Interview met Mathilde Stam: Groblershoop leerde migrantenkind wat gemeenschap betekent

  • 0

‘Ik ben omdat wij zijn.’

Tijdens het Festival voor het Afrikaans geeft Mathilde Stam op zaterdag 25 november een workshop over Ubuntu en Dialoog. Deze workshop is gratis toegankelijk, ook voor belangstellenden die geen kaartje voor het festival kopen.

Mathilde is altijd op zoek naar dialoog en verbinding. Het zijn waarden die ze als kind in Zuid-Afrika heeft meegekregen. Als topbestuurder in Nederland brengt ze de lessen van toen nog dagelijks in de praktijk.

...
Ze is ervan overtuigd dat dialoog in deze tijd van grote maatschappelijke uitdagingen, zoals de opwarming van de aarde, de toenemende polarisatie en verdeeldheid in de samenleving en de opkomst van nieuwe technologieën, heel belangrijk is.
...

Met haar vlammende rode haar is Mathilde Stam een indrukwekkende verschijning. Ze is directeur-bestuurder van Stichting Welzijn Ermelo en lid van de sectie Topvrouwen van de Sociaal-Economische Raad. Daarnaast bekleedt ze verschillende nevenfuncties. Ze woont in het Drentse Meppel en in haar dictie zijn zowel het Afrikaans uit haar jeugd als een Noordoost-Nederlands accent te herkennen. Ze spreekt vol enthousiasme en overtuigingskracht.

Advertentie

Mathilde is in 1962 geboren in het Zuid-Afrikaanse Upington, als kind van Nederlandse immigranten. Haar vader vertrok in 1961 als eerste, kort nadat hij zijn opleiding voor de vakken piano, pedagoog, uitvoerend kunstenaar en compositie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag had afgerond. In Nederland was het leven in de naoorlogse jaren niet makkelijk en veel Nederlanders hoopten elders een nieuw bestaan op te bouwen. Na zes maanden in Zuid-Afrika vroeg Mathildes vader haar moeder, die balletdanseres en later yogalerares was, om over te komen.

“Ze zijn met de handschoen getrouwd”, vertelt Mathilde. “Mijn vader was 26 en mijn moeder 20. Mijn moeder ging in Nederland met de broer van mijn vader naar het stadhuis en mijn vader regelde  in Zuid-Afrika bij het Nederlandse consulaat in Kaapstad alle benodigde papieren. Niet lang daarna kwam mijn moeder naar Zuid-Afrika. Toen ze het land zag, was ze meteen verkocht. Ze zijn achttien jaar gebleven.” Na een jaar werd Mathilde geboren, als oudste van een gezin met vijf kinderen.

Toen Mathildes vader in 1961 voor Zuid-Afrika koos, begon in Nederland de publieke opinie al tegen de apartheid te draaien. Het Bloedbad van Sharpeville op 21 maart 1960 had velen de ogen geopend. “Ik denk dat hij daar in die tijd minder mee bezig was”, verklaart Mathilde. “Hij was een musicus, een avonturier en hij was erg op zijn vakgebied gericht. Hij had bij het conservatorium een advertentie gezien, waarin stond dat er in het noorden van de Karoo, in het piepkleine plaatsje Groblershoop, een muziekleraar werd gezocht. Dat leek hem wel leuk, omdat hij aanvankelijk dacht een jaar in Zuid-Afrika te zullen blijven. Daarom heeft hij op die advertentie geschreven en hij werd ook meteen uitgenodigd. 

Mathildes “rimboetijd”

De eerste zeven jaar had het gezin het niet makkelijk. Maar achteraf kijkt Mathilde vol liefde en dankbaarheid terug op wat ze haar “rimboetijd” noemt. “In de landelijke omgeving van de Grote Karoo heb ik geleerd om met weinig tevreden te zijn. Het maakte je heel creatief. We vormden een hechte gemeenschap en deelden veel met elkaar.”

In de jaren zestig was in Zuid-Afrika het apartheidssysteem van kracht. Als kind beleefde Mathilde dat op haar eigen manier. “Bínnen de apartheid had ik mijn eigen systeem”, zegt ze, “waarbij we samen dingen ontwikkelden en waarbij ik leerde van anderen, wit én zwart. Misschien kwam het door mijn Nederlandse achtergrond en bekeken mijn ouders de samenleving anders dan mensen die in Zuid-Afrika geboren waren. Maar ik heb daar ongelooflijk veel mooie dingen beleefd. We inspireerden elkaar. We zorgden voor elkaar. Dat is het meest waardevolle dat ik heb meegemaakt.”

