The State against Mandela and the Others: Interview met regisseur Nicolas Champeaux

  • 0

In diverse Nederlandse filmtheaters is op dit moment de documentaire The State against Mandela and the Others te zien. Regisseur Nicolas Champeaux vertelt in een exclusief interview meer over het unieke archiefmateriaal waarop deze film is gebaseerd. En over zijn ontmoetingen met Nelson Mandela’s medebeschuldigden, van wie sommigen kort na de filmopnamen zijn overleden.

The State against Mandela and the Others. Regie: Nicolas Champeaux, Gilles Porte. Land: Frankrijk. Taal: Engels. Lengte: 105 min. Productiejaar: 2018

De documentaire The State against Mandela and the Others is gebaseerd op geluidsopnamen van het Rivoniaproces. Van oktober 1963 tot juni 1964 stonden Nelson Mandela en acht anderen in Pretoria terecht omdat zij het apartheidsregime ten val zouden hebben willen brengen. Tijdens dit proces hield Mandela zijn beroemde toespraak, waarin hij aankondigde desnoods bereid te zijn te sterven voor zijn ideaal van een vrije en gelijke samenleving. Alle beschuldigden hing de doodstraf boven het hoofd. Uiteindelijk werden Mandela en zeven anderen veroordeeld tot levenslange gevangenisstraf. Nelson Mandela werd na 27 jaar, op 11 februari 1990, vrijgelaten.

Oerd - De Overval op Liliesleaf, Rivonia

Er is in de jaren zestig geen stenografisch verslag van het Rivoniaproces bijgehouden. Tot voor kort waren krantenberichten dan ook de belangrijkste bron om te weten te komen wat er precies is gezegd. Maar het proces is wel vastgelegd op “Dictabelts”, een verouderd opnamesysteem van cilinders van vinyl, waar – ongeveer zoals bij een grammofoonplaat – met een naald geluid uit gehaald kon worden. Jarenlang wist niemand hoe de cilinders, die in totaal 256 uur aan materiaal bevatten, ontsloten moesten worden. Tót de Franse uitvinder Henri Chamoux met zijn Archéophone kwam, een apparaat waarmee de “Dictabelts” afgespeeld en gedigitaliseerd konden worden. Chamoux is vijftien maanden bezig geweest om alle opnamen te digitaliseren. 

In de documentaire zien we hoe de overlevenden van destijds – de beschuldigden Ahmed Kathrada, Denis Goldberg en Andrew Mlangeni, toenmalig echtgenote Winnie Mandela en de advocaten George Bizos en Joël Joffe – en ook enkele kinderen van betrokkenen – onder wie zonen van Walter Sisulu én openbaar aanklager Percy Yutar – via grote koptelefoons voor het eerst fragmenten van de opnamen te horen krijgen en hierop reageren. De interviews worden afgewisseld met zwart-wit animaties van de Nederlands-Franse kunstenaar Oerd, die de audiobestanden visueel tot leven brengen.

Keuzes maken

Nadat hij naar fragmenten van de getuigenverklaring van Ahmed Kathrada, een van Mandela’s medebeschuldigden, had geluisterd, nam Chamoux, de man van de Archéophone, contact op met Nicolas Champeaux, die als journalist – hij werkte van 2007 tot 2010 als correspondent voor Radio France Internationale in Johannesburg – Kathrada al drie keer had geïnterviewd.

Toen Champeaux de opnamen hoorde, werd hij diep geraakt. Hij kende de oude Kathrada – tot op hoge leeftijd een onvermoeibaar strijder tegen alle vormen van ongelijkheid in de samenleving. Nu leerde hij de jonge Kathrada kennen, en hij was onder de indruk van de waardigheid waarmee die Yutar van repliek diende.

“Yutar was ontzettend gemeen. Hij ging tegen Kathrada te keer alsof hij een klein kind was”, herinnert Champeaux zich. “Maar Kathrada liet zich niet van de wijs brengen. Hij bleef kalm en beheerst. Dat zegt niet alleen iets over zijn moed. Het laat ook zien wat voor bijzondere mensen dit waren. Kathrada liep het risico ter dood veroordeeld te worden, en met alles wat hij zei, maakte hij het alleen maar erger voor zichzelf. Maar hij was niet uit op strafvermindering. Zijn enige doel was een einde maken aan de apartheid.”

Oerd - Aanklager Percy Yutar verhoort Ahmad Kathrada (in vermomming)

Champeaux besefte dat hij goud in handen had en al snel werd het idee voor de documentaire geboren. Omdat hij geen enkele filmervaring had, riep hij de hulp in van regisseur Gilles Porte, die al meer dan dertig producties op zijn naam had staan. Zonder Porte en de rest van het team was het hem nooit gelukt deze film te maken, zegt Champeaux achteraf. “Iedereen was ongelooflijk betrokken. Dat kwam doordat iedereen een enorm respect had voor de mensen in de film. We wilden hen zo goed mogelijk recht doen.” 

