Op zondag 27 november hield de Zuid-Afrikaanse Mpho Tutu van Furth in Haarlem de Hannie Schaftlezing. In Nederland is de heldenstatus van de verzetsstrijdster Hannie Schaft, “het meisje met het rode haar”, tegenwoordig vrijwel onomstreden. Daarom was het verrassend dat Tutu, de dochter van Nobelprijswinnaar Desmond Tutu, daar niet zonder meer vanuit ging.
Wie was Hannie Schaft? De verzetsstrijdster die bekend zou raken onder de naam Hannie Schaft werd op 16 september 1920 in Haarlem geboren als Jannetje Johanna Schaft, roepnaam Jo.
Het meisje met het rode haar
In 1938, twee jaar voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog, ging Jo rechten studeren aan de Universiteit van Amsterdam. Daar raakte ze bevriend met twee joodse medestudenten, Philine Polak en Sonja Frenk.
Op 10 mei 1940 viel het Duitse leger Nederland binnen. Daarmee begon de Duitse bezetting, die vijf jaar zou duren. In de maanden die volgden, werden er steeds meer maatregelen tegen joden ingesteld. Joodse mensen moesten een gele ster dragen. Parken, plantsoenen, bibliotheken en concertzalen werden voor joden verboden. Joodse ambtenaren werden ontslagen, en ook Jo’s joodse hoogleraren aan de universiteit moesten het veld ruimen. Joden mochten niet meer fietsen, niet met het openbaar vervoer en ze moesten ’s avonds en ’s nachts thuisblijven.
Jo maakte zich zorgen over Philine en Sonja. In mei 1942 pleegde ze haar eerste verzetsdaad. Ze stal persoonsbewijzen van leeftijdgenoten uit de kleedkamer van een zwembad en liet ze door een studiegenootje vervalsen, zodat haar vriendinnen er veilig mee over straat konden. Toen even later de razzia’s begonnen waarbij joden opgepakt en gedeporteerd werden, hielp Jo samen met enkele andere studentes Philine en Sonja aan verschillende schuilplaatsen. Later zou het stel bij Jo’s ouders onderduiken.
Hierna zou Jo nog tientallen persoonsbewijzen stelen uit zwembaden, schouwburgen, concertzalen en cafés. Ook zamelde ze geld en goederen in voor joodse mensen die weggevoerd waren. Via het Rode Kruis stuurde ze pakketjes naar Westerbork en concentratiekampen in Duitsland. Ze weigerde de loyaliteitsverklaring te tekenen, overigens net als 85 procent van de Nederlandse studenten.
Aanvankelijk opereerde Jo alleen. In 1943 kwam ze in contact met het ondergrondse verzet en begon haar samenwerking met de zusjes Truus en Freddie Oversteegen. Ze deden verkenningswerk, vervoerden illegale kranten en wapens, zorgden voor valse persoonsbewijzen en brachten onderduikers naar nieuwe adressen. De jonge vrouwen flirtten met Duitse soldaten om hen strategische informatie te ontfutselen. Sommige verzetslieden begrepen dit niet en beschouwden Jo als een verrader. Maar niets was minder waar. Ze leerde schieten en werkte mee aan aanslagen op diverse collaborateurs.
Het ging mis toen Jo en haar medestrijder Jan Bonekamp, met wie ze een relatie had, in juni 1944 een “foute” politiecommissaris doodschoten. Bij de aanslag raakte Bonekamp dodelijk gewond. Kort voor hij stierf verraadde hij, onbedoeld, het adres van Jo’s ouders.
.......
“Jans dood had Hannie erg aangegrepen. Toch hervatte ze in de laatste oorlogsmaanden haar verzetswerk, fanatieker dan ooit.”
.......
Jo’s ouders werden opgepakt en een paar weken vastgehouden, in de hoop dat Jo, die inmiddels bekendstond als “het meisje met het rode haar”, zichzelf zou aangeven. Truus en Freddie overtuigden haar om dit niet te doen. Jo dook onder, verfde haar opvallende rode haar zwart en vermomde zich met een brilletje van vensterglas. Ook kreeg ze een nieuw persoonsbewijs, met een nieuwe naam. Vanaf toen zou ze zich Hannie laten noemen.