Er waren helaas ook grote sociaaleconomische verschillen. “De zwarte mensen waren bij ons in dienst. Het was absoluut niet gelijkwaardig. Ook nu worstelt Zuid-Afrika nog met het verleden van de apartheid en met het streven naar eenheid in diversiteit”.

Diversiteit

Na zeven jaar werd Mathildes vader gevraagd hoofd van de opera in Bloemfontein te worden. “Die kans heeft hij met beide handen aangegrepen”, zegt Mathilde. “Hij was een cultuurman in hart en nieren. In Bloemfontein heeft mijn vader geweldige dingen neergezet.”

Voor Mathilde, die toen nog net geen acht was, was de overgang naar de grote stad niet zo makkelijk. “Ik kwam van de ene wereld in de andere terecht”, herinnert ze zich. “Mijn wereld van eenvoud en gemeenschapszin viel weg. In Bloemfontein werd ik meer in een hokje ingedeeld. We kwamen in een elitestraat te wonen en ik moest naar een eliteschool met alleen maar meisjes. Dat paste niet bij mij. Ik kwam van het platteland en was gewend om in bomen te klimmen en mijn eigen speelgoed samen met anderen te maken. Ik begon te stotteren en er bleef nog maar weinig over van het vrolijke meisje dat ik was. Gelukkig zag het schoolhoofd dat ik daar niet op de goede plek zat. Na een jaar mocht ik naar een gemengde school, met meisjes én jongens en met leerlingen uit verschillende sociale milieus. Ik hield van diversiteit. Daar gedijde ik het beste bij.”

Opnieuw beginnen

In 1978, twee jaar na de Soweto-opstand, besluiten Mathildes ouders met hun gezin terug te keren naar Nederland. “We hebben lang geprobeerd binnen het apartheidssysteem zoveel mogelijk ons eigen systeem vorm te geven, maar op den duur ging dat niet meer. Mijn ouders wilden hun kinderen niet langer binnen dit systeem laten opgroeien.”

Haar vader vond een baan als directeur van een aantal muziekscholen in het noorden van het land.  Mathilde was toen net zestien. “Van het ene moment op het andere zaten we in Nederland”, weet ze nog. “Dat ging heel snel. Het moeilijkste vonden we dat we Jane, mijn kindermeisje, mijn tweede moeder, moesten achterlaten. Dat vonden we allemaal vreselijk, Jane ook. Ze had dolgraag met ons mee gewild, maar dat kon niet. Ik ben tot op de dag van vandaag op zoek naar Jane en ik hoop dat ik haar nog een keer vind”.

In Nederland moest Mathildes vader – het lot van veel remigranten – nóg een keer opnieuw beginnen. “Hij was destijds 45 en had in Zuid-Afrika nooit pensioen opgebouwd. Toen we Bloemfontein verlieten, moesten we ons huis tegen een ongunstige prijs verkopen. Ook konden we lang niet al onze bezittingen meenemen. We hebben veel spullen voor een appel en een ei van de hand gedaan. En we hebben veel weggeven, vooral aan de mensen die voor ons werkten, zoals Jane.”

Het gesprek aangaan

In de jaren zeventig stonden veel Nederlanders kritisch tegenover de apartheid. Witte Zuid-Afrikanen werden vijandig bejegend. Dat heeft Mathilde ook ervaren. “Als je wit was, was je bij voorbaat verdacht”, beaamt ze. Toch vond ze intuïtief een goede manier om met deze negatieve reacties om te gaan. “Ik probeerde het te begrijpen”, zegt ze. “En ik kón het ook begrijpen, dat de mensen in Nederland, vanuit hún belevingswereld, zo naar mij keken. Ik heb daar geen moment ruzie over gemaakt. In plaats daarvan ben ik de dialoog aangegaan. Ik begon met begrip. Ik snap dat jij zo naar mij kijkt, zei ik dan. Vervolgens kon ik uitleggen hoe mijn leven in Zuid-Afrika eruit had gezien en hoe ik, Mathilde, bínnen het systeem had gefunctioneerd. We raakten erover in gesprek, en dat ben ik mijn leven lang blijven doen: het gesprek aangaan.”

