Muurmaskers in de lyriek – over ommuurde pandemietaaltuinen in Afrikaans

  • 0

......

De compilatie van 142 teksten laat een rijk en gevarieerd esthetisch-poëticaal en thematisch palet zien van de manier waarop individuen worden geraakt door en persoonlijk de gevolgen van de pandemie ervaren. De gebundelde coronagedichten zijn een selectie van een ruimer ingestuurd tekstencorpus. Er zijn dichters uitgenodigd maar ook minder of niet bekende schrijvers kregen de kans hun bijdrage te leveren.

......

Op 16 juli 2021 publiceerde Lotte Jensen, hoogleraar Nederlandse literatuur- en cultuurgeschiedenis aan de Radboud Universiteit Nijmegen, een bijdrage over “coronaliteratuur” in de Volkskrant. Onder de titel ‘Waarom de coronapandemie geen goede romans oplevert, maar wel mooie poëzie’ presenteert de onderzoeker, die zich richt op “rampliteratuur” en de productie van literaire gelegenheidsteksten, pertinente beschouwingen. Over de coronaroman merkt Jensen op dat hij “eentonig, richtingloos” is, met magere verhaallijnen en saaie personages. Hoewel ikzelf Ilja Leonard Pfeijffers coronadagboek Quarantaine (in de reeks Privédomein) en bijvoorbeeld ook Sarah Sluimers korte roman De Stilte. Het leven van een vrouw geboren tijdens de lockdown en Laura van der Haars roman Een week of vier als tegenvoorbeelden wil noemen.

Over recente poëzie, geschreven naar aanleiding van de Covid-19 epidemie (“in tijden van rampspoed”), stelt Jensen: “De poëzie bloeide daarentegen als nooit tevoren. Tijdens de coronacrisis zag het ene na het andere fraaie gelegenheidsgedicht het licht, van bijvoorbeeld Pfeijffer, Lieke Marsman, Ingmar Heytze en Tsead Bruinja. Ze schreven indringende verzen waarin ze de tijdgeest met een paar woorden wisten te vangen: van het hamsteren van toiletrollen tot het dromen over een betere wereld”. Wie belangstelling heeft, kan hier de diagnose van het recente coronaproza en de epidemie-dichtkunst in het Nederlands lezen (https://www.volkskrant.nl/cultuur-media/waarom-de-coronapandemie-geen-goede-romans-oplevert-maar-wel-mooie-poezie~b5996b78/). De conclusie luidt als volgt: “De taal creëert een eigen universum, waar gebeurtenissen tijdelijk op hun plaats vallen. Maar de dichter kan ook het collectieve gevoel van reddeloosheid, stuurloosheid en ontwrichting verwoorden. Dat maakt de poëzie zo geschikt als medium in tijden van pandemie”.

Niet alleen in het Nederlandse taalgebied, ook in het Afrikaans zoals in andere talen worden literaire coronateksten geschreven. In Zuid-Afrika kan een soortgelijke vaststelling worden gemaakt als in het krantenartikel: in lyriek drukken schrijvers op indringender wijze gevoelens van machteloosheid en eenzaamheid  uit. In een eigenzinnige vormentaal en beeldengrammatica, in een genre dat zich daartoe blijkbaar perfect leent, worden de meest bijzondere teksten geproduceerd. Bij rampspoed, zo beweert Jensen, zoals “epidemische uitbraken”, lenen gedichten zich meer dan prozateksten voor een dergelijke thematiek.

Voor het fonds van de pas opgerichte uitgeverij Turksvy Publikasies stelden Daniel Hugo en Francois de Jongh een omvangrijke en fraai uitgegeven bloemlezing samen met de titel Maskers en mure (2021). In totaal hebben 142 schrijvers een bijdrage geleverd, zowel gevestigde literaire stemmen als veel minder gekende schrijvers in Afrikaans. In de literatuurkritiek is behoorlijk aandacht besteed aan de uitgave waarin volgens de achterplattekst een kijk wordt gegeven “op ’n waterskeidingstyd toe die wêreld deur ’n pandemie lamgelê is”. Behalve een tijdsdocument (“’n tydkapsule vir toekomstige lesers”) is de anthologie een etalge voor krachtige stemmen in de poëzie. Soms van gevestigde waarden, even zo vaak van veel minder bekende schrijvers.

De compilatie van 142 teksten laat een rijk en gevarieerd esthetisch-poëticaal en thematisch palet zien van de manier waarop individuen worden geraakt door en persoonlijk de gevolgen van de pandemie ervaren. De gebundelde coronagedichten zijn een selectie van een ruimer ingestuurd tekstencorpus. Er zijn dichters uitgenodigd maar ook minder of niet bekende schrijvers kregen de kans hun bijdrage te leveren.

Wat de compositie betreft is ervoor geopteerd de gedichten niet in thematische clusters te groeperen maar alfabetisch op auteursnaam te rangschikken. Marlies Taljard schreef over het compositieprincipe op Versindaba (https://versindaba.co.za/2021/07/14/resensie-maskers-en-mure-daniel-hugo-francois-de-jongh-samest/). Er zijn goede redenen om een neutraal criterium te gebruiken voor de tekstsamenstelling.

