Grote Suriname-tentoonstelling probeert leemte te vullen

  • 0

“Het werd tijd!” zegt Cathelijne Broers, directeur van De Nieuwe Kerk. Want bijna 45 jaar na de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 is er in Nederland maar weinig aandacht voor Suriname en het gedeelde verleden tussen beide landen.

Dat is pijnlijk, vooral als je bedenkt dat er vandaag zo’n 350.000 mensen met Surinaamse wortels in Nederland wonen.

Er viel dus iets recht te zetten en de druk op de tentoonstellingsmakers om het góed te doen, was groot. Voor De Grote Suriname-tentoonstelling die vanaf zaterdag 5 oktober in De Nieuwe Kerk in Amsterdam te zien is, is dan ook flink uitgepakt.

Suriname is een van de meest diverse landen in Zuid-Amerika. Het land is ongeveer vier keer zo groot als Nederland en telt 575.763 (2016) inwoners. Traditioneel worden er vijf grote bevolkingsgroepen onderscheiden: de Hindoestanen, de Creolen, de Marrons, de Javanen en de Chinezen.

Daarnaast zijn er meerdere kleinere groepen, waaronder de Inheemsen (de afstammeling van de oorspronkelijke bewoners) en de “Boeroes” (nazaten van Nederlandse boeren die in de negentiende eeuw naar Suriname trokken).

Er worden in Suriname zo’n twintig talen gesproken. De officiële taal is het Nederlands, dat door zo’n 60% van de bevolking wordt gesproken – vooral in de dichtbevolkte kuststreek; veel minder in het schaars bevolkte binnenland.

Overigens zijn er wel verschillen tussen het Standaardnederlands en het Nederlands van Suriname. Die verschillen zijn ontstaan onder invloed van de andere talen van het land.

Het Surinaams-Nederlands is een volwaardige variant van het Nederlands (net als het Nederlands-Nederlands en het Belgisch-Nederlands). Overigens zijn veel Surinamers – 80% –meertalig. Zij spreken bijvoorbeeld een combinatie van Nederlands en Sranantongo (ook wel Surinaams genoemd), dat als contacttaal op de plantages ontstaan is.

Veelbewogen geschiedenis

Suriname is dus een complex land. En het is een land met een veelbewogen geschiedenis en een ingewikkelde band met Nederland als voormalige koloniale onderdrukker.

Toen de eerste Nederlanders er zo’n vierhonderd jaar geleden voet aan wal zetten, kwamen ze de oorspronkelijke bewoners van het land tegen – ontwikkelde cultuurgroepen die nauw verbonden waren met hun natuurlijke omgeving.

De Europeanen van destijds noemden hen “Indianen”. Tegenwoordig worden de verre nazaten van deze mensen “Inheemsen” genoemd.

De wereld van de Inheemsen (Foto: Evert Elzinga)

Suriname was voor de Nederlanders aantrekkelijk omdat ze er producten konden verbouwen waarmee ze in Europa veel geld konden verdienen, zoals koffie, cacao, suiker en katoen. De West-Indische Compagnie voerde vanuit West-Afrika tot slaafgemaakten in om op de plantages te werken.

Op die plantages ontstond een Creoolse cultuur met Afrikaanse wortels en Europese en Amerikaanse invloeden. De afstammelingen van de tot slaafgemaakten worden nog steeds “Creolen” genoemd.

Een andere groep vormen de Marrons, de nazaten van slaafgemaakten die wisten te ontsnappen en in de jungle nieuwe gemeenschappen begonnen, met een eigen taal en cultuur.

Na de afschaffing van de slavernij – officieel op 1 juli 1863; in de praktijk pas tien jaar later – werden er goedkope arbeidskrachten uit Azië ingevoerd: eerst Chinezen, en daarna zogenaamde “Hindoestanen” uit Noordoost-India (die overigens zowel hindoe als moslim konden zijn) en Javanen.

Al deze migranten brachten op hun beurt hun eigen taal, godsdienst en gebruiken mee. Dankzij al die nieuwkomers werd Suriname een van de meest diverse landen ter wereld.

Een “meerstemmige (auto)biografie”

De tentoonstellingsmakers hebben geprobeerd recht te doen aan de ingewikkelde geschiedenis én de etnische en culturele diversiteit van het land. Hun tentoonstelling moest een “meerstemmige (auto)biografie” worden. Daarvoor hebben ze vanaf het begin samenwerking gezocht met een groot aantal instanties in Suriname en Nederland.

Er zijn ruim driehonderd objecten te zien, afkomstig van 50 bruikleengevers uit beide landen, waaronder het Surinaams Museum, het Nationaal Archief Suriname, de Koninklijke Verzamelingen en het Tropenmuseum.

