We zijn gewend aan slecht nieuws uit Zuid-Afrika: armoede, corruptie, misdaad en bendegeweld… Maar te midden van al deze ellende zijn er in Zuid-Afrika ook talloze voorbeelden van moed, veerkracht en medemenselijkheid te vinden. Neem de 32-jarige Twin Mosia uit Petrus Steyn. Zijn droom is om een oud stationsgebouw te transformeren tot museum. Mosia heeft een passie voor geschiedenis. Maar hij wil met zijn project ook banen creëren voor de jongeren uit de omgeving.
Twin Mosia is in Nederland geen onbekende. Hij was te zien in een van de afleveringen van de televisieserie Goede Hoop, een reeks documentaires over de Zuid-Afrikaanse geschiedenis, gepresenteerd door Hans Goedkoop, die parallel liep met de Goede Hoop-tentoonstelling in het Rijksmuseum in Amsterdam in het voorjaar van 2017. Mosia was te zien als zwarte “agterryer” in een spektakel waarbij een beroemde veldslag uit de Boerenoorlog (1899-1902) werd nagespeeld.
- Kijk hier de aflevering van Goede Hoop over de Boerenoorlog. Twin Mosia is te zien vanaf de 22e minuut.
Mosia is de eerste zwarte Zuid-Afrikaan die als acteur in dit soort historische reconstructies meespeelt. Zijn drijfveer is in de eerste plaats zijn belangstelling voor Zuid-Afrikaanse geschiedenis. Daarnaast wil hij laten zien dat de Boerenoorlog, in tegenstelling tot wat dikwijls wordt aangenomen, niet alleen een “white man’s war” was, een strijd tussen Boer en Brit. Er wordt aangenomen dat aan de kant van de Britten zo’n honderdduizend zwarten aan de oorlog deelnamen, en tienduizend aan de kant van de Afrikaners. Daarnaast werden in de loop van de oorlog zo’n 115 duizend zwarten vastgehouden in zesenzestig concentratiekampen, verspreid over het land. Het officiële sterftecijfer in zwarte concentratiekampen aan het einde van de oorlog was 14.154, maar in werkelijkheid lag het aantal doden waarschijnlijk aanzienlijk hoger. “Met mijn aanwezigheid laat ik zien dat ook zwarte mensen door de oorlog geraakt werden”, zegt Mosia. “Daarom gebruiken we ook liever de naam ‘Zuid-Afrikaanse Oorlog’ dan ‘Anglo-Boerenoorlog’ of ‘Boerenoorlog’. De oorlog raakte allerlei mensen – en zelfs de dieren van Zuid-Afrika!”
Twin Mosia in historisch kostuum
Mosia werkt niet alleen mee aan historische reconstructies van de Boerenoorlog, maar ook aan reconstructies van de Basotho-oorlogen, die zich afspeelden tussen 1858 en 1868. Bij de Basotho-oorlogen ging het om een gewapend conflict van de Basotho met de Afrikaners die tijdens de Grote Trek vanuit de Kaap naar het oosten waren getrokken en daar de Republiek Oranje-Vrijstaat hadden gesticht. Tijdens de Basotho-oorlogen kwamen de Basotho dus op voor hun eigen belangen, en ze beschikten over paarden en wapens die hen in staat stelden oorlog te voeren. Tijdens de Boerenoorlog gold daarentegen tussen de Afrikaners en de Britten een “gentlemen’s agreement” dat zwarten geen wapens zouden dragen – al werd die overeenkomst in de praktijk nog wel eens geschonden. De bedoeling was echter dat zwarten tijdens de Boerenoorlog alleen ingezet zouden worden voor praktische taken als koken, de paarden verzorgen of het aanleggen van bruggen.
Mosia is er echter van overtuigd dat de zwarten die deelnamen aan de Boerenoorlog dat met even veel trots deden als de Basotho die tijdens de Basotho-oorlogen in opstand kwamen tegen het bewind van witte settlers. Voordat hij een rol op zich neemt, verdiept hij zich uitgebreid in de geschiedenis. “Veel zwarten die aan Britse kant deelnamen aan de Boerenoorlog, deden dat omdat ze dachten dat ze na de oorlog een stuk grond zouden krijgen”, vertelt hij. “En aan de kant van de Afrikaners had je zwarten die loyaal waren aan de boeren voor wie hun families vaak al generaties lang werkten.”