Jans dood had Hannie erg aangegrepen. Toch hervatte ze in de laatste oorlogsmaanden haar verzetswerk, fanatieker dan ooit. Ze was betrokken bij meerdere aanslagen op collaborateurs, overigens met wisselend succes.
Op 21 maart 1945 werd Hannie bij een wegversperring betrapt met verzetskrantjes in haar fietstas. In de gevangenis herkende iemand haar als het meisje met het rode haar. Op 17 april 1945, slechts enkele weken voor de Duitse capitulatie, werd Hannie in de duinen bij Overveen geëxecuteerd en haastig begraven.
Op 27 november 1945 werd Hannies stoffelijk overschot met militaire eer herbegraven op de Eerebegraafplaats Bloemendaal in de Kennemer duinen, in aanwezigheid van koningin Wilhelmina, prinses Juliana en prins Bernhard.
Postuum zouden Hannie voor haar verzetswerk meerdere eervolle onderscheidingen toebedeeld worden. Maar omdat ze na de oorlog door de Nederlandse communisten opgeëist werd als symbool van het communistische verzet, verloor haar naam tijdens de jaren van de Koude Oorlog veel van zijn glans. In 1951 werden zelfs de politie en het leger ingezet om de jaarlijkse herdenking van haar herbegrafenis te dwarsbomen.
Later zakte die communistenhaat weg. De film Het meisje met het rode haar, gebaseerd op de gelijknamige roman van Theun de Vries uit 1956, werd in 1981 door de critici uitgeroepen tot beste Nederlandse film van het jaar. Ook de succesvolle roman De aanslag van Harry Mulisch (1982) is gedeeltelijk op het leven van Hannie Schaft gebaseerd. Op 3 mei 1982 onthulde prinses Juliana in het Kenaupark in Haarlem een bronzen beeld getiteld “Vrouw in het verzet”, ontworpen door Hannies medestrijdster, Truus Menger-Oversteegen, die na de oorlog was uitgegroeid tot een bekende kunstenares. Sindsdien vindt elk jaar op de laatste zondag in november de herdenking van Hannie Schafts herbegrafenis plaats, met een lezing, muziek, een stille tocht en een kranslegging bij het beeld in het Kenaupark.
Waarom? (en andere vragen die we altijd moeten blijven stellen)
Op dit moment geniet Hannie Schaft in Nederland een welhaast onaantastbare heldenstatus. Verschillende scholen, straten en een brug zijn naar haar vernoemd. Sinds 2008 is er zelfs een planetoïde met de naam “hannieschaft”.
Voor de Hannie Schaftlezing wordt, zo staat op de website van de Nationale Hannie Schaftstichting die de bijeenkomst organiseert, elk jaar een “prominente Nederlander” uitgenodigd. Eerdere sprekers waren bijvoorbeeld de in Nederland geboren politici Job Cohen, Sigrid Kaag en Kajsa Ollongren, maar ook hun in Marokko geboren collega’s Ahmed Aboutaleb en Khadija Arib, die in Nederland zijn opgegroeid en stevig plek hebben in Nederlandse samenleving. De spreker hoeft dus geen geboren Nederlander te zijn.
.......
“... het is voor het eerst in het bestaan van de lezing dat deze geleverd wordt door iemand die nadrukkelijk het outsider-perspectief vertegenwoordigt.”
.......
Maar Mpho Tutu van Furth (hierna: Mpho Tutu) woont formeel pas sinds 2015 in Nederland, en het is voor het eerst in het bestaan van de lezing dat deze geleverd wordt door iemand die nadrukkelijk het outsider-perspectief vertegenwoordigt.
Haar nieuwkomerschap geeft Tutu, dochter van de in 2021 overleden aartsbisschop Desmond Tutu, de vrijheid om, voorzichtig en respectvol, de betekenis van Hannie Schafts daden opnieuw in overweging te nemen. Daarmee vormt het een correctief op het omlijstende programma, dat bestaat uit fragmenten uit de nieuwe op scholieren gerichte documentaire “Hoe Hannie ben jij?” en uit een musical over Hannie Schaft, uitgevoerd door een plaatselijk koor en studenten van diverse theateropleidingen. Met deze items probeert de organisatie van de Hannie Schaftherdenking een nieuw en jonger publiek te bereiken.
