In het in Nederlands betekent het woord “lol” plezier of dolle pret. Een grappenmaker heet daarom ook wel een “lolbroek”.

De betekenis van “lol” is in het Afrikaans helemaal niet zo lollig. “Lol” betekent daar: lastigvallen, zeuren of narigheid geven. Het woordenboek ANNA noemt als voorbeelden jy lol al heeldag met my (je zit al de hele dag tegen me te klieren), met andere mans se vrouwens lol (getrouwde vrouwen lastigvallen), met seuntjies of dogtertjies lol (kleine jongetjes of meisjes seksueel misbruiken).

In internetjargon ligt de betekenis dichter bij het Nederlands, al gaat het daar natuurlijk om een acroniem. Op sociale media en in sms-taal staat de afkorting “lol” – gewoonlijk gevolgd door een reeks uitroeptekens) – voor “Laughing Out Loud”, “Lots of Luck” of “Lots of Love”.