........
Wie een offensieve oorlog wil beginnen moet de proportionele verhouding tussen het kwaad dat door de oorlog wordt veroorzaakt en het kwaad dat door de oorlog wordt verhinderd tegen elkaar afwegen.
........
De Metropolitan Opera in New York heeft onlangs aan de Oekraïense componist Maxim Kolomiiets en de Amerikaanse librettist George Brant de opdracht gegeven om een opera te schrijven over de duizenden Oekraïense kinderen die naar Rusland ontvoerd zijn. Haast op hetzelfde ogenblik verscheen het bericht over een 42-jarige Chileen die voor het eerst in zijn leven zijn moeder had omarmd. Hij was een van de vele Chileense kinderen die onmiddellijk na hun geboorte door het Pinochet-regime werden ontvoerd en slachtoffer werden van een valse adoptie. Die reuk van Appels is daar. Mark Behr kon geen treffender buitenlandse gast opvoeren dan die Chileense officier. Ook Kings of the Water reikt tot in Oekraïne. Vladimir Asseyev schetst in The Torture Camp on Paradise Street een hallucinant beeld van een gevangenis, zeg maar concentratiekamp met onvoorstelbaar en onvoorspelbaar martelen en moorden, zoals die al haast tien jaar bestaan in de door Rusland bezette Donbas-regio. Daar wandelt luitenant Almeida van Mark Behr mee de nacht in. Situeer je je verhaal onder de vlag van totalitaire regimes, dan zit er niets anders op dan deze soortgenoten te herkennen.
Evenmin een toeval dat het hallucinante taalgebruik rondom “de speciale militaire operatie” die geen oorlog genoemd mag worden, of de woorden fascisme en terreur die louter van toepassing zijn op de vijand, ogenblikkelijk Orwells 1984 oproept, of nog sterker, Victor Klemperer herhaalt wanneer die in Berlijn reeds tijdens hun regime het taalgebruik van de nazi’s analyseert in LTI. Een boek leidt naar een ander. Voor wie ze leest. Wie lezen als verdachte activiteit bestempelt, zal niet in deze spiegel kijken.
Enkele luttele maanden voor zijn overlijden wandelden Mark Behr en ik in Brecht langs het standbeeld van Leonardus Lessius. Nog een boekenman. Dat het beeld niet met verf besmeurd moet worden, laat staan dringend uit het straatbeeld verwijderd, raakt de verwantschap, over zo’n 400 jaar heen, tussen twee behoorlijk verschillende auteurs. Het heeft alles te maken met de vragen die zij en wij stellen en de keuzes die we iedere dag maken.
Lenaert Leys, geboren in Brecht in 1554, ouderloos op zijn zesde, na de dorpsschool met een beurs van een raadsheer van Willem van Oranje naar Leuven om via Sint-Omaars, Luik en Rome met zijn colleges terug in het huis van de Jezuïeten in Leuven te belanden. Ondertussen was zijn Brecht door Spaanse soldaten geplunderd, verwoest en uitgemoord. Vier jaar duurde het vooraleer de eerste bewoners terugkeerden. Wanneer hij zijn traktaat Recht en Rechtvaardigheid schreef was dat niet alleen op basis van observatie en analyse, helaas was het zowat uit zijn leven gegrepen. Dit werk verscheen in 1605, beleefde die eeuw herdruk na herdruk en werd enkele jaren geleden nog in het Engels uitgegeven. Door zijn scherpe geest is het nog springlevend en lijkt het alsof de oorlog in Oekraïne hem helder voor ogen stond.
..........
Een vorst mag dan nog met een goddelijke zegen op de troon zitten, voor Lessius ligt de vorstelijke taak in het algemeen belang en de rechtvaardigheid. Eigenlijk is een vorst niet meer dan een functionaris die verantwoordelijkheid moet afleggen.
........
Een vorst mag dan nog met een goddelijke zegen op de troon zitten, voor Lessius ligt de vorstelijke taak in het algemeen belang en de rechtvaardigheid. Eigenlijk is een vorst niet meer dan een functionaris die verantwoordelijkheid moet afleggen. In het slechtste scenario mag dat wegens “contractbreuk” tot afzetting leiden. Uiteraard horen er dan bij het oorlog voeren enkele voorwaarden.
Wie een offensieve oorlog wil beginnen moet de proportionele verhouding tussen het kwaad dat door de oorlog wordt veroorzaakt en het kwaad dat door de oorlog wordt verhinderd tegen elkaar afwegen. De oorlog mag de situatie niet erger maken dan ze al is. Er moet een redelijke kans op succes zijn. Absolute zekerheid acht de nuchtere man te hoog gegrepen. Bovendien stelt hij dat het volstrekt ongeoorloofd is onschuldige burgers moedwillig te doden. En de kosten van de militaire operatie mogen de baten niet verpletteren.
Al maanden worden we overspoeld door berichten die door deze gedachten helemaal de wenkbrauwen doen fronsen. Wat met tot puin herleide dorpen en steden? Hoeveel daarvan kennen alleen nog doden of vluchtelingen? Wat met het systematisch beschieten en vernielen van scholen, ziekenhuizen, bibliotheken, musea? Wat met het vernielen van elektriciteitscentrales, watervoorziening, verwarming? Systematisch en moedwillig burgers als hefboom voor een militair succes aanvallen? Via de culturele verwoesting een verleden weggommen en een nieuwe versie proberen op te dringen?
