreurde Nourhussens vertrek, “gezien haar belangrijke bijdrage in het publieke debat over de wijze waarop we in Nederland met elkaar omgaan.”
Nourhussen, die in 1978 in Ethiopië geboren werd en op haar derde naar Nederland kwam, beschouwt zichzelf, zoals ze in een interview vertelde, als “Afropeaan”: “iemand die zich vanwege haar wortels in Afrika bewust is van haar politieke positie in Europa”. Als lid van de buitenlandredactie van Trouw schreef ze regelmatig over de beeldvorming van Afrika. Daarnaast ontwikkelde ze zich tot een opiniemaker die stelselmatig het racisme in de Nederlandse samenleving aan de kaak stelt. Verdere bekendheid kreeg ze door haar optredens in het televisieprogramma Buitenhof. Toen ze begin 2018 hoofdredacteur werd van One World (“Journalistiek voor een eerlijke en duurzame wereld”), bleef ze als columnist aan Trouw verbonden. Maar aan deze verbintenis kwam vorige week dus een dramatisch einde.
Een dag na haar vertrek onderstreepte hoofdredacteur Cees van der Laan in Trouw het belang van Nourhussens bijdragen. “Als het gaat over het openlijke, verborgen of institutionele racisme in de witte samenleving, is Seada hard, onverbiddelijk en compromisloos. Zij loopt met een kleine groep voornamelijk zwarte opiniemakers voorop, als de voorhoede van een nieuwe emancipatiebeweging. Zij geven stem aan de onvrede in migrantenkringen.” Naast Nourhussen noemde Van der Laan ook
Harriet Duurvoort (Volkskrant), Clarice Gargard (NRC Handelsblad) en de woordvoerders van de anti-Zwarte Piet-beweging als vertegenwoordigers van deze beweging. “Hun invloed zal achteraf bezien waarschijnlijk groot zijn, maar dat zien we nu nog niet omdat we in het oog van de orkaan zitten.”
Op dezelfde dag waarop Van der Laans sympathieke hoofdredactionele commentaar verscheen, publiceerde Nourhussen op de website van One World een artikel met als opschrift “Waarom ik écht stopte met mijn column bij Trouw”. Hieruit bleek dat Trouw de argumenten die Nourhussen voor haar vertrek had aangevoerd, niet alleen had afgezwakt (de reacties die ze op haar columns kreeg waren niet alleen “soms” racistisch, “maar eerder vaak”), maar ook onvolledig had weergegeven. Weggelaten was de zin: “Ook voelde Nourhussen te weinig bewustzijn vanuit de redactie van Trouw voor haar kwetsbare positie als zwarte, vrouwelijke opiniemaker.”
Voor Nourhussen ging het om een structureel probleem: “Hoe ging de redactie met mijn positie als opiniemaker om? Waarom was er vooral stilte van mijn collega’s als ik werd aangevallen?” Ze voelde zich, als zwarte journalist in een overwegend witte mediaorganisatie, geïsoleerd. “Mijn vertrek is een uitkomst van het uitblijven van gesprekken over de redactiecultuur. Als ik me begrepen en serieus genomen had gevoeld, was ik er nog. Ook als columnist.”
Nourhussen is niet de enige zwarte vrouwelijke opiniemaker die in brieven aan de redactie en op sociale media vaak genadeloos onder vuur wordt genomen. Haar NRC-collega Clarice Gargard deed op 22 november aangifte bij de politie omdat ze 7600 reacties had gekregen nadat ze op Facebook een video had geplaatst van een anti-Zwarte Piet-demonstratie in Amstelveen. In het radioprogramma Dit is de dag vertelde Gargard dat ook zij regelmatig “doodsbedreigingen, verkrachtingsverwensingen en racistische en seksistische beledigingen” ontvangt. Ze heeft hier al vaker aangifte van gedaan, maar gewoonlijk heeft de politie het te druk om er aandacht aan te besteden. Vanwege het grote aantal bedreigingen, Gargards rol als opiniemaker en de bekendheid van het Zwarte Piet-debat gaat de politie er dit keer wel achteraan.
