Eindelijk weer eens een ouderwetse oorlogsheld

  • 0

Binnen de eerste tien dagen trok Bankier van het verzet al meer dan honderdduizend bezoekers. Deze speelfilm, gebaseerd op ware gebeurtenissen, is een eerbetoon aan een verzetsheld van wie tot voor kort bijna niemand in Nederland ooit gehoord had.

Barry Atsma als Walraven van Hall

Bankier van het verzet vestigt de aandacht op Walraven (“Wally”) van Hall (1906-1945), een verzetsheld die bij het Nederlandse publiek ruim zeventig jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog nog grotendeels onbekend was. Dat is verbazend, want Walraven en zijn broer Gijsbert (“Gijs”) van Hall (1904-1977) waren van onschatbare waarde voor het functioneren van het Nederlandse verzet tijdens de oorlog. Al is “van onschatbare waarde” misschien verkeerd uitgedrukt.

Walraven en Gijsbert van Hall waren twee jonge bankiers uit een vooraanstaande familie. Wally was de meest doortastende, Gijs de meer bedachtzame van de twee. Zoals de film het wil hebben (de werkelijkheid was genuanceerder), richtten ze samen het Nationaal Steunfonds op, waaruit bijna alle activiteiten van het verzet gefinancierd werden. Wapens. Illegale kranten zoals Het Parool, Trouw en Vrij Nederland. Maar ook het eten van onderduikers, pensioenen voor de weduwen van verzetsstrijders en het salaris van stakende spoorwegbeambten. In totaal ging het om zo’n 83 miljoen gulden. Omgerekend naar de waarde van vandaag: een half miljard euro.

Hoe de broers aan zo veel geld kwamen, valt in één film – zelfs als die ruim twee uur duurt – moeilijk uit te leggen (“Alsof je de fiches steelt van een casino en ze dan weer terug verkoopt”). In werkelijkheid ging het blijkbaar om een ingewikkelde constructie met een fictief pensioenfonds en 27 schijnfirma’s eromheen. De filmmakers hebben gekozen voor een spannend verhaal met geheime vergaderingen, vervalste papieren en tassen met geld die onopvallend van hand tot hand gaan. De blonde Wally lijkt wel een ouderwetse jongensboekenheld die de Duitse bezetter en hun Nederlandse trawanten keer op keer te slim af is. Hoe ze het ook deden, aan het einde van de film is één ding duidelijk: de gebroeders Van Hall, twee keurige bankiers, waren verantwoordelijk voor wat wel “de grootste bankfraude uit de Nederlandse geschiedenis” is genoemd.

Maar natuurlijk gaat het verhaal dat hier verteld wordt, verder dan jongensboekenromantiek. Acteur Barry Atsma slaagt erin Wally neer te zetten als een jonge avonturier, gefrustreerd door zijn saaie baantje bij de bank, die weet dat hij dit móet doen, maar tegelijk beseft dat hij zichzelf en zijn jonge gezin in gevaar brengt. Zijn echtgenote Tilly (een sterke rol van Fockeline Ouwerkerk) steunt hem: “Ik wil het niet, maar je moet het wél doen.” Naarmate er meer mensen van het Nationaal Steunfonds afhankelijk raken, begint de verantwoordelijkheid van het werk dat hij begonnen is, zwaarder op Walraven te drukken. Gijs (Jacob Derwig) probeert hem over te halen om te stoppen: “We zijn bankiers, geen verzetsstrijders!” Maar er ís voor Wally eigenlijk geen weg terug meer. Want stoppen zou betekenen dat hij al die onderduikers en verzetsstrijders in de steek zou laten. Een bijkomende factor is, dat mét het succes van het Nationaal Steunfonds het netwerk zich steeds wijder vertakt en ook het risico van ontdekking toeneemt.

Tilly van Hall (Fockeline Ouwerkerk)

Walraven van Hall heeft de oorlog niet overleefd. Hij werd op 12 februari 1945, drie maanden voor het einde van de oorlog, in Haarlem gefusilleerd. Later zou hij op de Eerebegraafplaats in Bloemendaal herbegraven worden.

De film geeft een verklaring voor het feit dat de naam Walraven van Hall tientallen jaren verzwegen werd. Aan het slot van de film krijgt Gijs te horen dat de bankfraude niet bekend mag worden, omdat dit het vertrouwen in De Nederlandsche Bank zou ondermijnen. En dát kon Nederland in de tijd van Wederopbouw niet gebruiken. In 2005 verscheen de biografie Walraven van Hall, premier van het verzet (1906-1945) van Erik Schaap. En pas in 2010, vijfenzestig jaar na de bevrijding, werd er op het Frederiksplein in Amsterdam, tegenover het nieuwe kantoor van De Nederlandsche Bank, een monument voor Walraven van Hall opgericht: een bronzen boom die als een gevelde reus naast de fontein ligt.

