Adriaan Van Dis leest Breyten Breytenbach #1: Vóór de gevangenisjaren: poëzie als politieke daad

  • 0

Het privé-archief van Adriaan Van Dis met documenten over leven en werk van Breyten Breytenbach herbergt een schat aan informatie. Zeker de vele krantenartikels, vaak van Van Dis’ eigen hand, nodigen uit tot een discursief onderzoek (T’Sjoen 2023b). In het bijzonder omdat de rol van Van Dis in de beeldvorming van Breytenbach in de Nederlandse media groot is. Samen met vele andere Nederlandse intellectuelen heeft hij zich jarenlang beziggehouden met het onder de aandacht brengen van de dichter en de anti-apartheidsmilitant bij het Nederlandse publiek. In zijn discoursvorming wordt Van Dis sterk beïnvloed door zowel een vriendschapsrelatie met Breytenbach als door maatschappelijke en politieke netwerken én de actualiteit van culturele boycot tegen het apartheidsregime in Zuid-Afrika.

In deze driedelige reeks bestudeer ik Van Dis’ publieke discours vanuit verschillende invalshoeken: (1) vóór Breytenbachs tijd als gedetineerde vanaf 1975, (2) na Breytenbachs vervroegde vrijlating in december 1982 en tot slot (3) de manieren waarop Van Dis de dichter en zijn poëzie voor het voetlicht brengt. Algemeen gesproken zijn er twee grote lijnen terug te vinden in de commentaren: Van Dis’ aanhoudende steun voor de dichter en daarnaast een steeds meer politiek gerichte lezing van Breytenbachs poëzie.

Van Dis en de beeldvorming van Breytenbach in Nederland

Aanvankelijk vertrekt Van Dis in de beeldvorming wel nog vanuit een nadrukkelijk esthetisch kader. Zo presenteert hij in 1974 voor De Vlaamse Gids een overzicht van tien boeken van Breytenbach. Ook hierin komt al een – soms gedurfd expliciete – verwijzing aan de oppervlakte naar Breytenbachs politieke verzet tegen apartheid. Van Dis selecteerde de volgende tien werken: Die ysterkoei moet sweet (1964), Katastrofes (1964), Die huis van die dowe (1967), Kouevuur (1969), Oorblyfsels (1970), Lotus (1970), Om te vlieg (1971), Skryt. Om ’n sinkende skip blou te verf. Verse en tekeninge (1972) en Met andere woorde – Vrugte van die droom van stilte (1973). Op grond van een stilistische bespreking van deze geselecteerde werken koppelt hij het oeuvre en de auteur ervan aan de antiapartheidsstrijd.

Adriaan Van Dis, DBNL.org (Chris van Houts)

Van Dis poogt in elk werk van Breytenbach een andere uitdrukkingsvorm van poëtisch verzet bloot te leggen. Hij hamert bijvoorbeeld op de alomtegenwoordigheid van het geweld-motief, zoals wanneer hij het heeft over Die huis van die dowe (1967). Hij noemt hier ‘troost voor de pijn van de gruwelijke wereld’ als een hoofdelement van de bundel.

Ook het narratief van de reis, exemplarisch voor ballingspoëzie, wordt uitvoerig besproken. Die huis van die dowe wordt, samen met Kouevuur (1969), door Van Dis gezien als de voornaamste voorbeelden hiervan. Dit uit zich naar Van Dis’ oordeel voornamelijk in de opposities in Kouevuur – ontbinding tegenover groei en stilstand tegenover reizen, samenhangend met de tegenstellingen Europa-Afrika en heden-verleden. Een tweede parameter in de exil-literatuur is de (moeder)taal. Breytenbach implementeert bijvoorbeeld kinderliedjes teneinde de traditionele Afrikaanse omgeving te evoceren. Hij probeert hiermee het contact met zijn moedertaal te herstellen, alsook zijn angst als balling in Parijs te articuleren voor het verlies van contact.

Breyten Breytenbach, Die na-dood. (Human & Rousseau, 2016): 175.

Van Dis verwijst ook nog naar een andere thematische parameter: een ruimere betrokkenheid van de dichter tegenover onrecht en andere vrijheidsstrijders en slachtoffers. Dit gegeven is voornamelijk terug te vinden in Oorblyfsels (1970).