Vindt Lessius dat de bevolking geen onredelijke belastingen mag betalen, kunnen dan vandaag de onvoorstelbare bodemrijkdommen van een land als Rusland dat mee voorkomen? Niet als je verneemt dat na een jaar oorlog het aandeel van de militaire uitgaven op de Russische begroting gegroeid is tot een derde van het totaal. Opbrengsten van bijvoorbeeld gas en olie schuiven zo naar de oorlog en zullen zeker niet de inwoners ten goede komen. In de binnenrepublieken van Rusland ligt het inkomen zo laag, is de ellende zo groot, dat net daar massaal met succes kanonnenvoer gerecruteerd kan worden. Voor iedere Moskoviet die sneuvelt vallen er zo’n 87 uit Dagestan of 350 uit Tuva. Opvallend veel uit etnische minderheden. Wat als een maandloon er slechts 500 dollar bedraagt en een militair salaris 2500? Dodelijk voor de armen. Voor de anderen houdt het de oorlog uit het oog. Of denk aan het Wagner-imperium dat nu onder staatscontrole staat: de olieaanspraken in Syrië of de bloeddiamanten in Centraal-Afrika zijn koloniale contracten ten koste van de plaatselijke inwoners.
........
Leonardus Lessius begreep hoe lastig het zou worden om alle daden, alle lasten en baten, alle verantwoordingen en verdraaiingen tegen elkaar af te wegen.
........
Leonardus Lessius begreep hoe lastig het zou worden om alle daden, alle lasten en baten, alle verantwoordingen en verdraaiingen tegen elkaar af te wegen. Hij sprak toen al van noodzakelijke internationale scheidsrechters als een voor allen aanvaardbare derde partij. Als beide partijen die uit bevriende landen mogen kiezen sta je in een fraai gezelschap als je vrienden vandaag bestuurders zijn in Iran of Noord-Korea. Of vind je dat aan de overzijde door overdadige mensenrechten decadente westerse landen staan? Dat binnen onze hedendaagse poging tot internationaal overleg zelfs een verlammend vetorecht kan bestaan? Dat ging vermoedelijk zelfs Lessius’ fantasie te boven
Cultuur en taal krijgen in dit verhaal een behoorlijke aandacht. Waar het Oekraïens en het Russisch in Kiev tot nu toe op het accent na flink naast en met elkaar gehanteerd werden, zou de militaire operatie een doodsteek kunnen worden voor dat samenleven. Hoe zal de toekomst zijn voor de fantastische boeken van Andriy Kurkov? Deze voorzitter van de Oekraïense PEN schrijft zijn boeken in het Russisch. Of zullen wij, die zijn romans noodgedwongen in vertalingen lezen, de overblijvende gelukkigen worden in dit aspect van het verhaal? Hoe wordt taal gebruikt en misbruikt? Kan de oorlog door het uitroeien van nazistische restanten verantwoord worden, of zal de zegen van patriarch Kirill zaligmakend zijn, of wil je nieuwe wiskunde ontwikkelen om het aantal doden van beide partijen te tellen? Onze ethicus zou het in de zestiende eeuw wellicht evenmin goedkeuren.
Hoe zit het met de kinderen? hoor je wees Lessius denken. Op 22 juni 2023 stelde secretaris-generaal van de VN António Guterres een rapport voor waarin onderzoek bevestigt dat Rusland in Oekraïne 480 aanvallen op scholen en ziekenhuizen uitvoerde en 91 kinderen als menselijk schild gebruikte. Het Oekraïense leger voerde 212 aanvallen uit op scholen en hospitalen. In de beperkte hoeveelheid informatie die hier passeert plaats ik de massale aanvallen bij het begin van de invasie naast een belegering van een school in het verwoeste zuiden die door het Russische leger als deel van een verdedigingsgordel wordt gebruikt. Dan mist eenvoudig telwerk van scholen een noodzakelijke context. Ondertussen spreekt UNICEF van 1300 vernielde scholen.
In Irshava verzamelen wekelijks zo’n 50 jongeren die hun vader verloren voor een kamp waarin ze samen hun verdriet een plaats proberen te geven. In een indringende documentaire van de New York Times getuigt de zestienjarige Vlad hoe hij evenzeer medelijden voelt voor Russische kinderen die hun vader verliezen. En hij herinnert zich hoe zijn vader ’s ochtends een lepeltje suiker in zijn thee roerde. Hoe graag zou hij dat opnieuw willen horen. Je wenst alle kinderen een ander soort zomerkamp toe. En wat met die duizenden “voor hun veiligheid” gedeporteerde kinderen? Naar een land dat intra-familiaal geweld uit het strafwetboek heeft geschrapt. Straks gaat Lessius geloven dat je in de zestiende eeuw als weeskind beter af was dan die kinderen vandaag.
Tussen het geboortehuis van Lenaert Leys en het standbeeld van de wijze man wandelde ik jarenlang naar school. Nu alweer een jaar, door de oorlog, opnieuw, op weg naar school en mijn Oekraïense leerlingen. Het valt me nu op dat hij een beetje opzij kijkt. In de richting van waar ooit zijn wieg stond? Of kijkt hij weg van oorlogen, treurt hij nog meer om zijn nooit gerealiseerde plannen? Over de dood van Lessius en Behr heen, aan de hand van hun en vele andere boeken: laten we onze talen koesteren en zo oorlogen kritisch blijven analyseren.