Pronkstukken zijn onder meer een precolumbiaans stenen masker, vijf kostbare boeken met botanische illustraties van Maria Sybilla Merian (1647-1717), de onafhankelijkheidsverklaring uit 1975 en de groene jurk die door prinses Beatrix werd gedragen toen ze in Paramaribo de onafhankelijkheidsviering bijwoonde.

Precolumbiaans stenen masker (Foto: Evert Elzinga)

De botanische tekeningen van Maria Sybilla Merian (Foto: Evert Elzinga)

De groene jurk die door prinses Beatrix werd gedragen toen ze in 1975 in Paramaribo de onafhankelijkheidsviering bijwoonde (Foto: Ingrid Glorie)

Er is op de tentoonstelling veel ruimte gemaakt voor de veelzijdige cultuur, de creativiteit en het vakmanschap van de gewone mensen van Suriname: van de kunstige veren hoofdtooien en kralensieraden van de Inheemsen tot het verfijnde houtsnijwerk van de Creolen en de statige jurken en de koto’s (hoofddoeken) van de vrouwen uit Paramaribo.

Maar er is ook aandacht voor de duistere kanten van de geschiedenis van het land, zoals het harde lot van de tot slaafgemaakten aan boord van een slavenschip of op de plantages. Van hun leven zijn weinig tastbare relikwieën overgebleven.

Koto (Foto’s: Ingrid Glorie)

Dat soort objecten werd vaak weggedaan – uit schaamte of ongemak; of uit onverschilligheid. In zulke gevallen kan papieren erfgoed zoals brieven, reisjournalen en ambtelijke registers helpen om – weliswaar uit het perspectief van de koloniale onderdrukker – het beeld aan te vullen.

Daarnaast worden de wreedheden uit die tijd aangrijpend gesymboliseerd door authentieke objecten als brandijzers, boeien en een zweep. Ook zijn verschillende kunstenaars aangezocht om voor de tentoonstelling een eigentijds kunstwerk te maken om de geschiedenis te visualiseren én te becommentariëren.

Een van die kunstwerken roept de erbarmelijke omstandigheden aan boord van een slavenschip in gedachten.

Modern kunstwerk dat de ellende aan boord van een slavenschip visualiseert (Foto: Evert Elzinga)

“Succesvolle poging”

Om de grotendeels lege ruimte van het middenschip van het kerkgebouw in een tentoonstellingsruimte te omscheppen, zijn er met bijna tien meter hoge banieren negen afzonderlijke kamers of “scènes” gecreëerd, waarin de objecten rond een bepaald thema, een bepaalde fase uit de geschiedenis of een of meerdere bevolkingsgroepen bij elkaar zijn gebracht.

Projecties, geluiden en zelfs geuren maken de tentoonstelling tot een zinnenprikkelende ervaring, die mensen die er wel eens geweest zijn of er misschien zelfs vandaan komen, onmiddellijk naar Suriname terugbrengen.

Een ander belangrijk en integraal onderdeel van de tentoonstelling is de audiotour. Hierop komen ruimt twintig bekende en onbekende Surinamers uit Suriname én Nederland aan het woord, die met hun persoonlijke verhalen even zovele perspectieven aan de tentoonstelling toevoegen.

Want de Grote Suriname-tentoonstelling moet een breed publiek aanspreken, zegt Nieuwe Kerk-tentoonstelling Cathelijne Broers tijdens de perspresentatie. Het moet een tentoonstelling zijn die “verbindt, verrijkt en verrast”.

Verbindend is zeker de opstelling in de laatste zaal, met het opschrift “Welkom in Paramaribo”. Levensgrote poppen, feestelijk uitgedost in traditionele kleding, geven de vele verschillende bevolkingsgroepen van het land weer.

Welkom in Paramaribo (Foto: Evert Elzinga)

Opmerkelijk tijdens de perspresentatie is het commentaar van Rita Tjien-Fooh, directeur van het Nationaal Archief Suriname. Ze geeft toe dat ze er wel moeite mee had om materiaal uit haar archief naar Nederland te sturen.

Hoe zouden de Nederlandse tentoonstellingsmakers met deze objecten omgaan? In wat voor context zouden ze terechtkomen? Zouden de Nederlanders erin slagen om recht te doen aan het Surinaamse perspectief?

Gelukkig, kan ze toegeven nadat ze de tentoonstelling gezien heeft. “Het is een succesvolle poging.”

............

De Grote Suriname-tentoonstelling is tot 2 februari 2020
te zien in De Nieuwe Kerk in Amsterdam.

Klik hier voor meer informatie.

De tentoonstelling wordt begeleid door meerdere publicaties
en een interessant randprogramma.

Zo komt Stichting Julius leeft! dit najaar met De Suriname Monologen, een serie toneelstukken over markante figuren uit de Surinaamse geschiedenis, met een topcast, swingende muziek en in de regie van John Leerdam.

Klik hier voor meer informatie.

............

Buro: IG
  • 0
Verified by MonsterInsights
Top