Van esthetiek naar politiek in de perceptie

Naast het gebruik van stilistiek en thematiek als opstapje expliciteert Van Dis hier en daar de dimensie van politiek verzet in Breytenbachs poëzie. Hij tekent bijvoorbeeld op: “Breytenbach schrijft om pijn te verdrijven – zijn verhalen willen een protestvloek zijn.” Hij spreekt bijvoorbeeld als volgt over de bundel Om te vlieg (1971):

[…] dat het hele boek een klaagzang is over Zuid-Afrika. Om te vlieg wordt dan een loutering van haat en wraak en hoewel het opstel niet symbolisch wil zijn, stelt hij dat de blanke huidskleur en het Europeaanschap in Zuid-Afrika een sociale ziekte en mythe zijn: omdat hij zo in zijn eigen witte vel vastzit, kan de ‘witmens’ niet vliegen. De Zuidafrikaners vechten om apart te blijven terwijl ze niet meer blank zijn. De blanke moet bewijzen dat hij bruin is. Breytenbach ziet zichzelf als een voorloper daarvan. (Van Dis 1974, p.44)

Deze expliciete stellingname verduidelijkt Van Dis’ opzet bij het schrijven van het overzichtsartikel in het Vlaamse literaire periodiek. Hij weet maar al te goed dat alle poëzie van Breytenbach gezien kan worden als verzetspoëzie, dat “zelfs de meest a-politieke verzen […] in die context een dimensie [krijgen] van betrokkenheid”.

Laatste interview met Breyten voor de gevangenisjaren

Enkele maanden voordat Breytenbach gearresteerd is (augustus 1975), wordt hij nog door Adriaan Van Dis geïnterviewd voor het programma ‘BABEL/publiek’ van de Nederlandse Katholieke Radio-omroep (KRO). Het vraaggesprek is opgenomen in De Populier te Amsterdam, een cultureel centrum dat al eerder het voortouw nam in Nederlandse boycotacties tegen het Zuid-Afrikaanse antiapartheidsregime.

De schriftelijke neerslag van de uitzending wordt bewaard in het archief van Van Dis. Niet enkel Breytenbach, maar ook Mazisi Kunene (1930-2006), leider van het African United Front in Londen, is bij die gelegenheid geïnterviewd. In de aankondiging van het dubbelinterview maakt Van Dis zijn standpunt tegenover apartheid duidelijk:

De gemiddelde Nederlander weet iets van de zwarte in Zuid-Afrika door de apartheidspolitiek, maar heeft nauwelijks kennis van Zuid-Afrikaanse culturele producten. […] Vandaag zitten hier ogenschijnlijk twee uitersten tesamen. Een echte Zoeloe en een echte Afrikaner, maar dat verschil willen we niet zo benadrukken. Ze zijn beide Zuidafrikaner, beide ballingen.

Met deze openingszinnen is de toon van het interview meteen gezet. De nadruk ligt sterk op de antiapartheidsstrijd(ers). Het hoeft dan ook niet te verbazen dat de uitzending zowel voor als na Breytenbachs arrestatie en detentie heeft gezorgd voor overwegend politieke aandacht voor de schrijver in Nederland. Dit document laat zien dat niet enkel bekroningen, krantenrecensies, vertalingen, publieke optredens en commerciële uitgaven een bepalende rol gespeeld hebben in de beeldvorming over de dichter en diens rol in de (Nederlandse) antiapartheidsbeweging als politieke gevangene van het racistisch regime van Pretoria.

‘Strijd om Skryt

Artikel ‘Strijd om Skryt’, Delpher online (geraadpleegd op 12/12/2023).

Tenslotte is er nog één interessant document van vlak voor de arrestatie, een artikel van Van Dis in NRC Handelsblad gepubliceerd op 4 juli 1975, met als titel ‘Strijd om Skryt. Censuur in Zuid-Afrika wordt scherper’. Dit schreef de auteur naar aanleiding van het verbieden van de bundel Skryt in Zuid-Afrika één week voordien. Het dichtwerk verschijnt in het fonds van Meulenhoff in de serie van Poetry International. Over Breytenbachs aanwezigheid op Poetry schreef T’Sjoen (2019c) eerder. Van Dis slaat in het krantenstuk een verontwaardigde toon aan.

Afrikaanse werken werden voor 1975 zo goed als niet gecensureerd. Het eerste verboden boek is André P. Brinks Kennis van die aand (1973). Breytenbach zelf ontving ondanks zijn vaak opstandige poëzie meermaals literaire prijzen. Sinds april 1975, na het invoeren van een nieuwe censuurwet, lagen de kaarten anders. De Publikasieraad beloofde literatuur juridisch te beschermen, maar het tegendeel was het geval. Iedereen kon bij wijze van spreken een boek of de bezitter van een verboden boek aanklagen. Van Dis wijst op de schok in zowel Zuid-Afrika als in Nederland omtrent het verbieden van Afrikaanse literatuur op grond van van de politiek-ideologische lading van het Afrikaans:

Het Afrikaans is belangrijk voor de identiteit van de Afrikaner. De één meent dat de taal zijn Europeaanschap bevestigt, uiteindelijk is het Afrikaans een Nederlands derivaat. Voor progressieveren is het juist het enige dat hen aan Afrika bindt, omdat “sy hotnots-taal” in Afrika is ontstaan. […] Voor beiden is het Afrikaans de taal die hen cultureel van de Engelssprekende blanken onderscheidt.

