TransTaalKinderen

  • 0

Als kind tolken voor je ouders, omdat zij de taal niet verstaan. Dat is best iets om trots op te zijn. Maar soms gaat het over onderwerpen waar je eigenlijk nog te jong voor bent.

Op donderdag 21 november vond in de OBA, het hoofdgebouw van de openbare bibliotheken in Amsterdam, een bijeenkomst plaats rond zogenaamde “TransTaalKinderen”. Het was de slotmanifestatie van een project van kunstenaarscollectief Moving Arts Project (MAP).

Maandenlang trokken Diane Elshout, Janine Toussaint en Noud Verhave door de stad om onderzoek te doen naar en aandacht te vragen voor het lot van kinderen die voor hun ouders vertalen. “TransTaalKinderen” noemt het drietal deze jonge helden, met een knipoog naar de Amsterdamse Transvaalbuurt waar MAP zijn thuisbasis heeft.

Het Moving Arts Project kan terugkijken op een geslaagde middag. Midden voor: Janine Toussaint, en daarnaast van links naar rechts Diane Elshout, Noud Verhave, Karijn Helsloot, Corrie, Mustafa en Gita Hacham

Aanvankelijk dachten de leden van MAP dat alleen kinderen met een migratieachtergrond wel eens voor hun ouders moesten tolken. Maar ze leerden als snel dat ook horende kinderen van dove ouders soms zo’n bemiddelende rol spelen, net als kinderen van laaggeletterde ouders. En hoewel vertalen voor je ouders een zware verantwoordelijkheid voor een kind kan zijn, bleken er ook positieve kanten aan te zitten. De TransTaalKinderen die de kunstenaars van MAP overal in de stad tegenkwamen, bleken vaak nieuwsgieriger en meer empathisch dan hun leeftijdsgenootjes. Je kunt er dus ook talenten door ontwikkelen waar je later in je leven nog veel aan kunt hebben.

“Het was mijn eigen keuze, of toch niet…”

Langs de kade die van het Amsterdamse Centraal Station naar de OBA leidt, heeft MAP borden neergezet met foto’s van kinderen: in een deuropening of op een balkon, als portier tussen het gezin binnen en de wereld daarbuiten. Op de achterkant staan citaten. “Het was mijn eigen keuze, of toch niet direct, misschien indirect”, zegt een jochie. En: “Dat vertalen ging ook over mij, maar ik kon over mezelf niet liegen”, zegt een ander.

De ambivalente positie van TransTaalKinderen werd aan het begin van de middag mooi verwoord door de Zweeds-Nederlandse theatermaker Gita Hacham. Haar TransTaalKind voelt zich een koorddanser, jonglerend met tien ballen in de lucht en een brandende fakkel in zijn mond. “Aan de klink van de voordeur hangt een wereldbol. En daarnaast sta ik.”

Na het welkomstwoord door een medewerker van de bibliotheek wordt het publiek, dat bestaat uit een bonte verzameling ervaringsdeskundigen, taalprofessionals, onderwijzers, maatschappelijk werkers en buurtbewoners, uitgenodigd om aan de hand van drie stellingen met elkaar in gesprek te gaan. Uit de gedachtewisseling die dan ontstaat, blijkt eens te meer het belang van moedertaalonderwijs voor de ontwikkeling van een kind.

“Haal het stoplicht weg!”

De eerste expert die deze middag een presentatie houdt, is taalkundige Karijn Helsloot. Zij pleit ervoor op school, in de klas, meer ruimte te maken voor de huistaal van meertalige leerlingen. Idealiter spreekt elk kind in Europa ten minste drie talen: de moedertaal (dat kan ook een dialect zijn), de landstaal en een internationale lingua franca (in de praktijk: Engels). “Haal het stoplicht weg”, zegt Helsloot, “laat die talen maar stromen.” Er moet alleen op gelet worden dat een kind niet in verwarring raakt en de talen niet door elkaar gaat halen. De juf of de meester kan dat best aan, denkt Helsloot. En als de leraar hulp nodig heeft, kan er een beroep worden gedaan op ouders, buurtbewoners of, eenvoudig, het internet.

Op een vraag uit de zaal of het toestaan van meerdere talen op het schoolplein er niet voor zal zorgen dat de kinderen groepjes gaan vormen volgens huistaal, antwoordt Helsloot dat het tegendeel waar is. Als de leraar alle talen positieve aandacht geeft (“Hoe heet dat in jouw taal? En in die van jou?”), raken kinderen nieuwsgierig naar elkaar en leren ze beter naar elkaar luisteren.

De tweede deskundige is pedagoog Hans Bellaart. Hij geeft een overzicht van verschillende opvoedingsdoelen en van cultuurverschillen in de opvoeding bij diverse in Nederland voorkomende cultuurgroepen. De culturele achtergrond van een kind dat voor zijn ouders tolkt, kan soms leiden tot misverstanden (bijvoorbeeld als een kind vanuit zijn cultuur geleerd heeft altijd met een “beleefdheids-ja” te antwoorden) of extra druk op een kind leggen (bijvoorbeeld als in een cultuur conformiteit zwaarder weegt dan autonomie).

“Er is in de Nederlandse samenleving veel ruimte voor culturele verschillen”, zegt iemand uit de zaal tijdens de nabespreking van Bellaarts presentatie. “Dat is een reden voor dankbaarheid.”

