Op woensdag 24 januari vindt op honderden plaatsen in Nederland weer Het Nationale Voorleesontbijt plaats. Die dag bezoeken talloze bekende én onbekende Nederlanders kinderdagverblijven, peuterspeelzalen, bibliotheken en scholen in het hele land om peuters en kleuters voor te lezen. Het Nationale Voorleesontbijt is het startsein voor de 15e editie van De Nationale Voorleesdagen, die gehouden worden van 24 januari t/m 3 februari.
PIRLS in Zuid-Afrika In Zuid-Afrika veroorzaakte de bekendmaking van de meest recente PIRLS-resultaten eind 2017 grote ophef, toen duidelijk werd dat Zuid-Afrika met een globale score van 320 punten het zwakst presteerde van alle vijftig deelnemende landen. Het onderzoek was afgenomen onder 12.810 leerlingen van 293 scholen uit het hele land en uit alle elf officiële landstalen. 78% van de onderzochte scholieren, dus bijna 8 op de 10, had moeite met begrijpend lezen. Daarbij scoorden jongens lager dan meisjes en leerlingen van scholen in afgelegen plattelandse gebieden lager dan leerlingen van scholen in een stedelijke omgeving. Meer hierover op LitNet: |
De Nationale Voorleesdagen zijn een initiatief van Stichting Lezen en worden georganiseerd door de Stichting CPNB. Het doel van deze jaarlijkse campagne is het stimuleren van voorlezen aan kinderen die zelf nog niet kunnen lezen. De doelgroep zijn ouders van kinderen tussen ½ en 6 jaar.
Waarom is voorlezen belangrijk?
De Leesmonitor van Stichting Lezen bevat een schat aan informatie over het belang van voorlezen voor de ontwikkeling van een kind. Baby’s, peuters en kleuters die door hun ouders worden voorgelezen, ontwikkelen een voorsprong in hun taalontwikkeling. Voorlezen verklaart 8% van de verschillen tussen kinderen in woordenschat, ontluikende geletterdheid en beginnende leesvaardigheid. Peuters die dagelijks 15 minuten worden voorgelezen, presteren later op school beter in taal en rekenen. Ook nemen kinderen die van jongs af aan worden voorgelezen, een voorsprong in hun cognitieve, sociaal-emotionele, lichamelijke en creatieve ontwikkeling. De effecten van voorlezen zijn vooral merkbaar in de eerste jaren van het taal- en leesonderwijs, maar reiken ten minste tot het eind van de basisschool.
Alle kinderen profiteren volgens de Leesmonitor in dezelfde mate van voorlezen. Het maakt niet uit hoe hoog het opleidingsniveau of de sociale status van hun ouders is. Evenmin doet de moedertaal die zij thuis spreken ertoe voor het effect. Voorlezen heeft invloed op verschillende onderdelen van de taal- en leesvaardigheid. Kinderen leren een boek vasthouden, letters herkennen, en de relatie tussen gesproken en geschreven woorden. Ook geeft voorlezen een impuls aan het ontwikkelen van het fonologisch bewustzijn, de mondelinge vaardigheden, de groei van de woordenschat, het verhaalbegrip en een positieve attitude tegenover het lezen. Het is vooral het rijke, veelzijdige en complexe taalgebruik in boeken dat hieraan bijdraagt.
Leesprestaties en leesplezier van Nederlandse scholieren
De Leesmonitor geeft ook een beeld van de leesprestaties van Nederlandse scholieren in het basis- en voortgezet onderwijs. Deze zijn internationaal gezien bovengemiddeld goed. Wel wordt Nederland door steeds meer landen voorbijgestreefd.
In het internationale leesvaardigheidsonderzoek PIRLS (Progress in International Reading Literacy Study) zijn de leesprestaties van 10-jarigen gemiddeld in 2016 met één punt gedaald, naar 545 punten. Dit is ruim boven het gemiddelde van 500 punten van de vijftig aan PIRLS deelnemende landen. Er zijn wel steeds meer landen die het significant beter doen dan Nederland. Dit zijn er inmiddels dertien, tegenover negen in 2011. Sinds het eerste PIRLS-onderzoek in 2001 is Nederland op de internationale ranglijst dan ook continue gedaald. Nederland behoort tot de weinige landen waar de leesprestaties in vergelijking met het eerste PIRLS-onderzoek uit 2001 achteruit zijn gegaan. De andere achttien landen die sinds 2001 meedoen aan PIRLS, weten de prestaties op peil te houden dan wel te verbeteren.
In PISA (Programme for International Student Assessment), het internationale onderzoek naar de leesvaardigheid van 15-jarigen, heeft Nederland zijn vijftiende plaats op de ranglijst van 71 landen behouden.
Opmerkelijk is dat Nederlandse scholieren internationaal gezien niet erg van lezen houden. In vergelijking met leeftijdsgenootjes uit 50 andere landen scoren 10-jarigen in het PIRLS-onderzoek laag op leesattitude. Een kwart van de Nederlandse basisscholieren vindt lezen prettig, terwijl dit internationaal ruim vier op de tien is. Ruim drie op de tien basisscholieren vindt lezen niet prettig, tegen 16% internationaal. Nederland behoort, samen met de Scandinavische landen en België, tot de landen waar kinderen lezen het minst plezierig vinden. Ook Nederlandse middelbare scholieren scoren in het PISA-onderzoek laag op ‘leesattitude’. Met een score van -0,32 staan Nederlandse 15-jarigen op de internationale ranglijst van 65 landen helemaal onderaan. Bijna de helft leest dan ook nooit voor zijn of haar plezier.
Lezen Centraal 2018 Op woensdag 11 april vindt in Leeuwarden het congres Lezen Centraal 2018 plaats, met als thema “Ik zie, ik zie wie jij niet ziet… Hoe lezen kan verruimen en verrijken”. Onder leiding van schrijver Abdelkader Benali bespreekt een keur aan wetenschappers, auteurs en professionals uiteenlopende onderwerpen als meertaligheid, diversiteit, gender en burgerschapsvorming. Kijk voor meer informatie over het programma en inschrijving op de website van Stichting Lezen. |
Bronnen:
- Leesmonitor (2018). Voorlezen, https://www.leesmonitor.nu/nl/voorlezen
- Leesmonitor (2018). Leesprestaties kinderen, https://www.leesmonitor.nu/nl/leesprestaties-kinderen
- Leesmonitor (2018). Leesplezier kinderen, https://www.leesmonitor.nu/nl/leesplezier-kinderen
- Website Nationale Voorleesdagen
* Dit artikel is in licentie gegeven volgens een Creative Commons Naamsvermelding-NietCommerciee