Cinéaste Saskia Vredeveld: "Het land zat ook in mij"

  • 0

Tijdens het Nederlandse Filmfestival (Utrecht, 27 september5 oktober) gaat de documentaire A Fool’s Paradise van Saskia Vredeveld in première.

Vredeveld (1959) keerde voor deze film terug naar het land waar in ze in de jaren zestig opgroeide, als kind van Nederlandse emigranten. Toen leek Zuid-Afrika een land waar het altijd vakantie was.

Ze was zich onbewust van de impact die de apartheid op haar bruine en zwarte landgenoten had. Of dat Zuid-Afrika op weg was om de paria van de wereld te worden.

Rechts: Saskia Vredeveld

 Je was zeventien jaar oud toen je ouders besloten terug te keren naar Nederland. Wat deden het afscheid van je geboorteland en de confrontatie met de Nederlandse sentimenten tégen Zuid-Afrika, en vooral tegen blanken uit Zuid-Afrika, met jouw identiteitsgevoel?

Toen de boot die ons naar Nederland zou brengen, de haven van Kaapstad uitvoer, dook ik naar beneden, de cabine in. Ik kon het niet aanzien dat de Tafelberg steeds kleiner werd.

Eenmaal in Nederland scheelde het een haar of we waren weer naar Zuid-Afrika teruggegaan. Heimwee, mijn vader die eerst geen werk kon vinden, geen huis. Ik ging naar school en moest de taal leren.

Ik deed zo mijn best aansluiting te vinden dat ik zelfs nog klompen ging dragen. Dat ik uit Zuid-Afrika kwam, kon ik maar beter niet zeggen. Iedereen, ook mijn eigen familie, ging mij vertellen hoe het was in Zuid-Afrika, terwijl ik er net vandaan kwam.

..............

“Ik zei dat ik uit Australië of Canada kwam.”

..............

Vaak kreeg ik een tirade over me heen; kreeg ik te horen dat ík de onderdrukker was. Natuurlijk wisten zij het een en ander wat ik niet wist.

Van Nelson Mandela had ik nog nooit gehoord. Terwijl wij elk weekend zonnebadend op het strand lagen, met uitzicht op Robbeneiland. Zuid-Afrika had nog geen televisie, en er was censuur. Het was pijnlijk en vernederend als iedereen zo tegen je tekeer ging, want het land zat ook in jou. Wat zei dat over mij?

Het was dan ook een enorme schok toen ik op de Nederlandse televisie voor het eerst beelden zag van rellen in de townships, onderdrukking, politiegeweld.

Ik begreep niet dat dit het land was waar ik vandaan kwam. In het begin leefde ik in totale ontkenning. Later begon ik te lezen over apartheid; dat was heel confronterend. Ik had moeite met het zwart-witdenken in die tijd. Alles wat wit was en uit Zuid-Afrika kwam, was fout – ik ook. In die periode begon ik mijn identiteit te verzwijgen, want de afwijzing vanwege mijn huidskleur maakte het bijna onmogelijk om hier te integreren.

Ik begon me ook te schamen voor wie ik was en waar ik vandaan kwam. Uiteindelijk zei ik dat ik uit Australië of Canada kwam. Zo kon ik iedere aanval uit de weg gaan en zo snel mogelijk Nederlander worden.

Als ik Nederlander ben, ben ik weer oké, dacht ik. Dankzij iemand als Nelson Mandela is het nu weer oké om te zeggen dat je een Zuid-Afrikaan bent. Schaamte is veranderd in trots. Maar dat wisselt elkaar af.

 Zijn je gevoelens jegens Zuid-Afrika en Nederland met de jaren veranderd?

Mijn gevoelens over Zuid-Afrika veranderen voortdurend.

Ik heb perioden dat ik er niets van wil weten. Dan ben ik de corruptie, het wanbeleid en het geweld zat.

Maar na een paar jaar voel je een gemis. Een noodzaak om terug te gaan.