Voor Mosia is de ene rol dus niet mooier dan de andere. “Waar het om gaat, is laten zien welke plaats zwarte mensen in de geschiedenis hebben ingenomen. Het vervult me met trots dat ik met míjn personage tienduizenden mensen vertegenwoordig.”
Inmiddels is Mosia niet meer de enige zwarte acteur die aan historische reconstructies deelneemt. In 2015 werd hij gevraagd een lezing te geven aan de Sol Plaatjie University in Kimberley. Met zijn gebruikelijke enthousiasme wist Mosia de studenten over te halen mee te werken aan een documentaire over de Boerenoorlog, getiteld Black, White & Khaki. Hopelijk doen ze binnenkort ook mee aan een reconstructie van de Basotho-oorlogen.
Zijn optreden bij de reconstructies wordt niet altijd begrepen. Reconstructies van de Boerenoorlog zijn helaas nog steeds voor een deel het speelterrein van conservatieve blanken die Mosia er liever niet bij willen hebben. En zijn zwarte critici nemen het hem kwalijk dat hij vrijwillig de rol van een onderdrukte zwarte op zich neemt. Zelf is Mosia er echter van overtuigd dat het belangrijk is om de historische werkelijkheid zo waarheidsgetrouw mogelijk uit te beelden. Daardoor zal er meer onderling begrip ontstaan. Op die manier hoopt Mosia bij te dragen aan natiebouw en verzoening.
Met zijn werk als acteur in historische reconstructies hoopt Twin Mosia bij te dragen aan een beter begrip tussen de verschillende bevolkingsgroepen van Zuid-Afrika.
Een geschiedenis die alles insluit
Mosia weet zo veel over de Zuid-Afrikaanse geschiedenis dat het verbazingwekkend is om te horen dat hij alleen een middelbareschooldiploma heeft. Vóór hij een paar jaar geleden besloot terug te keren naar zijn geboortedorp, Petrus Steyn, werkte hij als mijnwerker en tuinman in Johannesburg. In 2019 wil hij geschiedenis gaan studeren via UNISA. “Nu ik mijn passie voor geschiedenis ontdekt heb, is de tijd rijp”, zegt hij.
Sinds het einde van de apartheid is de invulling van het vak geschiedenis op Zuid-Afrikaanse scholen veranderd, bevestigt Mosia. Vroeger was het verhaal dat verteld werd, eurocentrisch. Tegenwoordig is er meer aandacht voor de geschiedenis van de brede Zuid-Afrikaanse gemeenschap.
“Het probleem is echter dat niemand onze verhalen heeft opgeschreven”, zegt hij. “Mensen als Jan van Riebeeck beschreven de geschiedenis vanuit hun eigen perspectief. Niemand beschreef de geschiedenis vanuit ons perspectief.” Voor Mosia is dat nóg een reden om aan de historische constructies mee te doen. “Daardoor ben ik in staat om de geschiedenis vanuit mijn eigen perspectief te bekijken, en om met anderen te delen hoe het zou kunnen zijn gegaan.”
Er zijn plannen om geschiedenis vanaf 2023 in de laatste drie jaar van het middelbaar onderwijs een verplicht vak te maken. Mosia hoopt dat de leerlingen een evenwichtige weergave van de geschiedenis voorgeschoteld zullen krijgen. “Als de focus maar niet alleen op de apartheid komt te liggen. Onze geschiedenis is zo breed. Alles moet aan de orde komen, van het Stenen Tijdperk via de komst van Jan van Riebeeck en de vrijlating van Nelson Mandela tot het Wereldkampioenschap Voetbal in 2010.”
Er was eens een treinstation
Het is Mosia’s droom om het oude treinstation van Petrus Steyn op te knappen en er een museum voor lokale geschiedenis van te maken, het Elandskop Museum. Op dit moment woont hij in een hut naast het stationsgebouw. In de omgeving van Petrus Steyn heerst grote werkloosheid en ook de inwoners die wél een baan hebben, leven nog vaak in armoede. Een museum kan voor werkgelegenheid zorgen, denkt Mosia. Daarnaast kan het gebouw dienen als expositieruimte voor lokale kunstenaars en ontmoetingscentrum voor de inwoners van Petrus Steyn.