Natuurlijk voelde ze zich wel eens teleurgesteld over de manier waarop mensen haar soms veroordeelden zonder haar werkelijk te kennen. “Maar daar kom je niet ver mee”, constateert ze. Jaren later zou ze de les die zij toen leerde, herkennen in een bekend citaat van Nelson Mandela: “As I walked out the door toward the gate that would lead to my freedom, I knew if I didn't leave my bitterness and hatred behind, I'd still be in prison.”

“Ik was nog heel jong”, zegt ze als ze terugdenkt aan die eerste jaren in Nederland, “maar ik besefte toen al dat echte verbinding ligt in de toenadering en begrip tussen mensen, in medemenselijkheid.  Ik wijt dit voor een groot deel aan mijn opvoeding in mijn rimboetijd. Dat mijn kindermeisjes van mij hielden, terwijl ik wit was en dat ik van hen hield om wie ze echt waren, als een zorgzame moeder voor mij. Voor ons samen bestond de apartheid niet.”

Tegenstellingen verbinden

Een moment dat haar volwassen leven heeft bepaald, beleefde Mathilde begin jaren tachtig, als student aan de Sociale Academie in Kampen.

Ze werd uitgenodigd om deel te nemen aan een discussie waar ook drie bruine Zuid-Afrikaanse theologiestudenten aan meededen. Het is mogelijk, maar dat weet Mathilde niet zeker, dat Allan Boesak een van hen was, aangezien hij in die tijd ook in Kampen studeerde.

“Die predikanten waren veel ouder dan ik, ze torenden boven me uit en keken me nors aan. Er zat driehonderd man in de zaal. Je kon een speld horen vallen. En ik moest beginnen… Ik richtte me eerst maar eens tot die mannen naast me. ‘Goh, wat is het toch fantastisch dat wij in deze tijd zo samen op dit podium kunnen staan’, zei ik. ‘In Zuid-Afrika zou dat onmogelijk zijn!’ Ze keken me aan, lachten en het ijs was gebroken.”

“Vervolgens heb ik aan de zaal eerlijk mijn verhaal verteld. Het is belangrijk dat je eerlijk bent. Zonder sentiment of verborgen agenda. Daardoor konden die mannen zich ook herkennen in wat ik vertelde. Het was niet míjn verhaal, het was óns verhaal.”

“Die dag wist ik wat ik wilde doen. Ik wilde tegenstellingen met elkaar verbinden. En dat heb ik mijn leven lang gedaan.”

Ubuntu: talenten

Tijdens het Festival voor het Afrikaans geeft Mathilde een workshop ‘Ubuntu en Dialoog’. Het woord  ‘Ubuntu’ komt uit een eeuwenoude Afrikaanse filosofie. “Ubuntu is een levensfilosofie en vormt de basis voor elke dialoog” zegt Mathilde. ”Ubuntu heeft vijf pijlers in het Afrikaans denken. Gezamenlijk vormen ze het fundament voor een wij samenleving. Onderlinge verbondenheid, acceptatie van verschillen, gemeenschapszin, zorgzaamheid, viering en verzoening zijn voorbeelden van de hierin opgenomen waarden”. “Ubuntu is dus een leefcultuur”.   

Toch is het woord Ubuntu pas algemeen bekend geraakt toen Desmond Tutu het begon te gebruiken als uitgangspunt voor de Waarheids- en Verzoeningscommissie. Mathilde kent dit woord dan ook niet uit haar jeugd. “Er was in de praktijk wel sprake van ‘ik ben omdat wij zijn’. Je was deel van de gemeenschap, en toch was je ook een individu. Er was veel aandacht voor de speciale talenten die iedereen meebracht; die werden hoog gewaardeerd. In Nederland zijn we daar wat zuinig mee, maar ik geloof juist enorm in talenten, in wat je kunt brengen voor een samenleving, los van kleur, afkomst of stand.”