Doordat ik twee nationaliteiten heb, heb ik een soort gespleten persoonlijkheid ontwikkeld. Iedere keer moet je zorgen dat de twee helften in balans blijven. De een bestaat niet zonder de ander.

Daarom heb ik voor de publieke omroep meer dan twintig documentaires over Zuid-Afrika gemaakt. Ik moet weten waar ik vandaan kom.

Zo vroeg ik mij bij het maken van een documentaire over de hedendaagse nazaten van de Khoisan bijvoorbeeld af: wie waren die mensen die ik als kind achter glas in het museum voor natuurlijke historie in Kaapstad zag? 

De Grensoorlog: wat is er met de jongens uit mijn klas gebeurd? De Afrikaner Weerstand Beweging. Zwarten die snel rijk zijn geworden door de Black Economic Empowerment.

Arme blanken. Kinderen uit de townships die zingen en dansen en hopen op een beter leven.

Een portret van Ahmed Kathrada dat me naar Robbeneiland en de Pollsmoor-gevangenis leidde. Ze zijn allemaal terug te vinden op mijn website, southafricanstories.com.

Als ik in Zuid-Afrika ben, keer ik vaak terug naar een nostalgisch verleden, bezoek vrienden, geniet van de overvloed die het land te bieden heeft. Het is nog steeds een perfect vakantieland. Soms voelt het alsof er niets is veranderd. Maar ik ga ook terug naar mijn “nieuwe” land.

Ik heb daar inmiddels ook zwarte vrienden, ik ga naar townships, of naar gebieden waar ik de enige blanke ben. Maar dat is vaak te gevaarlijk, dat is heel erg jammer.

En ik zie nog steeds apartheid – het “baas en madam” is nog volop aanwezig – maar het is nu een economische apartheid.

Nog nooit heb ik zo’n extreme rijkdom en extreme armoede zo dicht bij elkaar gezien als in Zuid-Afrika.

In de documentaire stel je de vraag “Is Zuid-Afrika nog altijd mijn land?” Heb je door het maken van de documentaire antwoord gekregen op die vraag?

 Het antwoord op die vraag, weet ik nu, is “ja”.

Ik voel nog steeds dat ik deel ben van het land, dat ik daar ook een plek heb. Maar het is moeilijk optimistisch te blijven als je het gevoel hebt dat je niet gewenst bent.

Ik heb meegemaakt dat ik met een vriend meeging naar een feest van zijn zuster, een zwarte advocaat. Ik was de enige witte.

Ja, dan is het pijnlijk als mensen je geen hand willen geven en iedereen je ontwijkt. En het is ook pijnlijk als je de haatslogans hoort op de televisie.

Maar het is te begrijpen. Ik realiseer me ook dat dit een fractie is van wat zwarten vroeger gevoeld moeten hebben, en hoe velen zich nu nog voelen.

Deze film is een Nederlands/Zuid-Afrikaanse coproductie. Hoe is die samenwerking bevallen?

Deze film was de eerste die onder een nieuwe regeling tussen beide landen viel. Ik wilde dit avontuur aangaan. Samenwerken.

Maar het hield in dat we een plaatselijke crew moesten inhuren die een afspiegeling vormde van de samenleving. Een heel prettig en professioneel team.

Maar ik denk niet dat ik weer met een Zuid-Afrikaanse crew zal werken. Er is geen inhoudelijke betrokkenheid. Ze hadden niets met het verhaal. Geleuter uit Europa.

Ik zie het maar als ontwikkelingssamenwerking, veel mensen staan op de loonlijst. Maar deze manier van werken heeft inhoudelijke consequenties. Het persoonlijke verhaal had misschien meer tot zijn recht gekomen als ik zonder crew had gedraaid.

De film is ontstaan naar aanleiding van Bart de Graaffs boek 1599 km tussen Amsterdam en Gouda. Ik was meer geïnteresseerd in Zuid-Afrika, de verhalen van mensen in de kleine dorpen. Maar tijdens het proces werd mijn rol steeds prominenter.

