Die akademikus Ludo Teeuwen is nou betrokke by Vlaamse programme waar belangstellende gehore aan Afrikaanse boeke en Suid-Afrikaanse rolprente bekendgestel word.
Hy het per e-pos met Willem de Vries gesels oor die letterkunde in Afrikaans en Suid-Afrika, die rol van die Vlaams Zuid-Afrikaanse Vereniging, en programme van die Week van de Afrikaanse Roman, en stel ’n Belgiese genootskap “met een hart voor Zuidelijk Afrika en voor de Afrikaanse taal”, Hartklop, bekend.
Ludo Teeuwen, Ingrid Winterbach, Kathlien Valkeniers en Andries Bezuidenhout by ’n geleentheid van die Week van de Afrikaanse Roman
Op die Katholieke Universiteit Leuven se kampus in Brussel was jy tot onlangs voltyds onder andere as professor in Engels werksaam, het verskeie administrasie- en ander verpligtinge gehad en was nou betrokke by verskeie studieterreine. Hoe en waar het jou durende belangstelling in Afrikaans en Suider-Afrika ontstaan?
Mijn interesse voor Zuid-Afrikaanse literatuur dateert uit mijn studententijd. In het derde of vierde jaar kregen we toen een seminarie (wellicht was het een keuzevak, dat weet ik niet meer precies) over de dichtbundel Poets to the people: South African Freedom Poems.
Dat seminarie werd gegeven door Mon Nijs, die toen assistent was bij Professor Herman Servotte. Prof. Servotte zelf was in die periode erg geïnteresseerd in het werk van Nadine Gordimer. Onder zijn impuls werd Gordimer trouwens uitgenodigd aan de KU Leuven voor een eredoctoraat. Op dat moment, in 1980, was ik net afgestudeerd en werkte ik als assistent voor Prof. Servotte.
.................
“Hartklop werkt rond vier thema’s – the B(ig) 4: Bottle, Boeke, Bush en Braai.”
.................
Prof. Servotte schreef in die jaren ook regelmatig recensies voor de Standaard der Letteren. Omdat hij soms te veel boeken kreeg toegestuurd, schoof hij er af en toe eentje door aan mij. Op die manier verschenen in de Standaard mijn eerste recensies over bijvoorbeeld Doris Lessing.
Ondertussen was ik ook zelf begonnen aan het schrijven van een doctoraat, opnieuw onder impuls van Herman Servotte die toen naast de meer gevestigde waarde Nadine Gordimer vooral interesse had voor een nieuwkomer die volgens hem een grote toekomst tegemoet ging. Die nieuwkomer was JM Coetzee, en dat werd dus mijn PhD-onderwerp.
Al bij al ging mijn vroege belangstelling voor de Zuid-Afrikaanse literatuur vooral uit naar de Engelstalige auteurs. Met romans of gedichten in het Afrikaans had ik nauwelijks affiniteit. Dat veranderde echter toen ik na de regimewissel in Zuid-Afrika bij het begin van de jaren negentig ook af een toe een boek kon of mocht recenseren dat vertaald was uit het Afrikaans.
Dat ging bijvoorbeeld om een André Brink, die sowieso in het Engels en het Afrikaans schreef, maar de belangrijkste aanzet om mij verder te verdiepen in de Afrikaanse literatuur kwam van Etienne van Heerden. Ik herinner me dat ik erg onder de indruk was van zijn roman Toorberg die in het Nederlands verscheen als De betoverde berg. Vooral het feit dat het om een “boerenroman” ging, een genre dat ook bij ons in het Nederlands zeer bekend is, plus het gegeven dat Van Heerden post-moderne technieken gebruikte (technieken die ik ondertussen goed had leren kennen door het werk van Coetzee) waren voor mij een ware eye-opener.
Sindsdien is mijn belangstelling en waardering voor de literatuur in het Afrikaans alleen maar blijven groeien.
Waar dit oor Afrikaans en Nederlands gaan, word Nederland telkens daarmee in verband gebring. In België vind egter óók reeds geruime tyd heelwat plaas wat verskeie bande met Afrikaans en Suid-Afrika verken en versterk. Vertel asseblief van jou eie ervaring van Afrikaans, die letterkunde en die land self.
Na de afschaffing van de apartheid en het aantreden van Mandela als president was er in Vlaanderen plots een vrij grote belangstelling voor het Afrikaans.
Op de “alternatieve” boekenbeurs Het Andere Boek werden in de jaren negentig verschillende keren Zuid-Afrikaanse auteurs uitgenodigd. Zo maakte ik onder meer kennis met Daniel Hugo, Riana Scheepers, Antjie Krog, Breyten Breytenbach en nog tal van anderen.
.................
“Vermeldenswaard is wellicht ook de Vlaams Zuid-Afrikaanse Vereniging die zich tot doel stelt om ontmoetingen tussen Zuid-Afrikanen en Vlamingen te koesteren en te versterken.”
.................