Mathilde is niet altijd zo bewust omgegaan met de levenslessen die ze tijdens haar jeugd in Zuid-Afrika heeft meegekregen. “Toen ik naar Nederland kwam, moest ik me aanpassen aan dit nieuwe land. Ik belandde al snel in het management. Daarvoor volgde ik een managementopleiding. Dat ging over theorie, methodiek en strategie: je moest vooral niet te veel emotie laten zien. Wees nuchter en efficiënt. De output staat voorop. Het is goed dat ik dat geleerd heb, maar het leidde ook af van wie ik diep van binnen was. Dat had ik weggestopt, omdat ik zo graag Nederlands wilde zijn. Dat veranderde pas toen ik in 2017 in Utrecht bij een bijeenkomst was met Mmusi Maimane, de toenmalige partijleider van de Democratische Alliantie. Een paar leden van zijn gezelschap kwamen nota bene uit Bloemfontein, waar ik was opgegroeid. Ik was al jaren niet meer in Zuid-Afrika geweest. Maar op die bijeenkomst raakte ik aan de praat met Mmusi, allebei in vloeiend Afrikaans! En met die andere mannen haalde ik herinneringen op aan Bloemfontein. Mijn dochter, die erbij was, zei dat ze me nog nooit zo had gezien. Het gevoel kwam van diep vanbinnen. Dat zette me aan het denken. Vanaf dat moment besloot ik de herinnering aan mijn ‘rimboetijd’ weer volledig toe te laten.”

Dialoog

In Nederland wordt sinds 2002 elk jaar in verschillende gemeenten de Week van de Dialoog gevierd.  Op 8 november organiseert Mathilde in Ermelo een dag rond het thema “Luister echt. Verlies elkaar niet”. Tijdens een Dag van de Dialoog worden er diverse dialoogtafels ingericht, met steeds acht tot tien mensen met verschillende achtergronden. “Maar je kunt er bijvoorbeeld ook een wandeldialoog van maken”, zegt Mathilde. De deelnemers gaan rond een thema met elkaar in gesprek. Daarbij moeten ze allerlei gespreksregels in acht nemen, zoals goed naar elkaar luisteren, elkaar laten uitpraten, elkaar vriendelijk en met respect bejegenen, verdiepende vragen stellen en niet in discussie gaan. Een dialoog is er nooit op gericht om elkaar van iemands gelijk te overtuigen.

In 2019 introduceerde Mathilde de principes van de Dag van de Dialoog ook in Zuid-Afrika. Ze gaf er workshops over de Dialoog en hoe die op te zetten. Ze blijft ook op afstand adviseren. Zo ontstond South Africa in Dialogue (SAID), een project van de Social Justice Foundation, die hoofdzakelijk actief is in de Westkaap. “Wat ik doe, is maar klein”, zegt Mathilde. “Maar ik geloof in elke cirkel die je neer kunt zetten. Dat worden er steeds meer.”

Ze is ervan overtuigd dat dialoog in deze tijd van grote maatschappelijke uitdagingen, zoals de opwarming van de aarde, de toenemende polarisatie en verdeeldheid in de samenleving en de opkomst van nieuwe technologieën, heel belangrijk is.

“Juist in tijden van een sterk veranderende multiculturele samenleving, biedt de dialoog grote voordelen”, zegt ze. “Het is belangrijk dat iedereen voor zijn mening kan uitkomen en dat we naar elkaar luisteren. Elke mening mag er zijn. Eén ding is niet heilig, de kracht zit in de verschillende perspectieven, in de collectieve wijsheid en gelijkwaardigheid. Een dialoog met als basis de Ubuntu-filosofie, verruimt je denk- en leefwereld. Het leidt tot een betrokken besluitvormingsproces. De ‘Indaba’-methode werd met succes toegepast bij de slotfase van de klimaattop in Parijs in 2015.”   

Cultuur verbindt

Met haar voorliefde om talenten de ruimte te geven, vindt Mathilde het Festival voor het Afrikaans een prachtig initiatief. “Schitterend!” zegt ze. “Dat moeten we veel meer doen: talenten uit verschillende culturen bij elkaar brengen. Woorden kunnen kwetsen. We weten onszelf niet altijd een houding te geven. Maar elkaar ontmoeten, samen zingen en culturele verschillen leren kennen – dat verbindt.”

...

Workshop “Voor verbinding door Ubuntu geïnspireerd: de Dialoog als cement in de samenleving” door Mathilde Stam. Festival voor het Afrikaans, theater De Regentes Den Haag, zaterdag 25 november, 12.30 uur. Gratis toegang. Aanmelden via info@festivalvoorhetafrikaans.nl.

...
Lees ook:

Boesak en die doelbewuste on-onthou | Toyota US Woordfees 2023

  • 0
Verified by MonsterInsights
Top