Bande tussen Breyten Breytenbach en die Lae Lande verken in internasionale tydskrif

  • 0

………..

“Het recent verschenen nummer van Zacht Lawijd besteedt aandacht aan het literaire en beeldende werk van Breyten Breytenbach. Gezien de vele relaties tussen de Zuid-Afrikaanse/Franse schrijver en de Lage Landen ligt een dergelijke keuze voor de hand.”

………..

In die nuwe uitgawe van die tydskrif Zacht Lawijd staan die Afrikaanse skrywer en skilder Breyten Breytenbach se aanwesigheid en resepsie in Nederland en Vlaandere sentraal.

Yves T’Sjoen is die redakteur van die tydskrif. Hy het Willem de Vries se vrae beantwoord en vertel van die komende program in Gent in die jaar wat Breytenbach se 80ste verjaardag internasionaal gevier word. 

Zacht Lawijd is ’n literêr-historiese tydskrif wat sedert 2001 gepubliseer word. Vertel asseblief oor jou rol by die publikasie en iets meer oor die tydskrif self.

Ik ben medestichter van Zacht Lawijd, oorspronkelijk ZL. Het periodiek is gericht op de literaire geschiedschrijving van de Lage Landen.

Gedurende intussen achttien jaargangen (vier afleveringen per jaar) wordt historisch onderzoek gepresenteerd op het gebied van de Nederlandse en Vlaamse literatuur. Zowel biografisch en teksthistorisch als institutioneel en poëticaal onderzoek komt aan bod. De literaire archiefaanstellingen van de Lage Landen, met name het Letterenhuis (Antwerpen) en het Literatuurmuseum (voorheen Letterkundig Museum, Den Haag), participeren in het tijdschriftproject.

De redactie, waarin vertegenwoordigers van beide instituties zetelen, kan op die manier dankbaar gebruikmaken van een indrukwekkend arsenaal van manuscripten, foto’s, brieven et cetera. Sinds de oprichting ben ik dus redactielid van Zacht Lawijd.

………..

Zacht Lawijd is geen klassiek academisch tijdschrift, maar gefocust op een breed belangstellend publiek. De redactiepolitiek is gericht op goed onderbouwde en vlot geschreven, wervende artikelen over schrijvers en teksten in het Nederlandse taalgebied (en daarbuiten).”

………..

De titel refereert overigens aan een versregel van de Vlaamse dichter Richard Minne, niet toevallig de dichter aan wiens dichtbundel In den zoeten inval (1927) mijn proefschrift is gewijd.

Breytenbach is ’n belangrike figuur in verskeie letterkundes en in verskeie lande. In 2014 het hy aan die Universiteit Gent ’n eredoktorsgraad ontvang.

Jy is ten nouste betrokke by die Gentse sentrum vir Afrikaans en die studie van Suid-Afrika aan die Universiteit van Gent, ook as hoogleraar verbonde aan die Afdeling Nederlands van die Vakgroep Letterkunde én medeondersoeker van die Vakgroep Tale en Kulture.

Vertel asseblief meer van die nuwe uitgawe van Zacht Lawijd en wat beoog word oor Breytenbach in Gent.

In het onderzoek is de aandacht al langer gevestigd op Breyten Breytenbach en de Lage Landen. Momenteel bereid ik een boek voor waarin het functioneren en de receptie van Breytenbachs literaire (en beeldende) werk in Nederland én Vlaanderen centraal staan.

Af en toe publiceer ik op LitNet deelstudies, beperkt archiefonderzoek. Momenteel loopt een reeks op basis van Breytenbach-archivalia in het archief Adriaan van Dis (Literatuurmuseum). Mijn recente bevindingen zijn gepubliceerd in internationaal geaccrediteerde tijdschriften, zoals Tydskrif vir Letterkunde (samen met Camille Bourgeus: Breytenbach in Raster), Tydskrif vir Nederlands en Afrikaans (samen met Elke Seghers: Breytenbach en het Vlaamse tijdschrift Revolver) en Werkwinkel (Breytenbach en Remco Campert).

Ik werk nu aan een bijdrage over Breytenbach en het Gentse tijdschrift Yang. Zoals gezegd circuleert Breytenbachs literaire productie in verschillende taal- en cultuurgebieden. Vanuit het perspectief van het transnationaal, of beter geformuleerd: intercultureel, onderzoek kan worden nagegaan hoe het werk wordt gerecipieerd, welke imago’s bestaan (of constructies van de literaire persoonlijkheid), hoe de schrijver zelf werkt aan zijn posture (samen met uitgeverijen, vertalers, literaire festival-organisaties, in vraaggesprekken enzovoorts).

