Op donderdag 12 juli is Femke Halsema beëdigd als burgemeester van Amsterdam. Een historische benoeming, want Halsema is de eerste vrouwelijke burgemeester van de stad. In de toespraken tijdens de speciale gemeenteraadsvergadering kwam een onderwerp telkens terug: het doordringen van de (illegale) onderwereld in de (legale) bovenwereld. Als om dit punt te illustreren vonden er vrijwel tegelijkertijd elders in de stad twee schietpartijen plaats. Waarschijnlijk ging het om liquidatiepogingen in het criminele circuit.
Na de dood van Eberhard van der Laan op 5 oktober 2017 heeft de politieke veteraan Jozias van Aartsen (70) vanaf december opgetreden als waarnemend burgemeester. Van Aartsen was eerder onder meer Tweede Kamerlid en fractievoorzitter in de Tweede Kamer, minister van Buitenlandse Zaken, burgemeester van Den Haag en interim-Commissaris van de Koning in Drenthe. Als tijdelijke burgemeester van Amsterdam wist Van Aartsen met zijn grote politieke ervaring en zijn kalme en doortastende optreden rust te brengen in een stad die na het overlijden van de geliefde Van der Laan wat verweesd was achtergebleven.
Van Aartsen greep zijn afscheidstoespraak aan om te waarschuwen voor de “ondermijning” van de stad door criminaliteit. Kort na zijn aantreden als burgemeester werd Van Aartsen geconfronteerd met de dood van de 17-jarige Mohammed Bouchikhi. De jongen werd op 26 januari doodgeschoten in een buurthuis waar hij stageliep. Het ging om een afrekening in het criminele circuit en Mohammed was helaas op het verkeerde moment op de verkeerde plaats. De gebeurtenis wekte destijds veel beroering, ook omdat de schietpartij zich voor de ogen van jonge kinderen had afgespeeld en het geweld zo onvermijdelijk de leefwereld van onschuldige burgers was binnengedrongen. “Amsterdam is een mooie stad”, zei de vader van Mohammed tijdens een stille tocht die voor de jongen werd gehouden, “het moet ook weer een veilige stad worden.”
Van Aartsen prees het karakter van Amsterdam als vrije en tolerante stad. Amsterdam als “stad waar alles kan”. Maar aan die vrijheid zat ook een keerzijde, waarschuwde hij. “Mij grijpt het inmiddels naar de keel. Overvallen, liquidaties, ingeschoten ruiten, handgranaten aan de deur. Daarvan zou je nog kunnen zeggen dat zulke dingen helaas nu eenmaal gebeuren in een grote, levendige wereldstad. Maar wat als de lifestyle van de een bijdraagt aan de dood van een ander? Van kinderen? Als een veelbelovende tiener nonchalant wordt doodgeschoten voor de ogen van de kinderen waar hij zich voor inzet, als er piepjonge slachtoffers van cocaïnevergiftiging vallen, als journalisten die zich daarin vastbijten, worden bedreigd, zijn we wat mij betreft de grens van vrijheid-blijheid ver voorbij. Geen groter schrikbeeld voor een burgemeester, dan dat we onze kinderen niet meer kunnen beschermen.”
Femke Halsema noemde in haar toespraak “de belofte van vrijheid” als “het wezen van Amsterdam”. “De belofte dat je hier in Amsterdam je geluk kan najagen, dat je je lot in eigen hand kan nemen. Die belofte wordt je gedaan in de oude kroegen op de Zeedijk, die hoor je in de liederen op Keti Koti over het breken van de ketenen, die zie je op de boten van de Pride, die lees je op de voorpagina van De Telegraaf, de dag na een aanslag, als daar in de grootste chocoladeletters staat: ‘Wij zwijgen nooit’.” Als burgemeester van Amsterdam beschouwt Halsema “het hoeden van vrijheid” als haar “eerste en grootste verantwoordelijkheid”.
