...
Alle vogels zingen zoals ze zijn gebekt: die samenzang laat de prismatische schittering zien in het culturele leven van een taalgebied. Auteurs die literaire tradities, idiomen en beeldengrammatica’s uit andere talen en culturen integreren in of als klankbord aanwenden voor het literaire werk dat in het Nederlands wordt aangeboden, de evidentie zelve, zijn de verpersoonlijkingen van de kleurenrijkdom die iedere literatuur bepaalt.
...
Het magazine Binnenstebuiten van de faculteit Letteren en Wijsbegeerte (Universiteit Gent) wijdt binnenkort een aflevering aan het Nederlands als integratie- of inburgeringstaal in de Lage Landen. Bij die gelegenheid is mij gevraagd te reflecteren over twee kwesties. De initiatiefnemers lieten weten dat “kennismaking met de cultuur en literatuur van een land […] een onmisbare stap [is] in de inburgering van mensen die naar hier komen om een nieuw en beter leven op te bouwen”. Een taal is uiteraard méér dan een pragmatisch medium voor intermenselijke communicatie. Tezelfdertijd zijn denkpatronen en culturele opvattingen ingebed in taal. Met deze premisse voor ogen presenteer ik naar aanleiding van beide vragen particuliere beschouwingen die de rol betreffen van Nederlandse literatuur in het inburgeringsproces. Literatuur is natuurlijk veel meer dan een tijdverdrijf of een voorwerp van kennis en studie. Ze schept mogelijkheden voor cultuuroverdracht en bestaat in een context van interculturaliteit. Bij uitstek literaire teksten zijn vensters op de wereld en de mens: ze openen horizonten, bieden perspectieven en laten de rijke diversiteit van culturen zien. Literatuur is bij uitstek het antidotum voor de gemakzuchtige misvatting dat zoiets als identitair denken of een monocultuur bestaat. Dat ik voor mijn korte exercitie een inclusieve benadering vooropstel, mag na mijn boekessay Opperlandse overpeinzingen van een neerlandicus (2021) wellicht niet verbazen.
In een meertalige Zuid-Afrikaanse culturele context kunnen onderstaande consideraties mogelijk relevantie hebben. Wanneer ik over Nederlandstalige literatuur spreek voor studenten, in Zuid-Afrika en in Midden-Europa, liggen onderstaande bespiegelingen ten grondslag aan mijn tekstkeuzes en het discours. Niet alleen om in te burgeren, maar ook om te communiceren over de literaire cultuur van het Nederlandse taalgebied, is het gesprek over literatuur cruciaal. Tegelijk gaat het in deze notitie over mijn concepten van cultuur dat ik in het gesprek wens over te dragen.
Wat is volgens jou de rol (of kan de rol zijn) van literatuur in de inburgering van nieuwkomers, die in de meeste gevallen aanvankelijk de taal niet spreken en uit een andere cultuur komen.
Literatuur kan fungeren als uitnodigende ontmoetingsplek, aanleiding voor aanspraak en samenspraak, de uitwisseling van ideeën en zienswijzen. Een van de inzichten die literatuur de lezer biedt, is de mogelijkheid zich in andere werelden te verplaatsen en in aanraking te komen met wereld- en mensbeelden. De lectuur van teksten hoeft allesbehalve op herkenbaarheid of vereenzelviging te zijn gericht, of de bevestiging van een persoonlijk standpunt. De rijkdom is het meervoudig perspectief: de aanwezigheid van opvattingen, verwachtingen en ideologische of morele keuzes die het particuliere mensbeeld verruimen en/of verdiepen. Literatuur is cultureel en maatschappelijk ingebed. Kennismaking met literaire cultuur, in al haar diversiteit, is voor iedere lezer een verrijking van het persoonlijk leven. Bij uitbreiding geeft lezen de nieuwkomer de unieke gelegenheid om in aanraking te komen met culturele denkbeelden en beschouwingen die een licht werpen op wat cultuur in een regio of een taalgebied zo bijzonder maakt. Het literaire aanbod is de toegangspoort naar de veelkleurigheid die cultuur te bieden heeft in dialoog met andere culturen. Literaire culturen zijn verankerd, verweven en zingen rond in het gesprek dat taal- en cultuur-overschrijdend is. Voor de inburgering van nieuwkomers die de Nederlandse taal leren, en bijgevolg kennismaken met denkprocessen en cultuurconcepten die vervat zitten in taal, is literatuur het meest geschikte medium om deel te nemen aan het interpersoonlijke gesprek.
Als je één boek zou mogen aanraden aan mensen die in Vlaanderen willen integreren en deel willen uitmaken van onze samenleving, welk zou dat dan zijn?
Het aanbod is geschakeerd. De Nederlandstalige literatuur is veel-gekleurd en cultureel divers. Vele schrijvers hebben ofwel culturele achtergronden die de productie van literatuur rijker maken dan wat een klassieke canonlijst laat zien. Alle vogels zingen zoals ze zijn gebekt: die samenzang laat de prismatische schittering zien in het culturele leven van een taalgebied. Auteurs die literaire tradities, idiomen en beeldengrammatica’s uit andere talen en culturen integreren in of als klankbord aanwenden voor het literaire werk dat in het Nederlands wordt aangeboden, de evidentie zelve, zijn de verpersoonlijkingen van de kleurenrijkdom die iedere literatuur bepaalt. Tal van schrijvers zijn elders geboren en getogen, of groeiden op in het Nederlandse taalgebied en doorspekken hun Nederlands met woorden en uitdrukkingen die anderstalige cultureel diverse sferen oproepen. De titellijst is zonder einde. Daarnaast zijn er de romans, verhalen en gedichten, toneelteksten en liedteksten van schrijvers die hier te lande, in de Lage Landen, thema’s hanteren die plaatselijk zijn ingebed. Ook in hun werk zingen talen, regio- en idiolecten. Het huis van het Nederlands is polyfoon en veelgelaagd. Kader Abdolah leerde de Nederlandse taal door bijvoorbeeld gedichten van Annie M.G. Schmidt te lezen en Hafid Bouazza noemde de Nederlandse taal zijn paspoort: eigengereid, specifiek gekleurd, onvervangbaar, niet inwisselbaar. Met verwijzingen naar Arabische culturen, doorspekt met gezegden waarin andere werelden resoneren. Die klankenrijkdom maakt van iedere literatuur een unieke setting. Ik beveel dus aan, naast Hugo Claus’ Het verdriet van België – de door Daniel Hugo in het Afrikaans vertaalde collaboratie- en repressieroman over de Tweede Wereldoorlog (maar natuurlijk veel méér dan dit) – Maria Dermoûts De tienduizend dingen (over kolonialisme, recent door Ena Jansen vertaald in het Afrikaans) en recenter onder meer Raoul de Jongs roman Jaguarman (met verwijzingen naar de Surinaamse geschiedenis). Rodaan Al Galidi, Radna Fabias of zo vele anderstalige schrijvers (in vertaling) die in hun veelstemmigheid deel uitmaken van wat we op inclusieve wijze de Nederlandse literatuur noemen.
Een aanzienlijk verkorte weergave van deze reflecties verschijnt in Binnenstebuiten van de UGent. Met dank aan Dr. Roxane Vandenberghe en Dr. Kaat Opdenacker (vakgroep Taalkunde – afdeling Nederlands) voor de vragen én de gelegenheid hierover na te denken en een paar ideeën te delen.