Mosia heeft ook al een idee voor een monument. Hij wil een fietstocht maken langs alle concentratiekampen waar tijdens de Boerenoorlog zwarte gevangenen zaten. Van elk kamp wil hij een steen meenemen. Met al die stenen samen wil hij een monument vormen, net als de stapels stenen op bijvoorbeeld Robbeneiland of in Freedom Park.
De omvang van het project dat Mosia voor ogen staat, is bescheiden. En hij is al heel ver met zijn plannen. Hij hoopt dat het museum in september 2019 zijn deuren kan openen. September is in Zuid-Afrika Erfenismaand en in oktober starten de festiviteiten voor de herdenking van de Boerenoorlog (het begin van de oorlog is in 2019 precies honderdtwintig jaar geleden). De financiering heeft Mosia al rond. Het wachten is alleen nog op toestemming van spoorwegmaatschappij Transnet, de eigenaar van het uit 1925 stammende stationsgebouw.
In oktober was Mosia in Nederland voor het “Global Cultural Leadership Programme”, een trainingsprogramma voor jonge ondernemers uit de culturele sector wereldwijd. Het verbaasde hem dat er in Amsterdam zo weinig gebouwen leegstaan. “In Zuid-Afrika zijn er duizenden gebouwen die op instorten staan, en toch hebben mensen geen dak boven hun hoofd en geen ruimte om hun werk te exposeren”, zegt hij. “Het stationsgebouw in Petrus Steyn ligt er verlaten bij. Vandalen hebben vernielingen aangericht. En elke dag dat het niet gebruikt wordt, gaat de toestand van het gebouw verder achteruit.” Als semi-staatsbedrijf valt Transnet onder verantwoordelijkheid van minister Pravin Gordhan. Mosia is dan ook vastbesloten om, als hij terug is in Zuid-Afrika, zowel minister Gordhan als president Cyril Ramaphosa een brief te sturen.
Het oude stationsgebouw in Petrus Steyn is de ideale locatie voor het Elandskop Museum.
“Het gaat om je nalatenschap”
Het Global Cultural Leadership Programme was voor Mosia een geweldige ervaring. Sinds zijn deelname aan het Nederlandse tv-programma Goede Hoop heeft het idee van een bezoek aan Amsterdam hem nooit meer losgelaten.
Tijdens het vijf dagen durende programma kwam hij in contact met jonge cultuurmanagers uit onder meer India, Japan, China, Brazilië, Canada en de Verenigde Staten. Net als hij houden ze zich bezig met culturele projecten die ten goede komen aan de gemeenschap. En stuk voor stuk staan ze voor soortgelijke uitdagingen als hij. “Wat ik vooral heb geleerd”, zegt hij, “is dat niemand een eiland is en dat we bij alles wat we doen op zoek moeten gaan naar samenwerkingsverbanden.”
Tijd om Amsterdam te verkennen was er nauwelijks. De laatste dag van het programma stond in het teken van een bezoek aan Leeuwarden als Culturele Hoofdstad van Europa. Wat Mosia vooral is opgevallen, is hoe groen Nederland is. Mosia is in Petrus Steyn ook altijd met de omgeving bezig. Bomen planten, de straten schoon houden, een park aanleggen… “Thuis verklaren ze me voor gek. Maar hier zag ik dat het haalbaar is.”
Twin Mosia heeft al verschillende eervolle onderscheidingen voor zijn werk gekregen. Hij beschikt over een enorme wilskracht en is ervan overtuigd dat ieder mens een opdracht in het leven heeft. “Het gaat om je nalatenschap”, zegt hij. “Ik wil bijvoorbeeld herinnerd worden als iemand die minstens tweehonderd bomen heeft geplant. Iedere dag word ik wakker met het idee dat ik een verschil moet maken, ook in het leven van anderen.”
- Meer weten? Volg Twin Mosia, het Elandskop Museum en The Ingredients Productions via Facebook of Twitter. Of mail: twinmosia98@gmail.com.