Maar er is ook kritiek. De Nederlandse overheid heeft namelijk in 2012 de tolkenvergoeding voor zorgverleners (denk aan verloskundigen, tandartsen en artsen in de geestelijke gezondheidszorg) grotendeels afgeschaft. Alleen huisartsen van statushouders kunnen nog een beperkte tijd aanspraak maken op zo’n vergoeding. Dat betekent dat anderstalige ouders steeds vaker een beroep op hun kind moeten doen om te tolken. Nog afgezien van de vraag of zo’n kind alles begrijpt en goed kan overdragen, legt het een geweldige verantwoordelijkheid op de schouders van het kind.

...............................................................

 “Voor zo’n kind is het honderd keer één keer!”

...............................................................

Positieve én negatieve kanten van tolken voor je ouders komen aan bod wanneer vervolgens drie ervaringsdeskundigen aan het woord gelaten worden: jonge volwassenen die in hun jeugd voor hun ouders hebben moeten vertalen.

Corrie is doof. Als kind was zij echter alleen nog maar slechthorend en moest zij tolken voor haar ouders, die allebei doof en laagopgeleid waren. Zij herkent zich in de positie van TransTaalKinderen die afkomstig zijn uit andere culturen.

Farnosh komt uit Iran. Toen ze 13 was, is ze met haar familie via Turkije en Zweden naar Nederland gevlucht. Overal waar ze kwam, moest zij tolken voor haar ouders. Daarbij droeg ze verantwoordelijkheid voor de veiligheid van het gezin. De mensensmokkelaars hadden haar ingeprent dat ze niet tegen de autoriteiten van het nieuwe land mocht zeggen waar ze vandaan kwamen. Blijven of teruggestuurd worden hing dus af van haar zwijgen.

Mustafa is het levende bewijs dat een jeugd als TransTaalKind ook positief kan uitpakken. Hij is in zijn volwassen leven gerechtstolk geworden. Toch heeft hij ook de negatieve effecten gezien, bijvoorbeeld bij een jongetje dat tijdens een doktersbezoek aan zijn moeder moest vertellen dat ze borstkanker had. Het afschaffen van de tolkvergoedingen vindt hij dan ook zeer onverstandig. “Ouders worden opnieuw afhankelijk van kind-vertalers. En we weten inmiddels wat voor psychische schade deze kinderen daaraan kunnen overhouden!”

Corrie weet wat Mustafa bedoelt. “Je zit tussen je ouders en de autoriteiten in”, zegt ze. Zij moest ook wel eens slecht nieuws overbrengen. “En ik wist hoe driftig mijn vader kon zijn…” In haar huidige baan als opvoedkundige benadrukt ze daarom altijd het belang van gebarentolken voor doven. Helaas hebben ouders soms meer vertrouwen in hun eigen kind, of willen ze niet dat wat er gezegd wordt, bij vreemden belandt. Maar ze hoeven zich geen zorgen te maken, zegt Corrie; tolken hebben een beroepscode die hen verplicht zorgvuldig met vertrouwelijke informatie om te gaan. En een hulpverlener denkt misschien dat één keertje bijspringen niet uitmaakt, “maar voor zo’n kind is het honderd keer één keer!”

Het panel van ervaringsdeskundigen: Mustafa, Farnosh en Corrie (Corrie kijkt naar de gebarentolk rechts.)

Halleh Ghorashi

“Hoe kunnen we dat toelaten?”

De laatste spreker van de middag is professor Halleh Ghorashi, hoogleraar Diversiteit en Integratie aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.

Als antropoloog is Ghorashi altijd geïnteresseerd in de positie van “in-betweenness”, mensen die tussen twee posities in verkeren. Dat wordt, aldus Ghorashi, vaak als iets negatiefs voorgesteld: tussen wal en schip, in een niemandsland, je doet het nooit goed.

Maar je kunt die positie van “in-betweenness” ook positief interpreteren. En dat geldt zeker voor de positie van TransTaalKinderen, die in staat zijn werelden met elkaar te verbinden.

Volgens Ghorashi hebben TransTaalKinderen vaardigheden ontwikkeld die in deze tijd van superdiversiteit heel waardevol zijn: empathie, flexibiliteit en het vermogen om je in verschillende werelden staande te houden.

In deze tijd is eenvormigheid een gebrek, zegt Ghorashi; het plaatst je op achterstand. Om in meerdere werelden te kunnen bewegen, is een kundigheid. TransTaalKinderen zijn “context-alert”, wat essentieel is voor vernieuwing. “Zij hebben de competentie meer te zien en meer te zijn.”

Tegelijkertijd vindt ook Ghorashi dat we niet niet uit het oog mogen verliezen wat deze kinderen nodig hebben om gelukkig te zijn. Dat kinderen moeten tolken in situaties waar ze nog te jong voor zijn, is iets wat gewoon niet kan. “Hoe kunnen we dat in onze samenleving toelaten?” vat Ghorashi de bezorgdheid en de verontwaardiging van iedereen in de zaal samen. “We zijn een rijk land. Voor professionele tolken móet geld zijn!”

Met die oproep komt er een einde aan een inspirerende middag, die tevens de afsluiting was van het TransTaalKinderen-project van het Moving Arts Project. Initiatiefnemers Diane Elshout, Janine Toussaint en Noud Verhave hebben de afgelopen maanden echter genoeg ideeën opgedaan voor een vervolg, “in Amsterdam, in het land en in de wereld”.

Door het donker lopen we van de bibliotheek via de kade terug naar het station. Daarbij passeren we opnieuw de borden met foto’s van kinderen – stoer, maar kwetsbaar – in de deuropening tussen de wereld en thuis. “Ik was een klein bruggetje”, zegt een van hen. De ambiguïteit van die woorden blijft nog lang naklinken.

  • Klik hier voor meer informatie.

Foto's: Ingrid Glorie

Buro: IG
  • 0
Verified by MonsterInsights
Top