Tutu, die in 2022 is ingezworen als predikant bij de Vrijburg-gemeente in Amsterdam, begint haar lezing met een verwijzing naar haar twee kleinkinderen, die allebei “in een fase zitten”. De tweejarige Ali’yah (Ali) is in het stadium waarin ze op alles “nee” zegt, en haar vierjarige broer Azania (Azu) vraagt voortdurend naar het “waarom”. “‘Nee’ is een krachtig instrument in de handen van een tweejarige, die niet veel beslissingsbevoegdheid heeft over haar kleine leven”, verklaart Tutu. En Azu’s “waarom” ziet ze vooral als een teken van nieuwsgierigheid.
.......
“Zou het niet beter zijn als volwassenen zich vast durfden te houden aan het ‘nee’ en ‘waarom’ uit de kindertijd?”
.......
Volwassenen hebben geleerd dat kennis macht is, vervolgt Tutu. Ze gebruiken hun kennis om macht over anderen uit te oefenen en verbergen hun eigen onwetendheid. Zou het niet beter zijn als volwassenen zich vast durfden te houden aan het “nee” en “waarom” uit de kindertijd? Het antwoord “ik weet het niet” is dan ook geen teken van zwakte, maar een kans, “een deur van mogelijkheden, waar we samen doorheen kunnen lopen naar het land van rechtvaardigheid en solidariteit”.
.......
“Ik ben opgegroeid in een andere tijd, in een ander land en in een andere realiteit dan Hannie Schaft.” – Tutu
.......
Tutu bekent dat ze gemengde gevoelens over deze gelegenheid heeft. Dat heeft onder meer te maken met haar eigen ervaringen. “Ik ben opgegroeid in een andere tijd, in een ander land en in een andere realiteit dan Hannie Schaft.” In de apartheidsjaren waren voor haar en haar mensen niet de nazi’s de vijand, maar “afstammelingen van de Nederlanders en de Engelse kolonisten”: “Zij waren ons grondgebied binnengevallen, hadden ons land gestolen en onze waardigheid vertrapt.” Het is een uitdagende vaststelling, waarmee Tutu de luisteraars dwingt om elk gevoel van morele superioriteit in twijfel te trekken.
Vervolgens duikt ze in haar eigen verleden, waarin haar vader natuurlijk een grote rol speelde. Ze verwijst naar een herdenking van de Soweto-opstand in Regina Mundi, de rooms-katholieke kathedraal in Soweto. Na de dienst werden de bezoekers bij het verlaten van de kerk ingewacht door de oproerpolitie. Mpho kon, samen met een van haar zusters, nog net veilig wegkruipen in haar vaders auto, maar ze moest machteloos, haar neus tegen het raam gedrukt, toezien hoe een andere zuster en haar verloofde met zwepen werden afgeranseld. Tutu herinnert zich nog de woorden van haar zuster die samen met haar in de auto zat: “Als ik een pistool had gehad, dan had ik ze neergeschoten.” Hoewel ze haar zusters gevoelens kon begrijpen, realiseerde de jonge Mpho zich dat nóg meer geweld niet de oplossing was.
Die dag werd “een ander aspect van mijn activisme geboren”, vertelt Tutu. “Mijn anti-apartheidswerk bestond uit preken, lesgeven, lezingen houden en demonstreren. […] Ik vond het belangrijk om duidelijk te zijn over het onrecht waartegen ik mij verzet. En ik vond en vind het even belangrijk om me een rechtvaardige wereld voor te stellen, een wereld waarin ik wil leven. Ik weet waarvoor ik vlucht. Ik moet weten waar ik naartoe vlucht. Ik moet ook weten welke wegen ik bereid ben te nemen.”
Als het gaat over de gekozen “wegen”, spreekt Tutu geen oordeel uit over het optreden van Hannie Schaft. “Ze was een jonge vrouw in een oorlog, die de beste beslissing nam die ze dacht te kunnen nemen in de gegeven omstandigheden.”