Natuurlijk moest er een selectie gemaakt worden uit die 256 uur audiomateriaal. Het verhaal van de drie beklaagden die begin 2017 nog in leven waren: Ahmed Kathrada, Denis Goldberg en Andrew Mlangeni, zou daarbij leidend zijn. De filmmakers waren ook geïnteresseerd in de rol van Walter Sisulu en in het optreden van de advocaten (vertegenwoordigd door George Bizos en Joël Joffe) en de vrouwen in de rechtszaal (gepersonifieerd door Winnie Mandela).

Denis Goldberg

Andrew Mlangeni

Verder stond het voor de makers vast dat ze niet wilden werken met een voice-over. Ze ontdekten dat Yutar in zijn openingspleidooi een overzicht gaf van wat de beklaagden – “red terrorists”, aldus Yutar – precies ten laste werd gelegd. Dit pleidooi van Yutar kon mooi als inleiding dienen. Tot slot lieten de filmmakers zich leiden door het drama zoals zich dat tijdens het proces ontvouwde, bijvoorbeeld toen Yutar onverwachts een voormalige comrade opriep om tégen zijn vroegere strijdmakkers te getuigen.

Voor Nederlandse kijkers, die vertrouwd zijn met de film van Jean van de Velde over het leven van Bram Fischer (internationale titel: An Act of Defiance), is het even wennen dat deze advocaat, die aan het hoofd van de verdediging stond, in The State against Mandela and the Others nauwelijks voorkomt. Champeaux geeft toe dat Fischer weglaten een van de moeilijkste besluiten was die de filmmakers moesten nemen. De belangrijkste reden was dat ze een beroep konden doen op twee advocaten die nog leefden: Bizos en Joffe. Daarnaast was Fischers leven in hun ogen zó interessant, dat ze hem binnen de gekozen opzet onvoldoende recht konden doen. En gelukkig voorzien de speelfilm en de documentaire die er reeds over Fischer zijn gemaakt, in deze behoefte.

Overigens zal een oplettende kijker merken dat Fischer niet helemaal afwezig is in The State Against Mandela and the Others. “Fischer heeft wél model gestaan voor de figuur van de advocaat in de animaties”, verklapt Champeaux. Wanneer deze in beeld komt, is Fischers stem ook af en toe te horen.

“De vraag die je tijdens de hele film bezighoudt, is: worden ze ter dood veroordeeld?” zegt Champeaux. “Iedereen weet natuurlijk dat Mandela destijds niet is opgehangen. Maar Titanic werd ook een succes terwijl iedereen al wist dat het schip aan het einde van de film zou zinken. Dus blijkbaar is dat geen belemmering.”

Volgens Champeaux is het materiaal na deze documentaire nog niet uitgeput. De opnamen bevatten nog meer voorbeelden van heldenmoed. Grappige momenten, als de ondervraagden de aanklager op de hak nemen en het publiek in de rechtszaal in lachen uitbarst. En spannende momenten, bijvoorbeeld wanneer de advocaten de verrader op een leugen betrappen. Daar staat tegenover dat het materiaal ook passages bevat die ronduit saai zijn. Dat is volgens Champeaux inherent aan een rechtszaak. “Maar ik denk dat we de beste gedeelten wel te pakken hebben.”

Erkenning voor de “anderen”

Champeaux hoopt dat de mannen die tijdens het Rivoniaproces naast Nelson Mandela in de beklaagdenbank stonden door deze documentaire meer erkenning zullen krijgen. De beweging had een gezicht nodig, zegt hij, en het was een collectieve beslissing de welbespraakte Mandela als zodanig naar voren te schuiven. Maar dat neemt niet weg dat de andere beklaagden het er tijdens het proces ook schitterend vanaf brachten, vindt hij.

“Ze gaven geen haarbreed toe. De aanklager probeerde hen ertoe te brengen dat ze kameraden die nog vrij rondliepen, zouden verraden. Maar nee. Ze veroordeelden het onrecht van het apartheidssysteem en legden uit waar de beweging voor stond. Daar komt bij dat ze dezelfde risico’s namen als Mandela. Ze brachten dezelfde offers. Sommigen van hen hadden ook kinderen, net als Mandela. En ze dienden lange gevangenisstraffen uit: zo’n 25 jaar, bijna even veel als Mandela.”

Champeaux heeft niet de indruk dat Mandela’s medeveroordeelden leden onder een gebrek aan erkenning. Daar zijn ze veel te bescheiden voor. Maar zelf merkt hij, als hij zijn documentaire buiten Zuid-Afrika vertoont, dat hun verhaal elders in de wereld vrijwel onbekend is. “Daar weet bijna niemand dat er ook Indiërs in de beweging zaten, zoals Kathrada. Ze wisten niet dat er blanken aan de Struggle meededen, zoals Goldberg. En ze hadden nog nooit gehoord van Walter Sisulu.”