Turksvy Publikasies (http://www.turksvypublikasies.co.za/) is een jonge en ambitieuze uitgeverij van Afrikaanse literatuur (zowel proza als poëzie). Met Maskers en mure wordt niet alleen een actueel gezondheidsthema aangesneden, met alles wat zo een wereldwijde epidemie met zich meebrengt. Het boek reveleert ook nieuwe stemmen in het Afrikaans. Er is de individuele omgang met een crisissituatie, maar elke vogel zingt zoals hij gebekt is. De bloemlezing laat een polyfonie horen en biedt een prismatische kijk op de hedendaagse Afrikaanse poëzie vanuit thematisch perspectief. Naast bekende dichters, onder vele anderen Andries Bezuidenhout, Ronel de Goede, Johann de Lange, Tom Dreyer, Louis Esterhuizen, Diana Ferrus, Daniel Hugo, Pieter Hugo, Veronique Jephtas, Lynthia Julius, Ronelda Kamfer, Koos Kombuis, Danie Marais, Churchil Naudé, Clinton V. du Plessis, Bibi Slippers, Lina Spies, Nathan Trantraal en M.M. Walters, zijn er jonge en oudere stemmen die nu worden ontdekt, die een publiek forum krijgen.

Er is geopteerd voor een breed scala van stemmen. Van Churchil Naudé’s rappoëzie en liedteksten van Frazer Barry tot meer klassieke gedichten van onder anderen Lina Spies. Er is niet voor geopteerd op basis van poëticale inzichten een unisone bundel te presenteren. Er is gekozen voor jonge stemmen en een variëteit van Afrikaans. De linguïstische veelheid van het Afrikaans krijgt een klankbord in Maskers en mure. Het zorgt ervoor dat meteen ook een gevarieerde kijk wordt geboden op de poëzie in het Afrikaans. Voor een binnenwaarts buitenstaander zoals ik is dit een revelatie. Vooral omdat naast de gelegenheidsthematiek iedere dichter natuurlijk eigen accenten biedt. Ook al ontbreken canonieke stemmen in de bundel, onder wie Breyten Breytenbach, Joan Hambidge, Antjie Krog en Marlene van Niekerk, met de term van Rob Schouten ervaart de lezer een “prismatische schittering” in de hedendaagse dichtkunst.

Lotte Jensen refereert in haar krantenstuk aan coronagedichten van Lieke Marsman en Esther Naomi Perquin, Ilja Leonard Pfeijffer en Tsead Bruinja. Een vergelijkende letterkundige studie, uitgaande van het vooraf gegeven thema, tussen poëzieproducties in Nederlands en Afrikaans kan gelijkenissen maar ook verschillen, laten zien. Het thema van de sanitaire crisis mag dan universeel zijn, we worden er allen door geraakt, de literaturen zijn in andere culturele, maatschappelijke en historische contexten ingebed. Het zal interessant zijn in beide taalgebieden naar de verschillende stemmen onderzoek te doen, rekening houdend met literaire oeuvres en de traditie waarin de literatuur is voortgebracht en waarmee zij in dialoog treedt. Misschien moet ook in het Nederlandse taalgebied worden overwogen een vergelijkbaar initiatief te nemen. Een bundel van hedendaagse coronagedichten laat zonder twijfel een al even gediversifieerd palet van stemmen zien. Voor het comparatief onderzoek kan dit een bijzondere studie opleveren, met dank aan het initiatief van Turksvy Publikasies.

In haar artikel zegt Lotte Jensen ook nog dit over de reden waarom slow-onset en rapid-onset disasters zich makkelijker lenen voor een gedicht of een roman: “Dat schrijvers de coronapandemie vermijden, heeft vermoedelijk ook te maken met het type ramp. Epidemieën behoren tot wat men in wetenschappelijke kringen slow-onset disasters noemt. Dat zijn rampen die een samenleving sluipenderwijs ontwrichten. Ze kennen een grillig verloop: het is onvoorspelbaar in welke fase van de ramp we ons bevinden. Dat ligt anders bij rapid-onset disasters, zoals watersnoden, aardbevingen, stormen en branden. Die doen zich heel plotseling voor en kennen een duidelijk verloop: na een hevige schok kan de wederopbouw direct erna beginnen. Dat levert de romanschrijver een samenhangend narratief op met een heldere structuur”. Vandaag ervaren we nog steeds de pandemie, in Zuid-Afrika nog indringender dan in Europa. In Nederland en België, in Vlaanderen méér dan in Brussel en Wallonië, verloopt de vaccinatiecampagne voorspoedig. Er is zelfs sprake van “een derde prik”, terwijl het van belang is zoals minister van gezondheid Frank Vandenbroucke zei, eerst Afrika in te enten. In Zuid-Afrika is zowat 15 procent (Oktober 2021) van de bevolking helemaal gevaccineerd, tegenover meer dan 80 procent (Oktober 2021) in Vlaanderen. Met Maskers en mure is helaas het thematisch hoofdstuk nog lang niet afgesloten. Ik ben benieuwd wat de ontwrichting als gevolg van de gezondheidscrisis verder oplevert op het gebied van de literatuur. Komt na verloop van tijd, gelet op het karakter van een rapid-onset disaster, een tweede boek? Of treedt ook hier een pandemie-vermoeidheid op?

  • Maskers en mure, saamgestel deur Daniel Hugo en Francois de Jongh, Turksvy Publikasies, Oudtshoorn, 2021, 260 blz.
  • 0
Verified by MonsterInsights
Top