Will of a Rebel, een toneeltekst over Breyten Breytenbach
Tekst: Hannchen Koornhof en Ari Sitas
Regie: William Kentridge
1979
...
De Breytenbach-studie, waarop ik mij sinds enkele jaren toeleg, verrast de onderzoeker telkens weer. Serendipiteit heet zoiets: vinden wat je niet zoekt.
...
Het gebeurt wel eens dat de lezer-onderzoeker een onderwerp in de schoot krijgt geworpen. In de brede context van het Breytenbach-onderzoek tracht ik met bio- en bibliografische aantekeningen gegevens toe te voegen en aanzetten te formuleren voor voortgezet onderzoek. Daarbij ligt de klemtoon in mijn publicaties, niet uitsluitend overigens, op de relaties van schrijver en kunstenaar met de Lage Landen. De serie met Breytenbach-notities op Voertaal, waar dit artikel deel van uitmaakt, en de dertien “marginalia” in het essayboek Breyvier. Over taal, burgerschap en Breytenbach (2023), door Marlies Taljard recent besproken op de webwerf Versindaba, zijn daarvan de getuigenissen. Kwintet. Literaire dialogen tussen Afrikaans en Nederlands bundelt vier delen met academische artikels en een afsluitende reeks met literair-essayistische impromptu’s: gedocumenteerde onderzoeksvragen, voorzetten voor onderzoek in het transnationale domein. Naar aanleiding van Kwintet publiceert Voertaal vanaf komende maandag, en dat vijf weken na elkaar, een uitvoerig vraaggesprek door Willem de Vries over opzet van Kwintet, over doelstellingen en bevindingen. Het onderhoud is voor mij een gelegenheid om theoretisch-methodologische uitgangspunten te articuleren, over inhoudelijke aannames te reflecteren en duidelijkheid te scheppen over de contouren van het onderzoek.
De Breytenbach-studie, waarop ik mij sinds enkele jaren toeleg, verrast de onderzoeker telkens weer. Serendipiteit heet zoiets: vinden wat je niet zoekt. Het geldt ook voor een essaybundel over het werk van Antjie Krog waarmee ik thans bezig ben. In het boek Twee overzijden, met een referentie aan een beroemd gedicht van M. Nijhoff (over de brug bij Zaltbommel die twee oevers met elkaar verbindt), verzamel ik naast kronieken over Breytenbach en Krog een reeks tweespraken over het literaire grensverkeer tussen Afrikaans en Nederlands én (fragmenten uit) het ‘Cahier van een lezer’ op Versindaba.
Anthony Akerman en Bert Schierbeek
Op 4 december 2022 memoreerde Anthony Akerman in The Daily Maverick de veertigste verjaardag van de vrijlating van Breytenbach (https://www.dailymaverick.co.za/article/2022-12-04-breyten-breytenbach-prisoner-of-consciousness/). Akerman treedt op in mijn boek Kwintet, meer bepaald in een hoofdstuk over Breytenbach en Kouwenaar. Ik schrijf: “De toneeltekst Statements After an Arrest Under the Immorality Act (1972) van de hand van Athol Fugard heeft Schierbeek samen met de Zuid-Afrikaanse acteur en vertaler Anthony Akerman naar het Nederlands omgezet (Verklaringen na een arrestatie onder de immoraliteitswet). In 1976 is het stuk in Nederland gespeeld door Poëzie Hardop”. Elders gaat het over Schierbeek en het pamflet Apartheid (1982). De Anti Apartheid Beweging Nederland organiseerde in samenwerking met het politiek-cultureel centrum De Populier en Novib (Nederlandse Organisatie voor Internationale Ontwikkelingssamenwerking) de manifestatie ‘De kulturele stem van het verzet. Nederlandse en [Zuid-Afrikaanse] kunstenaars tegen apartheid’ van maandag 13 tot zaterdag 18 december 1982 in De Balie, De Melkweg en Paradiso in Amsterdam. Naast Keorapetse Kgositsile had ook Schierbeek een aandeel in een discussieforum dat op culturele boycot was gericht. Meer hierover kan worden gelezen in Kwintet.
