...
Nederlandstalige literatuur is daarnaast ook méér dan de literatuur van de Lage Landen. Het gaat tezelfdertijd over Indonesische en Caribische letteren – Surinaams-Nederlands en Antilliaans-Nederlands; vanuit een (post)koloniaal perspectief ook de Nederlandse literatuur in Zuid-Afrika of in Nederlands-Indië.
...
Van 10 tot 14 juli 2023 heeft de jaarlijkse Winterskool Nederlandse taalverwerving en letterkunde plaats aan de Universiteit van die Vrystaat. De winterschool valt samen met het Vrystaatse Kunstefees dat op de campus wordt georganiseerd met een week lang performances, boekpresentaties en literaire gesprekken. Op 14 juli mag ik in de Eeufeessaal (“Boeke-oase”) de Karel Schoeman Gedenklezing uitspreken (https://vrystaatkunstefees.co.za/historical-imaginaries-flashbacks-with-karel-schoeman/).
Sinds vele jaren financiert de Taalunie de “SAVN-Neerlandistiekwinterskool in Suid-Afrika”, telkens aan een andere universiteit. Deze editie nemen in totaal een dertigtal studenten uit Namibië en Zuid-Afrika deel aan een intensieve cursus Nederlands. Het gaat over tweede- en derdejaarsstudenten die doorgaans het Afrikaans als eerste taal hebben en Nederlands als hoofd- of als bijvak volgen. Docenten uit de Lage Landen worden uitgenodigd om een select gezelschap van studenten lessen aan te bieden. De deelnemers zijn gerekruteerd door docenten van de respectievelijke departementen aan universiteiten in zuidelijk Afrika waar Afrikaans en Nederlands wordt aangeboden. De studenten nemen een Nederlands taalbad: naast een cursus Nederlandse taalverwerving wordt een aspect van de Nederlandstalige literatuur behandeld. Telkens sessies van anderhalf uur, vier per dag.
Meertaligheid en veelstemmigheid in de Nederlandse literatuur
In een beschouwing over “Nederlandse literatuur” wordt de benaming zelf geproblematiseerd. Nederlandse literatuur is vooreerst méér dan de literatuur van het Nederlands. In recente boekuitgaven in de Lage Landen wordt het Nederlands soms vermengd met andere talen. Alfred Schaffer wees in zijn bespreking voor De Groene Amsterdammer op de meertaligheid (Nederlands, Spaans en Engels) in het poëziedebuut Het is warm in de hivemind (2021) van Maxime Garcia Diaz (https://www.groene.nl/artikel/ik-zag-de-beste-meisjes-van-mijn-generatie). Nisrine Mbarki combineert in haar debuut oeverloos (2022) Nederlands, Arabisch, Frans én Tamazight. In Wie was ik? Strafregels (2020) van Alfred Schaffer duiken regels op in het Papiaments (Aruba). In méér romans en dichtbundels, recent verschenen bij Nederlandse en Vlaamse uitgeverijen, worden teksten in het Nederlands doorspekt met tekstregels in andere talen. Door hiervoor aandacht te hebben, krijgen studenten een ruimere kijk op taaldiversiteit en de dagelijkse realiteit van vermenging van talen, ook in wat als Nederlandse literatuur wordt aangeduid: steeds meer literatuur is gedrenkt in een mix van talen en culturen die met elkaar in gesprek zijn, ze is geënt op een complex van interagerende culturele discoursen. Recente Nederlandse literatuur wordt bepaald door de multiculturele omgeving waarin ze wordt geschreven. In een pluriculturele wereld is de literatuur zelf ook divers en dus meertalig.
...
Nederlandse literatuur is vooreerst méér dan de literatuur van het Nederlands.
...