In die periode reisde ik ook enkele keren naar Zuid-Afrika en leerde zo stapje voor stapje het land beter kennen. Die eerste bezoeken beperkten zich vooral tot de omgeving van Kaapstad en Stellenbosch maar later zou ik ook de rest van Zuid-Afrika beter leren kennen. De laatste jaren hebben we (mijn vrouw en ikzelf) vooral Namibië en Botswana mogen “ontdekken”.
Het oorspronkelijke enthousiasme voor het Afrikaanse boek is ondertussen wat weggedeemsterd in Vlaanderen maar toch blijven er een aantal “kernen” actief die het vuur brandende houden.
Zo heb ik goede herinneringen aan de seminaries die vroeger in Hasselt door Luc Renders werden georganiseerd en die ondertussen in Gent plaatsvinden waar vooral Yves T’Sjoen een erg actieve kern aanstuurt.
En ook in Leuven proberen we – zij het op ietwat kleinere schaal – regelmatig activiteiten te organiseren.
Vermeldenswaard is wellicht ook de Vlaams Zuid-Afrikaanse Vereniging die zich tot doel stelt om ontmoetingen tussen Zuid-Afrikanen en Vlamingen te koesteren en te versterken.
In samenwerking met de Nederlands-Zuid-Afrikaanse Vereniging (NZAV) worden bijvoorbeeld regelmatig jongeren uit diverse universiteiten uitgenodigd om gedurende een maand een academisch en toeristisch programma te volgen.
Verder zijn er ook beurzen ter beschikking voor Zuid-Afrikaanse afgestudeerden die in Vlaanderen hun opgedane specialiteit komen toetsen en verruimen.
Benewens jou boekbesprekings wat in De Standaard gepubliseer is en jou tesis oor die werk van JM Coetzee het jou betrokkenheid by die Suid-Afrikaanse boek ook gelei tot verhoogonderhoude met Afrikaanse skrywers, onder wie André P Brink en Etienne van Heerden. Vir die Week van de Afrikaanse Roman het jy as moderator opgetree. ’n Nuwe blog is tans te lees waarop jy Hartklop bekendstel wat verskeie Suid-Afrikaanse ervarings die Vlaamse leefwêreld binnebring. Vertel asseblief van die genootskap. Hoe het dit tot stand gekom?
Het idee om Hartklop op te richten komt van Kathlien Valkeniers en enkele van haar vrienden. Kathlien zelf bracht een deel van haar jeugd door in Zuid-Afrika en haar zus woont er nog steeds op het wijndomein Altydgedacht.
Gert Vlok Nel en Kathlien Valkeniers
Tijdens één van haar reizen in Zimbabwe ontmoette zij een wijnmaker die zijn passie voor wilde honden incorporeerde in zijn business model: een deel van de wijnopbrengst wordt jaarlijks ingezet voor de zo noodzakelijke bescherming van de wilde honden.
Dit inspireerde Kathlien en haar vrienden om met wijn als “bindmiddel” hun passie (en hartklop) voor Zuidelijk Afrika en de Afrikaanse taal te delen met vrienden en kennissen. Er werd volop gebrainstormd over het concept tijdens wekelijkse loopsessies in het bos in Heverlee en in juni 2017 was het zover: “Hartklop” werd geboren en boven de doopvont gehouden.
Hartklop werkt rond vier thema’s – the B(ig) 4: Bottle, Boeke, Bush en Braai. Tijdens elk van deze activiteiten zorgt de wijn Altydgedacht voor een gezellige noot.
As deel van die genootskap se aanbiedings ontvang lede uitnodigings na boeke- en skrywersgeleenthede. Hoe lyk die boekeprogram vir die volgende paar maande? Wat kan belangstellendes verwag en hoe kan mense lede van Hartklop word?
De voorbije jaren werkte Hartklop al – zij het op een bescheiden manier – mee aan de organisatie van de Week van de Afrikaanse Roman. Zo kregen we onder meer Ena Jansen, Willem Anker, Ingrid Winterbach en Andries Bezuidenhout op bezoek. Ook voor de volgende Week van de Afrikaanse Roman zal Hartklop zich engageren en zullen Riana Scheepers en het duo Frazer en Deniel Barry de eerstvolgende activiteit in september opluisteren.
Hartklop werkt ook jaarlijks samen met het Afrika filmfestival om Zuid-Afrikaanse films en documentaires te promoten.
.................
“Ook voor de volgende Week van de Afrikaanse Roman zal Hartklop zich engageren en zullen Riana Scheepers en het duo Frazer en Deniel Barry de eerstvolgende activiteit in september opluisteren.”
.................
De frequentie van de activiteiten is ongeveer om de twee maanden. Naast literaire samenkomsten en film, is er ook plaats voor culturele uitstappen zoals een museumbezoek of muzikaal optreden. Vorig jaar kwam onder meer Gert Vlok Nel naar Leuven en zijn doortocht heeft heelwat bijkomende fans opgeleverd.
Ook sociaal-economische en politieke thema’s kunnen aan bod komen: in november 2018 organiseerde Hartklop een druk bijgewoond debat rond “Land en identiteit in Zuid-Afrika”.
Lid worden kan enkel op aanvraag. Hartklop wil voorlopig kleinschalig blijven.