De Universiteit Gent is bijzonder trots dat Breytenbach sinds december 2014 de eredoctorsgraad heeft en dus deel uitmaakt van de universitaire gemeenschap. Precies vijf jaar later, op 17 en 18 oktober 2019, organiseren wij in Gent een internationaal symposium met in de letterkundige sessie aandacht voor Breytenbachs oeuvre. Op 16 oktober, na de oratie van Louise Viljoen (leerstoelbekleder Zuid-Afrika: talen, literaturen, cultuur en maatschappij), verzorgt Breytenbach in de statige Aula de zesde Mandelalezing van het Gents Afrika Platform (in gesprek met Margriet van der Waal, leerstoelbekleder Zuid-Afrika, Universiteit van Amsterdam).

Die huldiging van en fokus op ’n Afrikaanse skrywer in ’n literêr-historiese tydskrif waar die gesprek oorwegend die Vlaamse en Nederlandse lettere bestryk, vertel iets van die belang van die Afrikaanse letterkunde vir die groter gesprek tussen lande se letterkundes.

Langs watter vernaamste lyne loop die gesprek tussen Afrikaanse en Nederlandse letterkundes tans? Watter gesprekke, temas en soorte kritiek is vir jou tekenend van die Afrikaans-Nederlandse studieterrein vandag?

Deze vraag is het onderwerp voor een dagenlange conversatie. Ikzelf ben een onderzoeker op het gebied van de moderne Nederlandse letterkunde. Sinds jaren bestudeer ik de Nederlandstalige literatuur vanuit internationaal perspectief. Het ligt vanuit taalhistorisch oogpunt voor de hand de interrelaties en talrijke dialogen tussen het Afrikaans en het Nederlands te onderzoeken.

Gezien de taalverwantschap kunnen Nederlandstalige moedertaalsprekers op vrij eenvoudige manier toegang hebben tot een ander continent, een andere cultuur (beter: culturele diversiteit). Dat geldt ook in de tegenovergestelde richting.

Daarenboven zijn beide literaturen (of literaire polysystemen) rijk en gevarieerd, vitaal en dynamisch. Er is literair grensverkeer en precies die toegangswegen zijn het voorwerp van mijn literatuur-vergelijkend onderzoek. De wegen zijn breed en soms kronkelig, niet eendimensionaal.

 ………..

“Een cultuur die het erfgoed verwaarloost, het verleden als voorbij beschouwt, heeft geen toekomst.”

………..

Zowel op het gebied van de lyriek, het toneel (drama) als prozaliteratuur zijn er boeiende onderwerpen te verkennen.

Maar evenzeer op institutioneel vlak: hoe de Afrikaanse literatuur wordt gepercipieerd in de Lage Landen, welke schrijvers hier te gast zijn, hoe Nederland en Vlaanderen doorwerken in het oeuvre van literaire actoren in Zuid-Afrika, vormen van samenwerking. Het aantal invalshoeken is legio.

Dit kom voor of Afrikaanse letterkunde toenemend ’n uitgebreide ondersoekterrein in die Nederlande word. Geld dit ook vir die tydskrif? Indien wel, beoog Zacht Lawijd om in latere uitgawes hierdie fokus uit te bou?

Zacht Lawijd is geen klassiek academisch tijdschrift, maar gefocust op een breed belangstellend publiek. De redactiepolitiek is gericht op goed onderbouwde en vlot geschreven, wervende artikelen over schrijvers en teksten in het Nederlandse taalgebied (en daarbuiten). In het verleden is al aandacht besteed aan Afrikaanse literatuur, een tekst van wijlen JC Kannemeyer (in het Nederlands vertaald).

Een periodiek zoals Internationale Neerlandistiek neemt ook Afrikaanstalige artikelen op (zoals de inzichtelijke tekst van Louise Viljoen over transnationale schrijversloopbanen).

Het recent verschenen nummer van Zacht Lawijd besteedt aandacht aan het literaire en beeldende werk van Breyten Breytenbach. Gezien de vele relaties tussen de Zuid-Afrikaanse/Franse schrijver en de Lage Landen ligt een dergelijke keuze voor de hand. Het spreekt voor zich dat soortgelijke onderwerpen later aan bod kunnen komen.

Ikzelf denk bijvoorbeeld aan een artikel over Jan Rabie en diens redacteurschap van Podium. De conservator van het Literatuurmuseum bezorgde mij onlangs twee brieven van Breytenbach gericht aan de redactie van Podium.