Zaken doen in een nachtclub; midden: Jacob Derwig als Gijsbert van Hall

Filmcritici hebben Bankier van het verzet over het algemeen positief ontvangen. Artistiek vernieuwend is de film niet. Maar regisseur Joram Lürsen, die eerder tekende voor kaskrakers als Alles is liefde en Publieke werken, heeft degelijk vakwerk afgeleverd. Misschien valt het schmieren van Pierre Bokma als de NSB’er Meinoud Rost van Tonningen – die als president van De Nederlandsche Bank herhaaldelijk door de Van Halls voor de gek gehouden wordt – een beetje uit de toon; de film heeft dit komische element niet nodig. Maar verder wordt er uitstekend geacteerd. Er is veel zorg besteed aan de historische details van onder meer kleding, interieurs en auto’s. En wat opvalt, is het gebruik van de architectuur. Sommige scènes zijn opgenomen in de nog ongerepte straatjes van Deventer. Maar wat vooral indruk maakt, zijn de gebouwen in art-decostijl. Het voormalige pand van De Nederlandsche Bank aan de Oude Turfmarkt in Amsterdam (nu Allard Piersonmuseum) en herensociëteit De Groote Club op de Dam zijn onmiddellijk herkenbaar. Maar waar zijn de scènes in en rond het woonhuis van de Van Halls in Zaandam bijvoorbeeld opgenomen? Een schitterend staaltje Amsterdamse School-ontwerp! Het zou interessant zijn om hier meer over te weten te komen.

Pierre Bokma als de veelgeplaagde NSB-topman Meinoud Rost van Tonningen

Het enige waar sinds het verschijnen van de film discussie over is ontstaan, is de voorstelling van Walraven van Hall als onversneden oorlogsheld. Dat het systeem van de bankfraude vereenvoudigd voorgesteld wordt, wordt over het algemeen niet als probleem ervaren; een speelfilm is geen proefschrift of documentaire, en moet op zijn eigen manier overtuigend zijn. Maar sinds de jaren zestig is de oorlogsheld vrijwel uit de Nederlandse cinema verdwenen. De oorlog werd voorgesteld als een grijs gebied waar niemand helemaal goed of fout was, en het verzet als een stelletje amateurs die elkaar het licht in de ogen niet gunden. Wally van Hall is een meer traditionele heldenfiguur. Dat is misschien even wennen. Maar het is de vraag of het érg is. Om meteen maar de afleiding te maken dat Nederland in deze onzekere tijden “dus” behoefte heeft aan zo’n jongen van stavast, gaat te ver. Misschien vindt gros van de bioscoopgangers zo’n duidelijke held wel gewoon prettig en inspirerend.

Als professionele bankier hield Walraven van Hall – in codetaal, uiteraard – een volledige boekhouding bij van alle inkomsten en uitgaven. De Nederlandse regering in ballingschap had zich vanuit Londen garant gesteld. Toen alle leningen na de oorlog waren terugbetaald, bleef er zelfs nog 22 miljoen gulden over. Hieruit werd onder meer een bijdrage geleverd aan de bouw van het Nationaal Monument op de Dam, de oprichting van de Rijksdienst voor Oorlogsdocumentatie (nu: NIOD) en de oprichting van de Stichting 1940-1945. Deze laatste had tot doel het werk van het Nationaal Steunfonds voort te zetten door hulp te bieden aan weduwen en wezen van verzetsstrijders, invalide geraakte verzetsstrijders en later ook andere oorlogsgedupeerden. Volgens de aftiteling van de film was Walraven van Halls weduwe Tilly een van de eerste bestuursleden van deze stichting.

Walravens broer Gijsbert van Hall was van 1957 tot 1967 burgemeester van de stad Amsterdam. Als burgemeester wist hij zich geen raad met het optreden van de linkse protestbeweging Provo. Een jaar na de rellen rond het huwelijk van prinses Beatrix in 1966 moest hij onder druk van de regering opstappen. Van Hall werd gezien als de laatste vertegenwoordiger van een oude regentencultuur. Dat hij tijdens de oorlog een van de leiders van het verzet was geweest, kon hem niet redden.

Bankier van het verzet
(Nederland, 2018, 123 min.)
Regie: Joram Lürsen
Scenario: Marieke van der Pol en Thomas van der Ree
Met: Barry Atsma, Jacob Derwig, Fockeline Ouwerkerk, Pierre Bokma e.a.

  • Klik hier voor een website over Walraven van Hall.

In Nederland is 2018 uitgeroepen tot “Jaar van Verzet”. Tijdens dit jaar wordt in het hele land extra aandacht besteed aan de rol van het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Daarbij kan het zowel gaan om informatie over het verzet als over het verzet als bron van inspiratie. (In de film Bankier van het verzet zijn beide terug te vinden.) Alle organisaties die zijn aangesloten bij het Platform Herinnering Tweede Wereldoorlog belichten het verzet binnen hun reguliere programma; daarnaast organiseren ze ook extra activiteiten. Ook organisaties buiten dit Platform kunnen deelnemen. Kijk voor meer informatie op www.tweedewereldoorlog.nl/jaarvanverzet/.

 

Buro: IG
  • 0
Verified by MonsterInsights
Top