Nederlandstalige literatuur is daarnaast ook méér dan de literatuur van de Lage Landen. Het gaat tezelfdertijd over Indonesische en Caribische letteren – Surinaams-Nederlands en Antilliaans-Nederlands; vanuit een (post)koloniaal perspectief ook de Nederlandse literatuur in Zuid-Afrika of in Nederlands-Indië. Op meer plekken in de wereld in en buiten Europa wordt het Nederlands geschreven in contact met diverse andere talen en culturen. Wereldwijd zijn er hoger-onderwijsinstellingen waar studenten Nederlands kunnen opnemen in het curriculum. Ook dit zorgt voor de verspreiding van de taal in contact met lokale cultuur en andere talen. De Nederlandstalige literatuur is rijk geschakeerd en veelkleurig. Geert Buelens hield onlangs nog een pleidooi voor een meer inclusieve “neerlandofone” literatuurgeschiedenis (https://neerlandistiek.nl/2023/07/nadenken-over-een-topicale-en-neerlandofone-literatuurgeschiedenis/).
Wat Nederlandstalige literatuur wordt genoemd, is alleen al in de Lage Landen maatschappelijk divers en meervoudig cultureel bepaald (Nederland-Vlaanderen). Het calvinistische noorden en het katholieke zuiden van het Nederlandse taalgebied in Europa hebben verschillende literaturen geproduceerd. De literaire cultuur is uiteenlopend, tradities en discoursen zijn anders, zelfs het taalgebruik is verschillend, soms zijn zelfs referentiekaders volstrekt anders. Het werk van Cyriel Buysse, Louis Paul Boon en Hugo Claus is in een andere taal – ook in een ander register – geschreven dan de romans van onder anderen Louis Couperus, Harry Mulisch en W.F. Hermans. Aan dat gegeven besteed ik aandacht in de winterskool-cursus.
Literaire cultuur in Nederland en België
Wat in een cursus Nederlandse literatuur voor anderstalige studenten naar mijn oordeel aandacht kan krijgen, ongeacht of het nu gaat over studenten Nederlands in Midden-Europa, in Suriname of in Zuid-Afrika en Namibië, zijn de culturele verschillen in Nederland en België. Deze culturele diversiteit bepaalt de Nederlandse literatuur in de Lage Landen. Het gaat over literaire polysystemen die zoals gesteld uiteenlopend cultureel en maatschappelijk functioneren, die schatplichtig zijn aan of in dialoog treden met specifieke literaire tradities, zoals gezegd verschillend in noord en zuid, en soms geheel andere tendensen laten zien. Nederlandse literatuur is een overkoepelende term: de taal mag dan een verbindende factor zijn, het literaire bedrijf heeft diverse gestalten. De literatuurproductie in Nederland en Vlaanderen laat daarenboven overeenkomsten zien met internationale gesprekken over literatuur. Literaire trends in Vlaanderen leunden in de twintigste eeuw, vandaag veel minder, aan bij of ondergaan invloeden van tendensen in de Franse literatuur. Of in de literatuur in Nederland zien we convergenties met Anglo-Amerikaanse ontwikkelingen. Dat internationale perspectief staat ons toe scherper de particulariteit van literaire systemen te zien, van literaire producties die dus veel meer zijn dan louter taalgerichte systemen. Voor historische letterkunde is dat voor de hand liggend: meertaligheid en literatuur op het kruispunt van intercultureel verkeer is de focus van het letterkundig onderzoek.
...
Nederlandse literatuur is een overkoepelende term: de taal mag dan een verbindende factor zijn, het literaire bedrijf heeft diverse gestalten.
...
In een globaliserende wereld vandaag spreken we over culturele veelstemmigheid en dus ook de meertaligheid van literatuur. Deze observatie, uiteraard niet nieuw, leidt ertoe dat we de literaire historiografie van het Nederlands breder en dus inclusiever moeten invullen. Nederlandse literatuur als aanduiding van een onderzoeksobject is een complex en bij de culturele realiteit aanknopend gegeven. Veel complexer kortom dan louter een tekstencorpus geschreven in één taal, of zoals naar negentiende-eeuws voorbeeld op één natie, of beperkt tot een geografisch-historisch bepaald gebied zoals de Lage Landen.