Dat Afrikaanse literatoren een rol spelen in het Nederlandse taalgebied (en het gesprek over literatuur), behoeft geen betoog. Iedereen heeft weet van de alomtegenwoordigheid van Antjie Krog, maar ook Marlene van Niekerk, Etienne van Heerden, Breyten Breytenbach, Charl-Pierre Naudé en tal van jongere auteurs hebben een podium in Europa.

Er is de Week van de Afrikaanse roman, in Gent zijn tijdens het colloquium telkens gastschrijvers op bezoek (vorig jaar Bettina Wyngaard, in oktober Ronelda S Kamfer). Of een vertaler-op-campus, zoals vorig jaar gedurende twee maanden Daniel Hugo.

Sinds kort is het tijdschrift Neerlandia, orgaan van het Algemeen-Nederlands Verbond, op mijn instigatie gestart met een column van Afrikaanstalige auteurs (na Antjie Krog, Daniel Hugo en Ronelda Kamfer is het volgende keer aan Eben Venter). Er is gewoon te veel om hier op te sommen.

In Zacht Lawijd word aandag gegee aan tekste, asook hul evolusie, dus die teks ook as artefak. Word enigiets in hierdie verband met Breytenbach uitgelig? Watter skrywers se werk is onlangs op hierdie manier verken in die tydskrif?

Zoals gezegd komen het beeldende en literaire werk van Breytenbach ter sprake. Laurens van Krevelen belicht de surrealistische inslag van Breytenbachs schilder- en tekenwerk.

Mijn focus is breder: ik belicht de antiapartheidsbeweging in Nederland (jaren zeventig en tachtig) en de wijze waarop Antilliaanse, Surinaamse en Zuid-Afrikaanse stemmen daarin een rol spelen. Een en ander wordt opgehangen aan de veroordeling en gevangenschap van Breytenbach in 1975, en de initiatieven die men in Nederland heeft ondernomen om dat onrecht voortdurend onder de aandacht te brengen en te bestrijden.

We hebben aandacht voor biografische verhalen maar dus ook teksthistorische ontwikkelingen. Ik ben zelf opgeleid als editiewetenschapper die met tekstgenetisch (varianten)materiaal aan de slag gaat. Het is mijn inschatting dat we naast biografische of institutionele verhalen méér tekstgerichte perspectieven kunnen hanteren.

Is daar genoegsame aandag aan die rol van die edisiewetenskap in literêre en ander publikasies oor boeke en skrywers in die Nederlande? Watter rol speel Zacht Lawijd in hierdie verband?

Zie ook het vorige antwoord. Ik denk dat teksteditorisch onderzoek méér aandacht verdient. Samen met mijn collega Els van Damme bezorg ik onder de vlag van de Gentse onderzoeksgroep Teksteditie Literatuur in Vlaanderen elk jaar een vijftal tekstedities: wetenschappelijk verantwoorde tekstuitgaven van literair erfgoed. Er zijn de intussen goed uitgebouwde reeksen Experimentele literatuur in Vlaanderen, Literatuur in Vlaanderen 1900-1950 en de Cyriel Buyssebibliotheek.

Daarnaast zijn er opdrachten ter gelegenheid bijvoorbeeld van een herdenking. Dergelijke uitgaven krijgen relatief weinig aandacht in de literatuurkritiek.

………..

“Mijn focus is breder: ik belicht de antiapartheidsbeweging in Nederland (jaren zeventig en tachtig) en de wijze waarop Antilliaanse, Surinaamse en Zuid-Afrikaanse stemmen daarin een rol spelen. Een en ander wordt opgehangen aan de veroordeling en gevangenschap van Breytenbach in 1975, en de initiatieven die men in Nederland heeft ondernomen om dat onrecht voortdurend onder de aandacht te brengen en te bestrijden.”

………..

Nochtans is het van belang in een cultuurgemeenschap te (blijven) investeren in het literaire erfgoed en waardevolle teksten op een verantwoorde manier ter beschikking te stellen. In het Nederlandse taalgebied zijn we daar niet goed in, in vergelijking met de Angelsaksische, Franse en bijvoorbeeld Duitse literaturen. Het is al lang geleden dat wetenschappelijke expertisecentra werk maken van historisch-kritische en leesedities van literaire teksten.