George Bizos en Joël Joffe

Voor Champeaux behoren de advocaten ook tot de helden van het verhaal. “Joël Joffe had niets met politiek”, vertelt hij. “Hij wilde alleen niet dat zijn kinderen onder apartheid zouden opgroeien. Hij stond op het punt naar Australië te emigreren toen de vrouwen van de beschuldigden naar hem toe kwamen. Al zijn meubels en kleding waren al op het schip. Hij zei zijn reis af en woonde een jaar lang in een leeg huis om de beschuldigden te verdedigen. Zo zie je dat helden soms gewone mensen zijn die onder buitengewone omstandigheden heroïsche besluiten nemen.”

Race tegen de klok

Joffe is een van de drie geïnterviewden die sinds de filmopnamen in januari en december 2017 zijn overleden. Ahmed Kathrada stierf op 28 maart 2017, Joël Joffe op 18 juni 2017 en Winnie Mandela op 2 april 2018. De filmmakers realiseerden zich aan het begin van hun project dat ze niet veel tijd hadden. “Daarom gíngen we al nog voor we de financiering rond hadden.”

Champeaux heeft niet de indruk dat de confrontatie met de opnamen belastend voor de geïnterviewden is geweest. De enige die emotioneel raakte, was Winnie Mandela, toen ze naar een opname van de jonge Kathrada luisterde terwijl de echte Kathrada eerder dat jaar was overleden.

Een jonge Winnie Mandela

Winnie Mandela

Wat Champeaux vooral bij blijft, is hoe geconcentreerd de veteranen waren. “Ze hadden natuurlijk vaak genoeg over het proces gepraat. Maar dit was de eerste keer dat ze konden horen hoe het geweest was. Ze luisterden heel geïnteresseerd naar de verklaringen van hun medebeschuldigden, en ze waren nieuwsgierig hoe de stem van de aanklager ook alweer klonk.”

Iemand die aanvankelijk bedenkingen had, was David Yutar, de zoon van Percy Yutar. Champeaux heeft er grote waardering voor dat Yutar, zelf journalist, toch heeft meegewerkt. “David Yutars leven is net zo veranderd door het proces als dat van de kinderen van de beschuldigden. Hij was het niet eens met zijn vaders standpunt, maar tegelijkertijd blijft het zijn vader. Hij heeft er zijn hele leven last van gehad Percy Yutars zoon te zijn. Dus het was dapper van hem om wel mee te doen.” 

“Mooi, krachtig en evocatief”

Een belangrijk aspect van de documentaire zijn de zwart-wit animaties van de Nederlandse, sinds 2007 in Parijs woonachtige beeldend kunstenaar “Oerd” (Oerd van Cuijlenborg). Omdat je bioscoopgangers niet minutenlang naar een leeg scherm kunt laten kijken, moest Oerd de geluidsopnamen visueel ondersteunen – zonder dat zijn animaties de aandacht zouden afleiden van wat er wordt gezegd. “De animaties moesten mensen helpen naar de audiobestanden te luisteren”, legt Champeaux uit. “Tegelijkertijd moesten ze mooi, krachtig en evocatief zijn.”

Volgens Champeaux is Oerd uitstekend in zijn opdracht geslaagd. “Hij sluit ons op in de rechtszaal. Maar hij kan ook metaforisch of abstract zijn. Soms zijn zijn animaties humoristisch, bijvoorbeeld als hij Yutar als een soort vleermuis uitbeeldt, of als hij Kathrada in zijn vermomming tekent – met snor en zonnebril. Tijdens Sisulu’s confrontatie met de aanklager zijn de animaties abstract. Dan is de emotie zo sterk, dat het geen zin heeft figuratief te zijn.”

Oerd - Percy Yutar ondervraagt Walter Sisulu

Het tegendeel van Trump

De documentaire eindigt met een ontmoeting tussen Mlangeni, Goldberg, Bizos en Joffe op 20 januari 2017. Dat het deze dag moet zijn geweest, valt af te leiden uit het feit dat op de achtergrond een televisie aan staat met beelden van de inauguratie van Donald Trump als president van de Verenigde Staten.

“Toen we deze scène filmden, waren deze mannen diep in de 80 of begin 90. Ze lopen met een stok”, reflecteert Champeaux. “Toch traden ze nog steeds op voor groepen middelbare scholieren. Door de herinnering aan de Struggle levend te houden, droegen ze hún steentje bij aan de strijd tegen racisme. Racisme duikt altijd weer op, zoals op dit moment onder meer in de Verenigde Staten.”

De documentaire is in Zuid-Afrika tot dusver slechts incidenteel te zien geweest. Begin 2019 komt hij landwijd in de bioscoop. Dat de documentaire tijdens het Durban International Film Festival meteen de publieksprijs won, was natuurlijk een mooie opsteker. Over het algemeen krijgt Champeaux in Zuid-Afrika positieve reacties. “Sommige jongeren zeiden dat de film hen trots maakt om Zuid-Afrikaan te zijn”, vertelt hij. “Door deze film leren ze hun eigen geschiedenis beter begrijpen.” Internationaal – waar de details van het Rivoniaproces minder bekend zijn – is het vooral de universele boodschap tegen racisme die onthouden wordt.

Buro: IG
  • 0
Verified by MonsterInsights
Top