Werke van watter Afrikaanse skrywers vind tans byval in Vlaandere en waarom? Wie se boeke sou jy graag meer van in boekhandels en op België se fees- en ander verhoë wou sien?
Als we even de “kenners” van de Zuid-Afrikaanse literatuur buiten beschouwing laten (dat is trouwens sowieso een “niche”) en over het “grotere” publiek spreken, dan is de meest bekende naam toch wel die van Deon Meyer. Bij de jeugd is het minder de literatuur maar meer de muziek die aanspreekt.
Die Antwoord is zowat jaarlijks aanwezig op een of ander zomerfestival. Bij een ouder publiek lijkt Gert Vlok Nel dan weer meer bijval te krijgen, al is het aantal mensen dat hem kent toch ook weer eerder beperkt.
Misschien interessant als weetje: voor haar “Literaire Zomeractie” selecteerde Hartklop drie romans aan een extra voordelige prijs. Die romans zijn Duivelspiek van Deon Meyer, Kleurenblind van Trevor Noah en Wonderboom van Lien Botha.
Die skrywer Abdelkader Benali het onlangs in ’n artikel oor die belangrikheid van literêre vertaling in die NRC Handelsblad die volgende geskryf: “Zonder vertalers is er geen mogelijkheid tot contact. Wie een land wil leren kennen: lees zijn literatuur.” Hoe beskou jy hierdie aangeleentheid wat Suid-Afrika en België betref? Jy is ’n kenner op die gebied van vertaalkunde.
Ook al staan het Afrikaans en het Nederlands niet zo ver van elkaar, toch blijven vertalingen onontbeerlijk.
Lezen in het Afrikaans is voor een Vlaming mogelijk, maar slechts tot op zekere hoogte. Zowel qua grammatica als qua woordenschat zijn er een aantal obstakels die een doorsnee lezer al snel doen afhaken.
Het aantal vertalers vanuit het Afrikaans naar het Nederlands is echter beperkt en bovendien is het een job die niet erg goed betaalt. Je moet al heel veel van literatuur houden om als vertaler aan de slag te gaan.
Gelukkig is er het Vlaams Fonds voor de Letteren dat literaire vertalers financieel ondersteunt want voor uitgeverijen zijn vertalingen vanuit het Afrikaans doorgaans weinig interessant. Om een voorbeeld te geven, de laatste roman van André Brink, Philida, is voor zover ik weet niet eens in vertaling uitgekomen. Dus ja, vertalingen zijn hard nodig maar het huidige “leesklimaat” lijkt me niet van die aard dat het volume aan vertalingen snel zal toenemen.
Watter ooreenkomste bestaan daar vir jou tussen die beeld van die land in die werk van Nederlandstalige skrywers oor Suid-Afrika en by Afrikaanstalige skrywers oor die Lae Lande?
Buiten het reeds aangehaalde genre van de boerenroman (of plaasroman bij jullie) en het succes van het thrillergenre zie ik niet direct veel affiniteiten.
De sociaal-economische en culturele problematiek die vaak het onderwerp uitmaakt van Zuid-Afrikaanse literatuur is hier bij ons veel minder aan de orde.
Dat maakt de Zuid-Afrikaanse literatuur “anders” en daardoor natuurlijk ook zoveel boeiender. Het valt me trouwens op, nu ik dit schrijf, dat ik bij “Zuid-Afrikaanse literatuur” vooral witte schrijvers in mijn hoofd heb, terwijl het Afrikaans natuurlijk ook de taal is van vele bruine mensen. Misschien ligt daar nog wel een terrein dat meer aangesproken of ontgonnen kan worden.
Enkele jaren geleden stond AHM Scholtz wel wat in de belangstelling bij ons maar andere namen, zoals Ronelda Kamfer, Simon Bruinders of Peter Snyders vinden toch veel moeilijker een leespubliek. Hun ervaringswereld is nochtans erg belangrijk als we het huidige Zuid-Afrika beter willen leren kennen of begrijpen.
Met Hartklop kry mense in België meer te lese, wete, ete en drinke van dit wat eg en interessant aan Suid-Afrika is. Watter rol het die blog in die lewe van die genootskap?
De Hartklop-blog fungeert een beetje als het “geheugen” van wat er aan activiteiten werd georganiseerd. Het is ook altijd leuk voor iemand die er niet bij kon zijn om even een verslagje te lezen of een aantal foto’s te bekijken.
Verder dan dat – plus aankondigingen van komende activiteiten – gaat het niet echt. Het is ook niet de bedoeling dat de blog of de website zou uitgroeien tot een breed platform. Hartklop wil het bescheiden houden, en trouw blijven aan zijn opzet: een ontmoetingsplaats zijn voor vrienden met een gedeelde passie. Momenteel zijn er een honderdtal leden. Dat is al mooi.
Veel groter hoeft het niet te worden, maar het zou wel leuk zijn als we met Hartklop wat meer jonge mensen (twintigers en dertigers) konden aanspreken. Dat is misschien nog een optie voor de toekomst: de oprichting van een “jongerenafdeling” zodat ook de nieuwe generatie met de vinger aan de Zuid-Afrikaanse pols blijft.
- Foto’s: verskaf