Breytenbach als personage
Naar aanleiding van het boeiende artikel van Akerman in de Daily Maverick ontvouwde zich een kortstondige mailcorrespondentie, nadat ik naar aanleiding van een inzet op Facebook een vriendelijke reactie van Akerman mocht ontvangen. Ik verwees naar mijn belangstelling voor Schierbeek en meer bepaald de connectie met Breytenbach. Wat en passant ter sprake kwam – een onderwerp dat mij nu al enkele maanden fascineert – is een toneeltekst die nauwelijks of geen aandacht kreeg. Will of a Rebel is een theaterstuk over de politieke activist Breytenbach – op dat moment nog steeds in de gevangenis – en is tot stand gekomen als een samenwerking tussen regisseur William Kentridge en de schrijvers Ari Sitas en Hannchen Koornhof. Op de Wikipediapagina van Sitas lees ik: “His creativity, like his sociology, is marked by collaborations with some of the most important contemporary artists of the avant-garde and of the popular arts: William Kentridge, Ramolao Makhene, Ingoapele Mondingoane, Alfred Qabula, Jürgen Bräuninger, Jeeva Rajgopaul, Omar Badsha, and many, many others”. De toneeltekst waarvan in deze notitie sprake, is een voorbeeld van een coproductie met de spraakmakende en veelzijdige kunstenaar Kentridge.
Van de toneeltekst is een bescheiden uitgave gemaakt, vooral na aanmoediging door Ampie Coetzee, naar verluidt in een oplage van vijftig exemplaren. Er bestaat onduidelijkheid over het precieze oplagecijfer. De theaterproductie is momenteel een proeve van onderzoek waarvan ik de voorlopige resultaten hier deel. Akerman stak op 3 maart jongstleden zijn licht op bij co-auteur Ari Sitas, die per e-mail liet weten: “We made 50 copies for friends because a friend novelist gave us some money to do so. We got 4 copies each if i remember correctly”. Akerman tekende naar aanleiding van die informatie het volgende op: “Ik twijfel of Will of a Rebel ooit officieel is uitgegeven. Misschien was er een tekst met het theaterprogramma. Het kan ook zijn dat dat gewoon een repetitiescript was” (e-mail Akerman aan T’Sjoen, dd. 3 maart 2023). Wat er ook van zij: tot op heden kregen Anthony en ik geen exemplaar van Will of a Rebel met de omslagtekening van William Kentridge te pakken. Uit bijgaande foto, mij door bemiddeling van Akerman aangeleverd uit het persoonlijk bezit van Ari Sitas, kan worden afgeleid dat na de opvoering wel degelijk een gestencilde uitgave is gemaakt.
Junction Avenue Theatre Company
De tekst is wellicht in 1977 opgevoerd door Junction Avenue Theatre Company in Nunnery Theatre van Wits en Space Theatre in Kaapstad. De Zuid-Afrikaanse acteur die de rol van de gedetineerde Breytenbach vertolkte, is Stephen Sacks. Overigens waren William Kentridge, Malcolm Purkey en ook Ari Sitas medeoprichters van het theatergezelschap in Johannesburg. In archiefdocumenten van de Grieks-Egyptische Alexandre Moumbaris, communistisch activist en oud-gedetineerde van het apartheidsbewind, en geconserveerd in de afdeling Historical Papers Research Archive van Universiteit van die Witwatersrand, verricht ik binnenkort verder onderzoek. Ook William Kentridge brengt wellicht verheldering. Over Avenue Theatre Company bestaan publicaties die ik binnenkort in Zuid-Afrika tracht op te sporen.
Over Will of a Rebel wist Akerman ook nog dit op te merken: “Onlangs had ik een gesprek met Malcolm Purkey, die destijds betrokken was bij het Junction Avenue Theatre Company. Hij vertelde dat de titel Will of a Rebel was en gaf verdere details. Die heb ik aan Temple Hauptfleisch doorgegeven. […] Temple Hauptfleisch verschafte verdere informatie” (e-mail Akerman aan T’Sjoen, dd. 24 februari 2023).