Van Dis becommentarieert de problematische gevolgen van het verbod op Skryt en censuur in het algemeen. Universitaire docenten komen in moeilijkheden in hun colleges, maar vooral: het publiek wordt aangespoord tot het spelen van keurmeester. Van Dis geeft aan dat Breytenbach dit expliciet “een onderdeel van de algemene repressie” vindt. Van Dis, die het onheil voor Breytenbach al ziet naderen, voegt daar nog aan toe: dat het ook een waarschuwing is voor Breytenbach zelf. Op een weinig hoopvolle toon sluit hij af:

Zijn verhalenbundel “’n Seizoen in die paradijs” ligt nu op de persen en het is zeer de vraag of de Afrikaanse versie ooit licht zal zien.

De geschiedenis over de censuur toegepast op de Zuid-Afrikaanse editie van ’n Seisoen in die paradys (1976) is al elders opgetekend. In 1980 verschijnt als Meulenhoff Editie de Nederlandse vertaling van de hand van Hans Ester en Adriaan van Dis.

Bibliografie

T’Sjoen, Yves (2023a). ‘Breytenbach in BABEL’, Zacht Lawijd. Literair-historisch tijdschrift 16 (2017-2018) 4 (december-februari), pp. 22-31. Opgenomen in Idem, Kwintet. Literaire dialogen tussen Afrikaans en Nederlands (W∞lf, Antwerpen, 2023, pp. 93-100).

T’Sjoen, Yves (2023b). ‘Schijnwerper op Breytenbach. Steunactie van Adriaan van Dis in Nijmegen (april 1979)’, LitNet NeerlandiNet  (https://www.litnet.co.za/schijnwerper-op-breytenbach-steunactie-van-adriaan-van-dis-in-nijmegen-april-1979/, 3 april 2019). Opgenomen in Idem, Kwintet. Literaire dialogen tussen Afrikaans en Nederlands (W∞lf, Antwerpen, 2023, pp. 346-349).

T’Sjoen, Yves (2023c). ‘Breytenbach en Poetry International Rotterdam’, Voertaal (https://voertaal.nu/breytenbach-en-poetry-international-rotterdam/, 9 juli 2019). Idem, Kwintet. Literaire dialogen tussen Afrikaans en Nederlands (W∞lf, Antwerpen, 2023, pp. 359-362).

Van Dis, Adriaan (1974). ‘Tien boeken van Breyten Breytenbach’, De Vlaamse Gids 58/6, pp. 40-52. https://www.dbnl.org/tekst/_vla001197401_01/_vla001197401_01_0068.php

Van Dis, Adriaan (1975). ‘Strijd om Skryt. Censuur in Zuid-Afrika wordt scherper’, NRC Handelsblad, 4 juli.

Het onderzoeksartikel is het resultaat van de stageopdracht van het Gents Centrum voor het Afrikaans en de Studie van Zuid-Afrika (www.afrikaans.ugent.be) van Jozefien Vermeylen onder de begeleiding van Prof Yves T’Sjoen (Universiteit Gent en Universiteit Stellenbosch). Adriaan van Dis besteedde vanaf de jaren zeventig in krantenartikels geregeld aandacht aan het literaire oeuvre en het politieke gedachtegoed van Breyten Breytenbach. Daarnaast verzorgde hij vertalingen, was betrokken bij het steuncomité Breytenbach en sprak bij tal van publieke gelegenheden (vooral Nederlandse boycotmanifestaties) over het werk. In Kwintet. Literaire dialogen tussen Afrikaans en Nederlands (W∞lf, Antwerpen, 2023) gaat T’Sjoen nader in op ondernemingen waarbij Van Dis betrokken was en/of waarvoor hij de aanzet gaf. In deze driedelige artikelenreeks ligt de nadruk voornamelijk op de krantenstukken, onder meer gepubliceerd in NRC Handelsblad, Vrij Nederland. Van Dis neemt uitgesproken stelling tegen apartheid in Zuid-Afrika en belicht de ideologische positie van Breytenbach in de jaren zeventig en tachtig, toen de donkerste bladzijden van apartheid zijn geschreven

Lees ook:

Adriaan van Dis gesels met ’n memoirskrywer en vertaler oor die binnelewe van liefde en geweld in Suid-Afrika

Schijnwerper op Breytenbach. Steunactie van Adriaan van Dis in Nijmegen (april 1979)

  • 0
Verified by MonsterInsights
Top