Hoe dan ook, net als collega’s in Antwerpen (Joyce- en Beckettcentrum) blijf ik in Gent een werkcollege moderne editiewetenschap aanbieden zodat letterkundestudenten ook als filoloog worden opgeleid en zich bewust zijn van (het belang van) tekst- en drukgeschiedenis, van tekstgenetische studie.

In die tradisionele media is publikasies onder druk en finansiering in die kunste internasionaal eweneens. Hoe beskou jy Zacht Lawijd se rol en bydrae binne hierdie publikasielandskap?

Zacht Lawijd is een biotoop waar de literaire geschiedschrijving wordt bedreven. Wellicht is een dergelijke benadering weinig vernieuwend of spectaculair, niet opzienbarend.

Het is nochtans van belang aandacht te besteden aan de literatuur vanuit historisch perspectief. De blik wijzigt voortdurend, we maken vandaag de verhalen van vroeger. Een cultuur die het erfgoed verwaarloost, het verleden als voorbij beschouwt, heeft geen toekomst.

Probeer daar beleidsmakers maar eens van te overtuigen en subsidies te vragen voor edities van literaire teksten. TLIV, de Gentse onderzoeksgroep, is wat dat betreft een unieke onderzoeksgemeenschap. De UGent investeert in literair erfgoedbeheer door de entiteit te erkennen (niet te subsidiëren) en mij toe te laten een deel van de academische onderzoeksopdracht in dergelijke variantenstudies en leesedities te investeren.

Wat is die belangrikheid van ouer werke, die boeke van voorgangers en ander eeue vir die hedendaagse gesprek in en oor letterkundes?

Mijn antwoord op de vorige vraag alludeert hierop. Boeken van vroeger lezen we met de ogen van nu.

Literaire teksten verdienen een nachleben, een nieuw lezerspubliek, een actuele blik. TLIV is inmiddels ruim vijf jaar bezig – in totaal zo een vijfentwintig of meer tekstedities.

………..

“Dat Afrikaanse literatoren een rol spelen in het Nederlandse taalgebied (en het gesprek over literatuur), behoeft geen betoog. Iedereen heeft weet van de alomtegenwoordigheid van Antjie Krog, maar ook Marlene van Niekerk, Etienne van Heerden, Breyten Breytenbach, Charl-Pierre Naudé en tal van jongere auteurs hebben een podium in Europa.”

………..

Dit is fundamenteel onderzoek dat alle andere onderzoeksperspectieven mogelijk maakt: eerst een betrouwbare tekst(editie), vervolgens kan je die (auteurs)teksten vanuit verschillende benaderingen betekenissen geven. 

Watter benadering volg die redaksie van Zacht Lawijd ten opsigte van tematiek en soorte inhoud? Hoe werk die voorlegging en/of keuring van bydraes?

Heel uiteenlopende onderwerpen komen aan bod, ook zienswijzen en onderzoeksbenaderingen (of methodologieën) zijn bijzonder geschakeerd.

Zacht Lawijd is rijk geïllustreerd en wordt in vierkleurendruk uitgegeven. We kunnen gebruikmaken van beide archieven, zodat we over een schatkamer van documenten beschikken.

De Nederlands-Vlaamse redactie leest alle kopij, spreekt erover tijdens redactievergaderingen en neemt een beslissing. Veelal worden wenken gegeven voor verbetering van de ingestuurde kopij. Het staat iedereen vrij bijdragen in te sturen ter beoordeling.

Vier kwartaalnummers omvatten samen bijna 350-400 bladzijden. We moeten helaas meer weigeren dan we kunnen opnemen. Voor een tijdschrift met een gezegende leeftijd van bijna twintig jaar is dat een keurmerk.

Waar kan mense vroeëre uitgawes van die tydskrif kry of lees en waar kan die nuwe uitgawe aangeskaf word?

Belangstellenden kunnen steeds contact opnemen met de redactiesecretaris, Geert Swaenepoel. Er is een website waar vorige nummers online staan. Wie zich het Breytenbach-nummer wil aanschaffen, kan dat doen via de website of de uitgeverij. Alle gegevens zijn hier beschikbaar.

Lees ook

  • Lees hier oor die komende Afrikaans-kollokwium in Gent waarin Breytenbach sentraal staan.
  • Lees hier oor Rooiborsduif, ’n versameling van Breytenbach se liefdespoësie, saamgestel deur Charl-Pierre Naudé. ’n Keur genaamd Allerliefste word ook in Nederland uitgereik met vertalings deur Laurens van Krevelen.
Buro: MvH
  • 0
Verified by MonsterInsights
Top