Temple Hauptfleisch aan het woord
Met permissie citeer ik uit de reactie van Prof Hauptfleisch, emeritus-hoogleraar theaterwetenschappen van de Universiteit Stellenbosch. “I see from her Linkedin profile that Hannchen Koornhoff was a member of Junction Avenue from 1976-1980 and (from a 1981 article about her arrest), that she was not Piet’s daughter, but his niece: “Every day for the past month, Hendrik Koornhof, a mild-mannered, gray-haired medical professor, has gone through a ritual that gives him little satisfaction or solace. The distress is plainly evident in his eyes. He picks up the phone and dials the security police to inquire about his daughter, Hannchen. He asks when she will be released from detention. The reply is the bland one given all parents of detainees. ‘We are given the assurance that she is well looked after, physically,’ said Koornhof with a look and a voice that spoke of little assurance. The police never say when he can expect his daughter home. In a country where detentions are an ongoing practice, Koornhof's parental anguish would not be out of the ordinary – except for the fact that he is a brother of a Cabinet minister. To 26-year-old Hannchen, Black Affairs Minister Piet Koornhof is ‘Oom Piet’, Afrikaans for ‘Uncle Piet’. (Source: https://www.washingtonpost.com/archive/politics/1981/11/12/apartheid-splits-officials-family/2427ec52-8b5c-4bed-b8f4-a226b1efb683/) She went on to become a respected academic and editor. The date(s) of production for the play still elude me... (I now have 1977, 1978, and 1979!!), so I have used some of your notes and my own research so far to compose a tentative chronology.”
Wie archivalisch speurwerk verricht online, komt al gauw terecht op de site van Encyclopaedia of South African Theatre, Film, Media and Performance (ESAT). Ook hieruit blijkt de dubieuze bibliografische informatie: https://esat.sun.ac.za/index.php/Will_of_a_Rebel.
In het bureau van Ari Sitas
Op vraag van Anthony Akerman heeft Prof Ari Sitas, activist en jarenlang verbonden aan het departement Sociologie van UCT, een exemplaar van Will of a Rebel opgediept. Ik citeer uit een privé-bericht dat hij Akerman stuurde. Hierin wordt het jaar van uitgave bevestigd: “1979 ... and yes, we put a script together thanks to Kentridge but it was a very limited edition because we quoted extensively without formal permission. Ampie Coetzee said go ahead and f..k copyright. Anyway half of the stuff was banned. There must be a book/script. I will check in my office. It was a minibook with a Kentridge cover. Some of the words came straight out of banned books”.
De speurtocht gaat intussen verder, zonder dat Akerman en ik voorlopig een scan van de toneeluitgave konden bemachtigen. De interventies van Temple Hauptfleisch en Ari Sitas helpen ons op weg. Vooral de coproductie met de veelzijdige kunstenaar William Kentridge, “director” van Will of a Rebel, en het feit dat het een toneeltekst is met als protagonist Breytenbach houdt ons natuurlijk bezig. Het is een van die talloze bibliografische losse eindjes, data die verdere exploratie behoeven. Archiefonderzoek, zoals in Historical Papers van de Universiteit van die Witwatersrand, in NELM/Amazwi (Grahamstown/Makhanda) en in NALM (Bloemfontein) kan mij en ook Anthony Akerman binnenkort mogelijk soelaas brengen in onze exploratietocht. Medio juli, naar aanleiding van een Winterschool waarvoor gastcolleges worden aangeboden, loop ik langs in het archief in Bloem om er de speurtocht voort te zetten. Met onderzoek ben je nooit klaar, zeker wanneer het voorwerp van studie de publieke verschijning is van een veelzijdig schrijver zoals Breyten Breytenbach. Zeker wanneer hij zoals in deze gevalstudie figureert in een theatertekst, nog tijdens de tronkjaren geproduceerd en opgevoerd, als een blijk van verzet tegen het apartheidsregime.
Met vriendelijke dank aan Prof Ari Sitas, Prof Temple Hauptfleisch en Anthony Akerman voor de genereus verstrekte informatie en de bibliografische gegevens. Dank voor de kritische lectuur aan Kentridge-experte Dr. Juliana M. Pistorius (University College London en Universiteit van die Witwatersrand Johannesburg).