Maar ze staat wel kritisch tegenover het optreden van “politici en mediamensen” die “een cynisch moraalspel maken van oorlogen die zij niet hebben geprobeerd te voorkomen”. “En ik oordeel over ons, wereldburgers die zo gemakkelijk afstand doen van de plicht van de burger om ‘nee’ te zeggen en ‘waarom?’ te vragen.”
In dit verband verwijst Tutu naar de collectieve verontwaardiging, in Nederland maar ook internationaal, over de oorlog in Oekraïne, “terwijl de doden in Irak, Jemen en Afghanistan slechts ‘nevenschade’ waren”. “Waarom geven Europa en de VS meer dan 93 miljard euro uit aan een oorlog waarvan we al hebben toegegeven dat die pas aan de onderhandelingstafel zal eindigen? En dat terwijl ze weigeren de klimaatcrisis aan te pakken die de volgende oorlogen zal aanwakkeren?”
.......
“We zouden nieuwsgierige volwassenen kunnen zijn die toegeven dat ze het antwoord niet weten — maar laten we samen de weg uit dit moeras ontdekken.”
.......
Zelfs de tweejarige Ali met haar “nee” en de vierjarige Azu met zijn “waarom” weten beter, volgens Tutu. “In plaats daarvan lijken we een kritiekloze eenjarige, en slikken we de bittere pillen van door oorlog aangewakkerde inflatie en het vooruitzicht van een wereldwijde hongersnood. Per slot van rekening wordt dit alles in het Westen bedekt met een suikerlaagje van overheidssubsidies, om zo de smerige smaak te maskeren. Natuurlijk zijn oorlog, vrede, invasie en bezetting geen eenvoudige zaken. We zouden nieuwsgierige volwassenen kunnen zijn die toegeven dat ze het antwoord niet weten — maar laten we samen de weg uit dit moeras ontdekken.”
Tot besluit van haar lezing keert Tutu terug naar het voorbeeld van Hannie Schaft, die duidelijk “nee” zei, maar van wie ook bekend is dat ze weigerde acties uit te voeren waarbij onschuldige slachtoffers konden vallen.
Tutu verwijst ook naar de joodse Etty Hillesum, die wereldberoemd werd nadat in 1981 haar oorlogsdagboek werd gepubliceerd, en over wie dit jaar een uitstekende biografie verscheen van de hand van Judith Koelemeijer. Hillesum, die in 1943 in Auschwitz zou worden vermoord, koos er bewust voor om haar vijanden niet te haten. Nóg meer haat zou de wereld niets goeds brengen, vond Hillesum. “Waarom”, haalt ze Hillesum aan, “moeten we altijd de goedkoopste en gemakkelijkste weg kiezen?”
Schaft en Hillesum lijken voor Tutu dus twee verschillende posities te belichamen. Het is niet haar bedoeling om een oordeel over hen uit te spreken of om de toehoorders aan te moedigen om “te worden zoals zij”. Waar het haar om gaat, is dat deze twee vrouwen kritisch nadachten over wat hen te doen stond, en daarnaar handelden.
Ze stelt de vraag of wij “überhaupt al begonnen zijn na te denken”. “Durven we ‘nee’ te zeggen tegen het teisteren van de planeet met oorlog, klimaatverandering of onrechtvaardigheid? Durven we ons af te vragen waarom nog ongeboren generaties zullen moeten leven met de gevolgen van ons handelen in de wereld die wij achterlaten?” Het zijn vragen waar we misschien geen antwoord op hebben, zegt Tutu, maar het is geen teken van zwakte om toe te geven dat je iets niet weet. “Ik weet het niet” kan immers het begin zijn van een gezamenlijk zoeken naar oplossingen.
- Lees de integrale tekst van Mpho Tutu van Furth’ lezing “Waarom? (en andere vragen die we altijd moeten blijven stellen)” op de website van de Nationale Hannie Schaft Stichting.
Bron: Website Nationale Hannie Schaft Stichting
Lees ook:
Buro: IG