Na afloop schreef een van de deelnemers: “Het Festival was een daad van liefde. Dat hebben we allemaal zo gevoeld”.
De voorbereidingen voor de vijfde editie van het Festival voor het Afrikaans begonnen bijna twee jaar geleden. Het was vanaf het begin duidelijk dat het moeilijk zou worden voldoende fondsen bij elkaar te krijgen. Een andere vroege tegenslag was dat de bekende theaters, toen ze na de lockdown vanwege de coronapandemie eindelijk weer open mochten, voorrang gaven aan hun eigen programmering. Een festival ‘van buiten’ dat het theater wilde huren had geen prioriteit.
En zo belandden we in De Regentes in Den Haag, een klein theater met vooral een wijkfunctie, maar met uitstekende faciliteiten. De Regentes is gevestigd in een voormalig badhuis. Onder meer de witte tegeltjes tegen de muur en zalen als ‘Ketelhuis’ en ‘Het Diepe’ herinneren nog aan deze geschiedenis. De oude badhokjes zijn omgebouwd tot kleedkamers voor de artiesten. Voor De Regentes was het ook een sprong in het diepe om met Festival voor het Afrikaans in zee te gaan. Stef Bos? Adriaan van Dis? Zouden die écht komen? ‘Amanda’ en ‘Antjie’ werden in de gesprekken met het theater mythische namen.
Er was heel veel hoop, geloof en liefde voor nodig om dit Festival voor elkaar te krijgen. Dat gold voor mij als directeur en voor productieleider Nelius Ferreira die al snel zijn steun toezegde, maar ook voor de artiesten, die twee jaar lang hun agenda moesten vrijhouden voor een festival waarvan lange tijd onzeker was of het zou doorgaan. Het gold voor de vrijwilligers die zich een weekend lang het vuur uit de sloffen hebben gelopen, én voor de bezoekers, die bereid waren zich te laten meevoeren in de droom die wij met z’n allen tot stand hebben gebracht.
We kunnen terugkijken op een feestelijk en goed bezocht festival, met een indrukwekkend programma, optredens die het publiek overrompelden, wegbliezen en ontroerden, en een opgewekte en gemoedelijke sfeer. Ook belangrijk is dat de boodschap die we wilden overbrengen – dat het Afrikaans helemaal geen ‘witte’ taal is, en dat de variëteiten van het Afrikaans, zoals het Kaapse Afrikaans en het Griekwa-Afrikaans, zorgen voor groei en creativiteit – duidelijk over het voetlicht is gekomen. De verhouding tussen ‘Hollanders’ en expats in het publiek was ongeveer fifty-fifty, en dat is goed.
Schrijvers en artiesten, vrijwilligers, organisatie, de mensen van De Regentes, de standhouders op de Zuid-Afrikaanse markt én het publiek… We hebben het sámen gedaan, in de overtuiging dat Afrikaanstallige cultuur en Afrikaanstalige artiesten een plek verdienen in het Nederlandse culturele bestel.
Maar ik zal nooit weer alléén een heel festival uit de grond stampen. Er moet een brede organisatie komen. Het Festival heeft praktische én financiële ondersteuning nodig, uit Nederland én Zuid-Afrika. Wil jij in de toekomst jouw steentje bijdragen? Laat van je horen via info@festivalvoorhetafrikaans.nl.
- Ingrid Glorie is directeur van het Festival voor het Afrikaans 2023.
- Foto’s: Hans Mooren