De film is een road movie, het verslag van een reis het binnenland in, langs plaatsen met Nederlandse namen. Daarnaast maak je gebruik van familiefilmpjes. Wie heeft die oude home movies gemaakt? Wat wilde je bereiken door het afwisselen van die idyllische beelden van jouw jeugd in Kaapstad, de historische nieuwsbeelden en de beelden van jouw reis door het hedendaagse Zuid-Afrika?

Die super 8-beelden zijn van mijn vader. Hij heeft me vanaf mijn geboorte, begin jaren zestig, gefilmd. In het zwembad bij Seepunt, Houtbaai, in de bergen, alle plekken waar je in het weekend naartoe gaat.

We gingen nooit op vakantie, want ieder weekend was vakantie. Uitstapjes, zwemmen en braaien... Eén groot vakantieland.

En dat een paar kilometer van het “non white area”. Het is bijna niet voor te stellen.

Maar de werelden werden heel goed van elkaar gescheiden, achter het treinspoor, of achter een snelweg met hoge bosjes erlangs. Je zag de armoede en ellende niet.

Toen ik door al dat super 8-materiaal ging, ontdekte ik het moment waar ik de camera van mijn vader overnam en zelf ging filmen. Het was vlak voor ons vertrek naar Nederland.

We wilden alle dierbaar plekken vastleggen, alsof we een stukje Zuid-Afrika met ons mee konden nemen naar Nederland.

Door de beelden van “vakantieland apartheid”, en de onrust in de townships door elkaar heen te monteren, zie je heel duidelijk de twee werelden, twee verschillende werkelijkheden.

Dat maakt dat vakantieland van ons juist zo schrijnend.

De culturele boycot hield ons ook langer in onwetendheid.

De film bevat prachtige beelden van het uitgestrekte Zuid-Afrikaanse landschap.

Het landschap is natuurlijk waar je zo’n heimwee naar hebt, het oogt maagdelijk, maar tegelijkertijd is het doordrenkt met geschiedenis.

Vaak moest ik denken aan de confrontaties tussen de verschillende bevolkingsgroepen.

Het koloniale verleden dat erdoorheen sijpelt. En dan vraag je je af: aan wie behoort dit allemaal?

Belangrijk vind ik dat we er met zijn allen van mogen genieten.

De film geeft een veelzijdig beeld van de kwesties die op dit moment in Zuid-Afrika spelen: de woede bij de zwarte jongeren, landhervorming, xenofobie, “plaasmoorde”, “armblankes”… Heb je zelf het idee dat je de complexiteit van het land recht hebt kunnen doen, of heb je nog onderwerpen achterwege moeten laten?

 Zuid-Afrika is een land vol verhalen, maar in een film kun je niet alles vertellen. Ik heb de onderwerpen gekozen die ik min of meer en route tegenkwam.

In de film reis ik langs alle Hollandse plaatsnamen, per dorp wilde ik een verhaal vertellen dat stond voor wat zich in het land afspeelt.

Het was dan ook vrij frustrerend dat ik niet dieper op die verhalen in kon gaan, dan werd het te journalistiek. En daar gaan mensen niet voor naar de bioscoop.

Vandaar dat het verhaal persoonlijker moest worden.

..............

  • Op donderdag 10 oktober wordt A Fool’s Paradise vertoond bij het Zuid-Afrikahuis in Amsterdam. Historicus en journalist Bart de Graaff zal voor de film een vraaggesprek met Saskia Vredeveld houden. Aanvang: 19.30 uur; zaal open: 19.00 uur Toegang: € 10,00. Reserveren: evenementen@zuidafrikahuis.nl
  • De film draait vanaf donderdag 17 oktober in de bioscoop.

..............

  • Foto’s: Saskia Vredeveld
Buro: IG
  • 0
Verified by MonsterInsights
Top