Halsema identificeerde drie punten waaraan ze als burgemeester speciale aandacht wil geven. Als eerste noemde ze “de bestrijding van misdaad, het vergroten van onze veiligheid en het handhaven van het recht”. Ook zij haalde in dit verband de dood van Mohammed Bouchiki als voorbeeld aan. Het is een symptoom van het toenemen van zware criminaliteit en gewelddadige drugshandel in de stad. “Liquidaties, wapenhandel, het rekruteren van jongeren en aanslagen op onze vrije pers, zijn onacceptabel. Ze ondermijnen de vrede in onze gemeenschap en tasten onze vrijheid aan.”
Naast misdaadbestrijding noemt Halsema het overbruggen van sociaaleconomische verschillen binnen de stad (Amsterdammers in armere delen van de stad zouden vaak het gevoel hebben niet gehoord te worden) en het bestrijden van discriminatie als belangrijke agendapunten. “Of je nu een jonge transgender bent, een oude Joodse man met pijpenkrullen en hoed, een gesluierde vrouw, een islamitische homoseksueel: de komende jaren zult u mij altijd aan de zijde vinden van al die mensen die vreedzaam het recht opeisen om anders, om zichzelf te mogen zijn – en tegenover degenen die hen dat willen beletten”, aldus Halsema.
Er werd tijdens deze speciale raadsvergadering dus veel gesproken over de toenemende aanwezigheid van georganiseerde misdaad in de stad en het escalerende geweld dat daarmee gepaard gaat. Het was dan ook navrant dat er vrijwel tegelijkertijd elders in Amsterdam twee schietincidenten plaatsvonden. Buiten een café in de Dusartstraat werd de bekende crimineel “Saqib” neergeschoten, een Amsterdammer van Pakistaanse afkomst. Twee anderen raakten lichtgewond. En na een schietincident in de Oetgenstraat werden in de Wibautstraat drie verdachten opgepakt. Er lijkt vooralsnog geen verband tussen beide incidenten te bestaan.
Ook de landelijke politiek onderkent de “ondermijning” van de samenleving door criminaliteit inmiddels als een ernstig probleem. Minister Ferdinand Grapperhaus van Veiligheid en Justitie schreef gisteren in een brief aan de Tweede Kamer dat er een einde moet komen aan de “verwevenheid van onder- en bovenwereld”. Daarmee bedoelt hij dat criminelen zich niet meer in een schimmige eigen wereld ophouden, maar zich steeds meer tussen de gewone burgers begeven en gebruik maken van dezelfde voorzieningen als jij en ik. Witwaspraktijken, gevaarlijke drugslabs in woonwijken, het dumpen van giftig chemisch drugsafval in de natuur, het gebruik van excessief geweld, liquidaties in de openbare ruimte en bedreiging van lokale bestuurders zijn voorbeelden van de verwevenheid van onder- en bovenwereld. “Wegkijken is geen optie”, schrijft de minister herhaaldelijk.
Het kabinet heeft extra geld uitgetrokken om dit probleem aan te pakken, onder meer in de vorm van een “ondermijningsfonds” van 100 miljoen euro. Om versnippering te voorkomen zal vooral worden ingezet op bestrijding van de illegale drugsindustrie. Er komt een gemeenschappelijke aanpak, gericht op sleutelpersonen en -sectoren die de criminele drugsindustrie mogelijk maken.
Als interim-burgemeester heeft zich Jozias van Aartsen steeds hard gemaakt voor meer geld voor de bestrijding van georganiseerde misdaad in Amsterdam. Tot op zijn laatste werkdag stond hij hierover met Grapperhaus in verbinding. Helaas is het Van Aartsen, ondanks al zijn Haagse contacten, niet gelukt om een afscheidscadeau voor de stad Amsterdam los te peuteren, of een welkomstgeschenk voor de nieuwe burgemeester, Femke Halsema. De minister wil deze zomer nog gebruiken om plannen uit het hele land te inventariseren. De verwachting is dat hij op Prinsjesdag bekend zal maken hoe het geld uit het “ondermijningsfonds” verdeeld wordt.
Lees ook
Buro: IGFemke Halsema wordt eerste vrouwelijke burgemeester van Amsterdam