Voor de cursus in de Vrystaatse Rozenstad beperk ik me weliswaar tot de Lage Landen, maar met bovenvermelde vooronderstellingen en aandachtspunten voor ogen. Studenten die in een veeltalig land als Zuid-Afrika opgroeien, met meerdere culturen en talen dagelijks worden geconfronteerd, is wat ik hier te berde breng een evident uitgangspunt. De studenten bewegen zich niet alleen in het Afrikaans en soms in het Engels, maar spreken of zijn vertrouwd met andere talen. In een land waar de grondwet elf ambtelijke talen beschrijft en een officieel statuut geeft – daarnaast zijn er natuurlijk nog veel méér talen – is veeltaligheid een dagelijks gegeven. Buelens beklemtoonde al het belang van de literatuurgeschiedenis Southern African Literatures (1996) door Michael J.F. Chapman. Post-apartheid drong zich een panorama op waarbij veeltaligheid in zuidelijk Afrika de centrale focus is. Na 1994, in geopolitiek in een anders georganiseerde maatschappij waarin ook andere talen dan alleen het Afrikaans en het Engels werden erkend (maar nog steeds onvoldoende institutioneel of infrastructureel omkaderd), drong zich vanzelf een nieuw concept op om aan literaire geschiedschrijving te doen. Talen in contact: vanuit dat oogpunt schrijft de historiograaf een andere geschiedenis van literaire verbanden en ontwikkelingen in Zuid-Afrika, niet langer beperkt tot een specifieke taalgemeenschap. Niet alleen in Zuid-Afrika of Namibië, ook in de Lage Landen is er een taaldiversiteit die de literatuur schrijft. Er is sprake van linguïstisch hybride (meertalige) teksten. Het gaat meer bepaald over een pluricultureel gesprek dat we reductionistisch of gemeenzaam aanduiden met Nederlandse literatuur. We veronderstellen een exclusieve relatie tussen taal en literatuur, wat natuurlijk een volstrekt achterhaalde constructie. In de wereld van vandaag bepalen taalvermenging en multiculturaliteit het literaire gesprek. De transnationale literatuurstudie, eerder al postkoloniale studies, besteedt aandacht aan dat feit. In 2019 publiceerde ik op Neerlandistiek over meertaligheid en het literatuuronderwijs de volgende bespiegeling: https://neerlandistiek.nl/2019/04/meertaligheid-en-literatuuronderwijs/.
De Winterskool in de Vrystaat, waar Lieve de Wachter (KU Leuven) de taalvaardigheid doceert en ikzelf een blokcursus poëzie in de Lage Landen geef, tracht die verschillen en overeenkomsten te laten zien – divergenties en convergenties tussen literaire systemen in Nederland en België. Veelstemmigheid en ook de meertaligheid van de Nederlandse literatuur krijgen aandacht. Het gaat in de gastcolleges over talen in contact, en over hoe een literatuur méér is dan een door taal afgebakend artistiek medium. Een goede start voor de beeldvorming is alvast de klemtoon te leggen op de diversiteit van Nederlandse literatuur in de Lage Landen en literaire ontwikkelingen te bespreken als een complex van polysystemen en uiteenlopende circuits in Nederland en België die op divergente manieren cultureel zijn ingebed.
Standpunten over dat onderwerp naar aanleiding van literaire prijzen heb ik eerder online gepubliceerd: https://www.humanistischverbond.be/blog/533/ce-nest-qun-combat-continuons-le-debat/
De slotbemerking van deze bijdrage heeft de titel “Bestaat dé Nederlandse literatuur?” sluit af met deze zin: “Het is de vraag wat ‘Nederlandse literatuur in Vlaanderen’ en Nederlandse of Vlaamse literatuur zijn in Europees of globaal verband”. Deze vraag naar verbanden tussen literaire systemen, de vermenging van literaire culturen en de veeltaligheid van de Nederlandse literatuur – als een literatuur in contact met andere talen en culturele discoursen, zoals Afrikaans in Zuid-Afrika – houdt mijzelf en de deelnemers aan de Winterskool de komende dagen bezig.
Bloemfontein
Winterskool Neerlandistiek, Universiteit van die Vrystaat, Bloemfontein, 10-14 juli 2023.