Nancy Jouwe, freelance onderzoeker op het gebied van gender, ras en intersectionaliteit, bevestigde op 1 december in een interview in Trouw dat er op zwarte vrouwen die hun mening geven anders wordt gereageerd dan op zwarte mannen of witte vrouwen. “Traditioneel hebben witte mannen de meeste macht. Vrouwen hebben minder macht en zwarte mannen ook”, zegt Jouwe. “Ben je zwart en vrouw dan treedt er op meerdere fronten machtsongelijkheid op. Als een zwarte vrouw vanuit een machtspositie spreekt en ook nog een mening heeft, dan kunnen mensen dat vaak niet goed aan. Dat roept een enorme weerstand op, omdat ze niet de rol speelt die we gewend zijn.”
Minister Ferd Grapperhaus van Justitie en Veiligheid stelde vrijdag dat mensen die columnisten bedreigen, vervolgd moeten worden. “Het is schandalig dat mensen die hun mening opschrijven hun werk niet meer kunnen doen”, aldus de minister. “Ik hoop dat ze aangifte doen. Als mensen door bedreigingen stoppen met schrijven dan zijn we helemaal de verkeerde kant aan het opgaan. Het zou goed zijn als justitie in dit soort zaken een aantal daders voor de rechter brengt om een voorbeeld te stellen.”
Het aanpakken van de “reaguurders” is één ding, het veranderen van de bedrijfscultuur bij mediaorganisaties iets anders. Volgens Nourhussen wilde ze met haar vertrek bij Trouw een “leermoment” creëren “over de holheid van ‘diversiteit’ in de media”. “[Diversiteit] is meer dan een inkleuroefening”, schrijft ze op de website van One World. “Je moet bereid zijn je werkomgeving en werkwijze erop aan te passen. Je moet bereid zijn ongemakkelijk te worden en te luisteren naar meningen en perspectieven die afwijken. Een zwarte vrouw een plek als opiniemaker geven brengt andere verantwoordelijkheden met zich mee […]. Je moet die persoon anders beschermen dan een opiniemaker die tot de dominante groep behoort.”
Overigens ligt het probleem niet alleen bij Trouw, stelt Nourhussen. “Elke redactie waar ik gewerkt heb, heeft laten zien niet met die felbegeerde en veelbesproken diversiteit […] om te kunnen gaan. Daarom blijven redacties wit. Niet uit kwade bedoelingen, maar uit onmacht of onkunde.”
Ook Gargard vindt dat redacties zwarte vrouwelijke opiniemakers te weinig “rugdekking” bieden. “Media onderschatten wat een impact de heftigheid van de reacties heeft op een zwarte vrouw die haar mening geeft en zich in het publieke debat begeeft, of het nu om racisme gaat of niet.”
Een grote groep journalisten heeft zich via een ingezonden brief in NRC Handelsblad onder de titel “Red de samenleving, steun Gargard en Nourhussen” inmiddels solidair verklaard. “In een vrije, democratische samenleving moet de vrijheid van meningsuiting verdedigd worden tegen intimidatie”, schrijven zij. “Dit geldt niet alleen voor de meerderheid. Individuen die tot minderheidsgroepen behoren hebben evenveel recht op die vrijheid van meningsuiting. […] Wij kunnen niet zwijgen over het psychische en verbale racistische geweld waarmee collega’s in het maatschappelijke debat te maken krijgen. Wie zwijgt stemt toe.”
Ook volgens Thomas Bruning, algemeen secretaris van de Nederlandse Vereniging van Journalisten, moeten journalisten en columnisten beter beschermd worden tegen racistische reacties op hun werk. Hier ligt volgens de NVJ een belangrijke taak voor hoofdredacties, óók als het gaat om freelance medewerkers.
In Dit is de dag riep Bruning journalisten op vooral aangifte te doen wanneer ze te maken krijgen met haat en intimidatie. “Eigenlijk moet er een soort moraal ontstaan bij collega’s – journalisten en columnisten – om aangifte te doen. En aan de andere kant moeten politie en justitie dit ook echt op de top van de stapel leggen en heel serieus nemen.”
Bruning is het met Nourhussen eens dat het niet alleen om Trouw gaat. In een interview met Trouw (3 december) stelt hij dat het hier fundamenteel gaat over diversiteit in de media. “Diversiteit voor elkaar krijgen is een eerste stap”, zegt hij. “Maar de volgende is dat je zorgt voor voldoende begrip voor elkaar. Zorg ervoor dat iedereen zich binnen een redactie thuis en gesteund voelt. Daarbij past het om regelmatig in gesprek te gaan.”
Buro: IG